Significante waarderingsregels

Toelichtingen

Er werden geen significante wijzigingen aangebracht in onze waarderingsregels gebruikt voor het opstellen van deze verkorte geconsolideerde tussentijdse cijfers ten opzichte van deze gebruikt voor het opstellen van de meest recente geconsolideerde jaarrekening van 31 december 2017, met uitzondering van de toepassing van nieuwe standaarden en interpretaties, hieronder omschreven.

  • IFRS 15 Opbrengsten van contracten met klanten, en verduidelijkingen van deze IFRS (toepasbaar voor het boekjaar beginnend op 1 januari 2018)
  • IFRS 9 Financiële instrumenten, en aanvullende aanpassingen (toepasbaar voor het boekjaar beginnend op 1 januari 2018)

De aard en de invloed van deze wijzigingen werden in beschouwing genomen, en bovengenoemde wijzigingen hadden volgende impact op onze verkorte geconsolideerde tussentijdse financiële cijfers:

IFRS 15 Opbrengsten van contracten met klanten.

Op 1 januari 2018 hebben we IFRS 15 toegepast, gebruik makende van de gewijzigde retrospectieve overgangsmethode. De toepassing van de nieuwe standaard gaf aanleiding tot een tijdsverschil van erkenning in opbrengst tussen de vorige standaarden en IFRS 15. Het cumulatief effect van de eerste toepassing van de nieuwe standaard over opbrengsterkenning werd opgenomen als een aanpassing van de openingsbalans van de overgedragen verliezen en de over te dragen opbrengsten. Deze impact wordt hieronder verder beschreven.

Om de opbrengsterkenning te bepalen van overeenkomsten die in het toepassingsgebied van IFRS 15 vallen, hebben we volgende vijf stappen uitgevoerd: (i) identificatie van het contract; (ii) identificatie van de resultaatsverbintenis in het contract; (iii) bepaling van de transactieprijs; (iv) toewijzing van de transactieprijs aan de resultaatsverbintenis in het contract; (v) opbrengsterkenning wanneer (en als) de entiteit aan de resultaatsverbintenis voldoet.

Als gevolg van de toepassing van de nieuwe IFRS standaard per 1 januari 2018 werden ons geconsolideerd overgedragen verlies en de over te dragen opbrengsten beide verhoogd met een bedrag van €83,2 miljoen, wat een weerspiegeling was van de impact van de nieuwe standaard op de erkenning in opbrengst van ontvangen betalingen gerelateerd aan onze lopende licentie- en samenwerkingsovereenkomsten. Er waren verschillen in de boekhoudkundige verwerking ten opzichte van de vorige standaard voor (i) de succesbetalingen ontvangen in het verleden in het kader van onze licentie- en samenwerkingsovereenkomst met Gilead inzake filgotinib, en (ii) de ontvangen upfront- en succesbetalingen gerelateerd aan onze licentie- en samenwerkingsovereenkomst met AbbVie inzake cystic fibrosis, welke in het verleden volledig in resultaat genomen werden onder de vroeger toepasbare IFRS standaard. De samenwerkingsovereenkomst met AbbVie inzake cystic fibrosis werd aangepast in 2016. Onder IAS 18 werd deze aanpassing boekhoudkundig verwerkt als een apart contract. Op basis van de richtlijnen van contractaanpassingen onder IFRS 15 hebben we echter besloten dat de upfront betaling erkend dient te worden over de duurtijd van het aangepaste contract. Tenslotte werd het saldo van de over te dragen opbrengst ontstaan als gevolg van de licentievergoeding ontvangen van Servier in het kader van onze licentie- en samenwerkingsovereenkomst inzake artrose, volledig opgenomen onder eigen vermogen als gevolg van de toepassing van de nieuwe standaard. We verwijzen naar de omzet toelichting voor verder detail.

IFRS 9 Financiële instrumenten. Het enige financieel instrument in handen van ons bedrijf onderhevig aan de wijziging in waarderingsregels naar aanleiding van de toepassing van IFRS 9 Financiële instrumenten, was het eigenvermogensinstrument van een Frans biotech bedrijf opgenomen als financieel actief beschikbaar voor verkoop. Onze balans per 31 december 2017 bevatte aandelen van dit bedrijf, aangekocht in 2016. De slotkoers van het aandeel op Euronext op jaareinde 2017 leidde tot een negatieve cumulatieve reële waarde aanpassing van €0,6 miljoen opgenomen in de overige reserves volgens de waarderingsregels onder IAS 39. Als gevolg van de toepassing van de nieuwe IFRS standaard per 1 januari 2018, en in acht genomen het feit dat dit financieel actief moet opgenomen en gewaardeerd worden aan reële waarde, met opname van wijzigingen in reële waarde in het resultaat, werd de negatieve gecumuleerde reële waarde aanpassing van €0,6 miljoen voorheen opgenomen in overige reserves, erkend in het overgedragen verlies. In de eerste negen maanden van 2018 werd een bijkomende positieve reële waarde aanpassing van €0,2 miljoen in resultaat opgenomen.

