27. Mogelijke vorderingen en verplichtingen

Jaarrekening

Op 13 maart 2014 kondigden wij de ondertekening aan van een definitieve overeenkomst om de service divisie te verkopen aan Charles River Laboratories International, Inc., ofwel CRL, voor een totaalbedrag van maximaal €134 miljoen. CRL heeft ons hiervoor €129 miljoen in contanten betaald. Een bijkomende potentiële earn-out betaling van €5 miljoen bij het bereiken van een target-omzet 12 maanden na de transactie, werd niet behaald. Ongeveer 5% van de totale vergoeding, de prijsaanpassingen meegerekend, werd op een geblokkeerde rekening gestort. Vier claims werden door CRL ingediend, die allemaal werden afgewikkeld voor een totaalbedrag van €1,3 miljoen. Het resterend saldo van €6,6 miljoen op de geblokkeerde rekening werd volledig vrijgegeven na een definitieve overeenkomst tussen de partijen in het eerste kwartaal van 2017.

Na de verkoop bleven wij tot begin februari 2017 garant staan ten aanzien van huurverplichtingen voor bepaalde panden in het Verenigd Koninkrijk. Tot slot hebben wij, conform normale gebruiken, verklaringen en garanties gegeven die beperkt zijn in bedrag en in de tijd (sinds 1 april 2016 kan CRL enkel claims indienen onder de Tax Deed (voor een periode van 5 jaar), en andere claims kunnen niet meer ingediend worden).

In de loop van 2008 klaagde een voormalig directeur van één van onze dochterondernemingen deze dochteronderneming aan voor het onrechtmatig beëindigen van zijn contract en werd er een schadevergoeding van €1,5 miljoen gevorderd. Wij zijn van mening dat het bedrag van de gevorderde schadevergoeding onrealistisch hoog is. Op 29 januari 2016 heeft de rechtbank een uitspraak gedaan in eerste aanleg, waarbij alle vorderingen volledig werden verworpen. In beroep heeft de rechtbank van tweede aanleg aan de rechtbank van eerste aanleg opgedragen om een nieuw proces te voeren, dat momenteel hangende is. Een eerste hoorzitting vond plaats op 24 januari 2018, waarbij een verzoek tot financiële expertise werd ingediend door de eisende partij. De beslissing omtrent dit verzoek wordt in beraad gehouden en een volgende hoorzitting zal worden vastgelegd. Het is echter niet mogelijk om met enige zekerheid duiding te geven bij de timing van deze hoorzitting. Gelet op de huidige verweerelementen, alsook op het feit dat de rechtbank geen beslissing heeft genomen die erop wijst dat de vordering zal worden toegewezen, evalueerden onze raad van bestuur en het management het risico als gering tot mogelijk maar niet waarschijnlijk. Er werd dan ook besloten om geen voorziening op te nemen omdat het risico als beperkt werd ingeschat.