Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen
Contractuele verplichtingen
Wij hebben huurovereenkomsten aangegaan voor kantoren en laboratoria die in aanmerking komen als operationele leasing. Wij hebben ook bepaalde aankoopverplichtingen voornamelijk met 'CRO' onderaannemers.
Op 31 maart 2016 bezaten wij de volgende minimale huur- en aankoopverplichtingen, die vervallen als volgt:
(in duizenden €) |
Totaal |
Minder dan 1 jaar |
1–3 jaar |
3–5 jaar |
Meer dan 5 jaar |
Operationele lease verplichtingen |
29.271 |
3.902 |
|
5.458 |
13.156 |
Aankoopverplichtingen |
32.765 |
31.472 |
1.293 |
– |
– |
Totaal contractuele verplichtingen |
62.036 |
35.374 |
8.048 |
5.458 |
13.156 |
Mogelijke vorderingen en verplichtingen
Op 13 maart 2014 kondigden wij de ondertekening van een definitieve overeenkomst om de service divisie te verkopen aan Charles River Laboratories International, Inc. (de "Koper") aan voor een totaal bedrag van maximaal €134 miljoen. Charles River stemde in om ons onmiddellijk €129 miljoen in contanten te betalen. De mogelijke earn-out betaling van €5 miljoen bij het bereiken van een omzetdoelstelling 12 maanden na het sluiten van de transactie werd niet behaald.
Ongeveer 5% van de totale vergoeding, hierbij de prijsaanpassingen meegerekend, werd op een geblokkeerde rekening gestort. Tot op heden werden vier claims geïntroduceerd door de Koper, waarvan drie claims afgewikkeld werden voor een totaal bedrag van €1,0 miljoen. Eén claim wordt momenteel nog onderzocht. Een bedrag van €0,3 miljoen werd geprovisioneerd in maart 2015 op basis van een voorlopige inschatting van het risico. De vrijgave van de geblokkeerde rekening zal mogelijk zijn na een uiteindelijke overeenkomst tussen de partijen over de bedragen die ermee gemoeid zijn.
Na de verkoop zullen wij garant blijven staan voor een beperkte overgangsperiode ten aanzien van de leaseverplichtingen voor toekomstige huurbetalingen van toepassing op bepaalde panden in het Verenigd Koninkrijk voor een totaal bedrag van £4 miljoen. De Koper zal ons volledig vrijwaren tegen alle risico's gerelateerd aan deze leaseverplichting. Wij beoordeelden dit risico als zeer gering. Tot slot hebben wij, volgens de gebruikelijke gang van zaken, verklaringen en garanties gegeven die worden beperkt in bedrag en in de tijd (vanaf 1 april 2016 kan de koper enkel nog een claim indienen die onder de Tax Deed valt, andere claims kunnen niet meer ingediend worden).
In de loop van 2008 klaagde een voormalig directeur van één van de dochterondernemingen deze dochteronderneming aan voor het onrechtmatig beëindigen van zijn contract en werd er een schadevergoeding van €1,1 miljoen geclaimd. Wij zijn van mening dat het bedrag van de gevorderde schadevergoeding onrealistisch hoog is. In 2014 verzocht de rechtbank om een externe adviseur aan te stellen om het exacte bedrag van de schade te evalueren. Gezien de verweerelementen en de recente uitspraak in de rechtbank in ons voordeel, evalueerden onze Raad van Bestuur en het Management het risico als gering tot mogelijk maar niet waarschijnlijk. Daarom werd besloten om geen voorziening op te nemen in 2016 omdat het risico als beperkt wordt ingeschat.