Andere nieuwe standaarden en interpretaties toepasbaar voor het boekjaar beginnend op 1 januari 2018 hadden geen enkele impact op onze verkorte geconsolideerde tussentijdse financiële cijfers.

Wij hebben geen standaard, interpretatie of wijziging vervroegd toegepast.

Ramingen en beoordelingen van het management

Het opstellen van de tussentijdse financiële cijfers in overeenstemming met IFRS verplicht het management beoordelingen en ramingen te maken en veronderstellingen te gebruiken die zowel de gerapporteerde bedragen van activa en passiva, de toelichting van voorwaardelijke activa en passiva op de datum van de financiële cijfers als de gerapporteerde bedragen van opbrengsten en kosten in de loop van de verslagperiode beïnvloeden. De werkelijke resultaten kunnen verschillen van deze ramingen. We verwijzen naar toelichting 3 van onze jaarrekening van 2017, behalve voor de opbrengsterkenning onder de nieuwe IFRS 15 standaard toegepast op 1 januari 2018, zoals hieronder beschreven.

De evaluatie van de criteria voor de opbrengsterkenning in het kader van licentie- en samenwerkingsovereenkomsten vereist het oordeel van het management om het volgende in te schatten en te bepalen :

  • de aard van de contractuele resultaatsverbintenissen en of deze alleenstaand zijn of moeten gecombineerd worden met andere resultaatsverbintenissen
  • het patroon van transfer van elk beloofde licentie en/of R&D activiteit opgenomen in het contract, waarbij soms input- of outputmethodes gebruikt worden gebaseerd op belangrijke veronderstellingen zoals vooropgestelde kosten en ontwikkelingstijdlijnen van onze licentie- en samenwerkingsovereenkomsten voor de beoordeling of voldaan is aan de resultaatsverbintenis.

Bovenstaande kan een wezenlijke invloed hebben op onze financiële cijfers.

We hebben het vijf stappen model gedetailleerd in IFRS 15 doorlopen om te bepalen wanneer, hoe en voor welk bedrag opbrengsten moeten erkend worden afhankelijk of aan bepaalde criteria werd voldaan. De standpunten ingenomen bij de toepassing van deze standaard, worden hieronder toegelicht:

De essentie van onze huidige overeenkomsten is dat Galapagos sommige van haar intellectuele eigendom licenseert aan samenwerkingspartners en onderzoeks- en ontwikkelingsdiensten (R&D) verleent. Deze activiteiten resulteren in een dienst als eindproduct van Galapagos’ bedrijfsactiviteiten. In het kader van een aantal van deze overeenkomsten genereren wij opbrengsten zoals licentievergoedingen, succesbetalingen, opbrengsten uit de doorrekening van kosten, en succesbetalingen en royalty’s gebaseerd op toekomstige verkopen. We zijn van mening dat de opbrengsten van onze huidige belangrijke licentie- en samenwerkingsovereenkomsten in het toepassingsgebied van IFRS 15 vallen.

Samenwerking met Gilead

We kwamen tot het volgende besluit:

  • We oordeelden dat er een unieke resultaatsverbintenis is onder de nieuwe standaarden van IFRS 15: de transfer van een licentie gecombineerd met het leveren van R&D diensten. Dit omdat we van mening zijn dat de licentie in de context van het contract niet op zich staat.
  • De transactieprijs van onze overeenkomst met Gilead bestaat thans uit een vast deel, zijnde de upfront licentievergoeding, en een variabel deel, zijnde de succesbetalingen en terugbetaling van kosten voor geleverde R&D diensten. Succesbetalingen worden enkel in de transactieprijs van de overeenkomst opgenomen als ze behaald zijn. Op verkopen gebaseerde succesbetalingen en – royalty’s maken deel uit van onze overeenkomst maar worden nog niet in onze opbrengsten opgenomen daar ons programma zich nog steeds in ontwikkelingsfase 3 bevindt.
  • De transactieprijs werd toegewezen aan de unieke resultaatsverbintenis en opbrengsten werden erkend over de geschatte periode van betrokkenheid gebaseerd op een patroon die de overdracht van de licentie en de vooruitgang in het volledig verlenen van R&D diensten weerspiegelt. Dit omdat we van mening zijn dat er een transformerende relatie is tussen de licentie en de te verlenen R&D diensten.
  • We hebben gebruikt gemaakt van een input model om de vereiste van een unieke resultaatsverbintenis te meten dat het percentage van kosten voor dit programma die in elke periode gemaakt worden, in beschouwing neemt (percentage of completion methode).
  • Terugbetalingen van kosten ontvangen van Gilead moeten in opbrengst genomen worden bij het oplopen van de kosten en na akkoord van de partijen daar wij als opdrachtgever handelen in het kader van ons aandeel in de R&D activiteiten in onze lopende licentie- en samenwerkingsovereenkomsten.

