3. Kritische boekhoudkundige ramingen en beoordelingen

Jaarrekening

Bij de toepassing van de grondslagen voor financiële verslaggeving, dienen wij oordelen, schattingen en veronderstellingen te maken over de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen op te maken zijn. De schattingen en hiermee verbonden veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en andere factoren die worden beschouwd relevant te zijn. De eigenlijke resultaten kunnen verschillen van deze ramingen.

Onze schattingen en veronderstellingen worden beoordeeld op permanente basis. Herzieningen van boekhoudkundige schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien, indien de herziening alleen voor die periode van toepassing is, en in de huidige en toekomstige perioden als de herziening zowel op de huidige als toekomstige perioden betrekking heeft.

Het opstellen van de jaarrekening conform IFRS verplicht het management beoordelingen en ramingen te maken en veronderstellingen te gebruiken die zowel de gerapporteerde bedragen van activa en passiva, toelichting van voorwaardelijke activa en passiva op de datum van de jaarrekening als gerapporteerde bedragen van opbrengsten en kosten in de loop van de verslagperiode beïnvloeden. De werkelijke resultaten kunnen verschillen van deze ramingen.

De volgende zijn kritische ramingen en beoordelingen die wij hebben gemaakt in het proces van de toepassing van de grondslagen voor financiële verslaggeving die het meest van invloed zijn op de cijfers erkend in de geconsolideerde jaarrekening die elders in dit jaarverslag zijn opgenomen.

Kritische boekhoudkundige beoordelingen

Omzeterkenning

Het evalueren van de criteria voor de erkenning van de omzet met betrekking tot ons onderzoek en ontwikkeling en onze samenwerkingsovereenkomsten vereist het oordeel van het management om ervoor te zorgen dat aan alle criteria voldaan werd vooraleer er enige omzet erkend wordt. In het bijzonder zijn dergelijke beoordelingen gemaakt met betrekking tot de bepaling van de aard van de transacties, of gelijktijdige transacties worden beschouwd als één of meer omzetgenererende transacties, de toewijzing van de contractuele prijs (upfront- en succesbetalingen in verband met een samenwerkingsovereenkomst) aan verschillende elementen opgenomen in een overeenkomst, en de vraag of de significante risico’s en voordelen zijn overgedragen aan de koper.

Samenwerkingsafspraken worden zorgvuldig beoordeeld om de aard van de risico’s en voordelen van de overeenkomst te begrijpen. Al onze omzetgenererende transacties werden onderworpen aan een dergelijke beoordeling door het management.

Kritische boekhoudkundige ramingen

Op aandelen gebaseerde vergoedingsplannen

Wij bepalen de kost van op aandelen gebaseerde vergoedingsplannen (warrantplannen) aan de hand van de reële waarde van het eigen vermogensinstrument op datum van uitgifte. Het inschatten van de reële waarde veronderstelt de keuze van het meest geschikte waarderingsmodel voor deze eigen vermogensinstrumenten, waarbij de kenmerken van de uitgifte een doorslaggevende invloed hebben. Dit veronderstelt ook de input in het waarderingsmodel van een aantal relevante beoordelingen, zoals de geschatte levensduur van de warrant en de volatiliteit. De beoordelingen en het model worden verder gespecificeerd in toelichting 29.

We bepalen de kost van het uitgestelde deel van het Senior Management Bonus Plan op basis van de reële waarde van de verplichting in elke rapporteringsperiode. Het inschatten van de reële waarde veronderstelt de keuze van het meest geschikte waarderingsmodel voor deze verplichting, waarin de kenmerken van het Senior Management Bonus Plan en de wijziging van de koers van het Galapagos aandeel ten opzichte van de Next Biotech Index een belangrijke rol spelen. Dit veronderstelt ook de input in het waarderingsmodel van een aantal relevante beoordelingen, zoals de simulatie van de evolutie van de koers van het Galapagos aandeel en de Next Biotech Index gebaseerd op hun volatiliteit en correlatie tot vervaldatum van de bonus, de discontovoeten van toepassing op het einde van de rapporteringsperiode, en de waarschijnlijkheid dat de begunstigden bij ons zullen blijven tot vervaldatum van de bonus.