Samenwerking met AbbVie

We kwamen tot het volgende besluit:

  • We oordeelden dat er een unieke resultaatsverbintenis is onder de nieuwe standaarden van IFRS 15: de transfer van een licentie gecombineerd met het leveren van R&D diensten. Dit omdat we van mening zijn dat de licentie niet op zich kan staan en in de context van het contract niet op zich staat.
  • De transactieprijs van onze overeenkomst met AbbVie bestaat thans uit een vast deel, zijnde de upfront licentievergoeding, een variabel deel zijnde de succesbetalingen en terugbetaling van kosten voor geleverde R&D diensten. Succesbetalingen worden enkel in de transactieprijs van de overeenkomst opgenomen als ze behaald zijn. Op verkopen gebaseerde succesbetalingen en – royalty’s maken deel uit van onze overeenkomst maar worden nog niet in onze opbrengsten opgenomen daar ons programma zich nog steeds in ontwikkelingsfases 1&2 bevindt.
  • De transactieprijs werd toegewezen aan de unieke resultaatsverbintenis en opbrengsten werden erkend over de geschatte periode van betrokkenheid gebaseerd op een patroon die de overdracht van de licentie en de vooruitgang in het volledig verlenen van R&D diensten weerspiegelt. Dit omdat we van mening zijn dat er een transformerende relatie is tussen de licentie en de te verlenen R&D diensten.
  • We hebben gebruikt gemaakt van een input model om de vereiste van een unieke resultaatsverbintenis te meten dat het percentage van kosten voor dit programma die in elke periode gemaakt worden, in beschouwing neemt (percentage of completion methode).
  • Terugbetalingen van kosten ontvangen van AbbVie zouden in opbrengst kunnen genomen worden bij het oplopen van de kosten en na akkoord van de partijen daar wij als opdrachtgever handelen in het kader van ons aandeel in de R&D activiteiten in onze lopende licentie- en samenwerkingsovereenkomsten.

Samenwerking met Servier

De over te dragen opbrengst per 31 december 2017 gerelateerd aan de licentievergoeding ontvangen van Servier in het kader van onze licentie- en samenwerkingsovereenkomst op het gebied van artrose (€5,4 miljoen) werd volledig opgenomen in eigen vermogen als gevolg van de toepassing van de nieuwe standaard. Elke toename in de transactieprijs als gevolg van toekomstige mogelijke succesbetalingen gerelateerd aan ontwikkelings- of regelgevende activiteiten, of van op verkopen gebaseerde succesbetalingen en royalty’s, zal toegewezen worden aan de licentie die op zeker moment overgedragen werd en zal, wanneer behaald, op een bepaald moment volledig als opbrengst erkend worden, daar we oordeelden dat de licentie het recht op gebruik van de intellectuele eigendom verleent aan Servier.

Samenwerking met Novartis

We kwamen tot het volgende besluit:

  • We oordeelden dat er twee afzonderlijke resultaatsverbintenissen zijn onder de nieuwe standaarden van IFRS 15: de transfer van een licentie en het leveren van R&D diensten. Dit omdat we van mening zijn dat de licentie op zich kan staan en in de context van het contract op zich staat.
  • De transactieprijs van onze overeenkomst met Novartis bestaat thans uit een vast deel, zijnde de upfront licentievergoeding, en een variabel deel zijnde de succesbetalingen en terugbetaling van kosten voor geleverde R&D diensten. Succesbetalingen zijn in de transactieprijs van de overeenkomst opgenomen enkel als ze behaald zijn. Op verkopen gebaseerde succesbetalingen en – royalty’s maken deel uit van onze overeenkomst maar worden nog niet als opbrengst erkend daar ons programma zich nog steeds in ontwikkelingsfases 2 bevindt. Daarenboven was de overeengekomen vergoeding voor de R&D diensten die Galapagos nog zal leveren tot het einde van de Fase 2 van de klinische ontwikkeling ook opgenomen in de transactieprijs.
  • De transactieprijs werd toegewezen aan elk van de twee afzonderlijke resultaatsverbintenissen gebaseerd op ons oordeel over hun relatieve stand-alone verkoopsprijs, dit voor de R&D activiteiten en gebruik makende van de residuele benadering om de rest van de transactieprijs toe te wijzen aan de licentie. Opbrengsten worden op zeker moment erkend voor de transactieprijs toegewezen aan de transfer van de licentie daar we oordeelden dat de licentie het recht op gebruik van de intellectuele eigendom verleent aan Novartis. Voor de transactieprijs toegewezen aan de tweede resultaatsverbintenis, het verlenen van R&D diensten, worden opbrengsten erkend over de geschatte dienstperiode gebaseerd op een patroon die de overdracht van onze diensten tot het volledig voldoen aan deze resultaatsverbintenis weerspiegelt.
  • We hebben gebruikt gemaakt van een input model om de vereiste van de resultaatsverbintenis van de R&D diensten te meten dat het percentage van kosten voor dit programma die in elke periode gemaakt worden, in beschouwing neemt (percentage of completion methode).
  • Terugbetalingen van kosten ontvangen van Novartis zullen in opbrengst genomen worden bij het oplopen van de kosten en na akkoord van de partijen daar wij als opdrachtgever handelen in het kader van het leveren van de R&D activiteiten.

Seizoensgebondenheid

De impact van het seizoensgebonden of cyclische karakter van onze activiteiten wordt als niet van toepassing beschouwd in de niet-geauditeerde verkorte geconsolideerde tussentijdse cijfers.