Pensioenverplichtingen

De kost van een toegezegde-pensioenregeling wordt bepaald aan de hand van actuariële waarderingen. Een actuariële waardering veronderstelt het inschatten van discontovoeten, verwachte rendementen op activa, toekomstige salarisverhogingen, sterftecijfers en toekomstige pensioenverhogingen. Door het lange termijn karakter van deze pensioenplannen is de waardering ervan onderhevig aan belangrijke onzekerheden. Wij verwijzen voor bijkomende details naar toelichting 28.

Inkomstenbelastingen

Alertheid is nodig bij het bepalen van het gebruik van overgedragen fiscale verliezen. Uitgestelde belastingvorderingen die voortvloeien uit overgedragen fiscale verliezen of belastingkredieten worden alleen opgenomen in de mate dat er voldoende tijdelijke belastbare verschillen zijn of er overtuigend bewijs is dat voldoende fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee de overgedragen fiscale verliezen of ongebruikte belastingkredieten zullen kunnen verrekend worden. Het is het oordeel van het management dat zo’n overtuigend bewijs momenteel niet voldoende beschikbaar is, behalve voor twee dochterondernemingen die op een cost plus basis werken en voor onze fee-for-services business, en als zodanig hebben we een uitgestelde belastingvordering erkend.

Per 31 december 2017 hadden wij in het totaal ongeveer €338,6 miljoen aan statutaire overgedragen fiscale verliezen die voor onbepaalde tijd kunnen worden gecompenseerd met toekomstige belastbare statutaire winsten, met uitzondering van een bedrag van €16,8 miljoen in Zwitserland, Kroatië, de Verenigde Staten en Nederland met vervaldatum tussen 2018 en 2030. Op 31 december 2017 bedroegen de overgedragen beschikbare fiscale verliezen in België €262,1 miljoen.

Als vennootschap actief in onderzoek en ontwikkeling in België, verwachten we ook gebruik te maken van het systeem van aftrek van innovatie-inkomsten (IID) in België. Dit regime van aftrek van innovatie-inkomsten laat toe dat de nettowinst gerelateerd aan opbrengsten van o.a. gepatenteerde producten (of producten waarvoor de patentaanvraag lopende is) aan een lager tarief belast wordt dan andere opbrengsten, nl. 4,4% (3,75% vanaf 1 januari 2020). De beschikbare overgedragen IID bedroeg €87,2 miljoen per 31 december 2017. Men dient evenwel op te merken dat de hervorming van de Belgische vennootschapsbelasting toepasbaar vanaf aanslagjaar 2019 een de facto minimum belastbare basis heeft ingevoerd, waarbij de bestaande fiscale aftrekken moeten toegewezen worden aan 2 zogenaamde ‘korven’. Binnen de eerste korf kunnen alle aftrekken zonder enige beperking toegepast worden, voor de tweede korf gelden beperkingen op de aftrekken. De eerste korf omvat (in volgorde van aftrek) de niet-belastbare items (zoals aftrekbare giften), de definitief belaste inkomsten van het jaar (DBI), de oorspronkelijke aftrek voor octrooi-inkomsten (PID), de aftrek voor innovatie-inkomsten (IID) van het jaar en de investeringsaftrek. De tweede korf bestaat uit (in volgorde van aftrek en onderworpen aan de hieronder vermelde beperkingen) de notionele intrestaftrek van het jaar (NIA), de overgedragen aftrek voor DBI, de overgedragen IID, de aftrek van het overgedragen verlies, de aftrek van de onbeperkt overdraagbare NIA en de aftrek van de overgedragen NIA waarvan de overdracht beperkt is tot 7 jaar. De belastbare basis kan zonder beperking verminderd worden met de aftrekken van de eerste korf. De overgebleven belastbare basis kan voor maximaal €1 miljoen volledig gecompenseerd worden door de aftrekken van de tweede korf. Indien de overgebleven belastbare basis hoger is dan €1 miljoen, kan het deel van de overgebleven belastbare basis boven €1 miljoen slechts voor 70% afgezet worden tegenover de aftrekken van de tweede korf.