Toelichting bij de niet-geauditeerde tussentijdse resultaten
Bedrijfsopbrengsten
Omzet
Onderstaande tabel vat de omzet voor de drie maanden beëindigd op 31 maart 2018 en 2017 samen:
|
Drie maanden eindigend op 31 maart |
|
(in duizenden €) |
2018 |
2017 |
Erkenning van niet-terugvorderbare upfront betalingen en licentievergoedingen |
25.824 |
15.225 |
Succesbetalingen |
8.809 |
16.564 |
Opbrengsten uit doorrekening van kosten |
192 |
104 |
Overige omzet |
3.081 |
2.099 |
Totale omzet |
37.907 |
33.992 |
De omzet (€37,9 miljoen ten opzichte van €34,0 miljoen in dezelfde periode vorig jaar) was hoger ten gevolge van een toename van de erkenning van de upfront betaling van Gilead inzake het filgotinib programma, welke erkend wordt in functie van de kosten opgelopen in dit programma, maar ook ten gevolge van de toepassing van IFRS 15 – Opbrengsten van contracten met klanten, op 1 januari 2018, waardoor in het eerste kwartaal van 2018 €10,4 miljoen over te dragen opbrengsten in omzet erkend werden, gerelateerd aan eerder onder voorheen toepasbare standaard IAS 18 erkende upfront- en succesbetalingen.
Onderstaande tabel vat de erkenning van de ontvangen upfront betalingen, licentievergoedingen en succesbetalingen voor de drie maanden beëindigd op 31 maart 2018 en 2017 samen.
|
|
|
|
IAS 18 |
|
IFRS 15 |
IFRS 15 |
IAS 18 |
IAS 18 |
IFRS 15 |
||
Overeenkomst |
Ontvangen vergoeding |
Ontvangen vergoeding |
Start samenwerking |
Uitstaand saldo van de over te dragen opbrengsten per 31 december 2017 |
Over te dragen opbrengst geherclassificeerd van eigen vermogen na toepassing van IFRS 15 |
Uitstaand saldo van de over te dragen opbrengsten per 1 januari 2018 |
Erkende omzet, drie maanden eindigend op 31 maart 2018 |
Erkende omzet, drie maanden eindigend op 31 maart 2018 |
Erkende omzet, drie maanden eindigend op 31 maart 2017 |
Uitstaand saldo van de over te dragen opbrengsten per 31 maart 2018 |
||
|
(in duizenden $) |
(in duizenden €) |
|
(in duizenden €) |
||||||||
|
||||||||||||
Gilead samenwerkingsovereenkomst voor filgotinib – Upfront betaling |
300.000 |
275.558 |
januari 2016 |
187.449 |
|
187.449 |
20.914 |
20.914 |
13.337 |
166.535 |
||
Gilead samenwerkingsovereenkomst voor filgotinib – Share subscription agreement(1) |
N.A. |
39.003 |
januari 2016 |
26.532 |
|
26.532 |
2.960 |
2.960 |
1.888 |
23.572 |
||
Servier samenwerkingsovereenkomst voor artose – Licentievergoedingen |
N.A. |
6.000 |
juni 2010 |
5.362 |
(5.362) |
– |
|
383 |
|
– |
||
AbbVie samenwerkingsovereenkomst voor CF – Upfront betalingen |
45.000 |
34.001 |
september 2013 |
|
14.872 |
14.872 |
1.950 |
|
|
12.922 |
||
Totaal upfront en licentievergoedingen: |
|
219.343 |
9.510 |
228.853 |
25.824 |
24.257 |
15.225 |
203.028 |
||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Gilead samenwerkingsovereenkomst voor filgotinib – Succesbetalingen |
70.000 |
64.435 |
januari 2016 |
|
43.832 |
43.832 |
4.891 |
|
|
38.941 |
||
AbbVie samenwerkingsovereenkomst voor CF – Succesbetalingen |
77.500 |
68.310 |
september 2013 |
|
29.878 |
29.878 |
3.918 |
|
16.564 |
25.960 |
||
Totaal succesbetalingen: |
|
|
– |
73.710 |
73.710 |
8.809 |
– |
16.564 |
64.901 |
|||
Totaal: |
|
|
219.343 |
83.220 |
302.563 |
34.633 |
24.257 |
31.789 |
267.929 |
De eerste toepassing van IFRS 15 Opbrengsten van contracten met klanten had een negatief effect op het overgedragen verlies van €83,2 miljoen en verhoogde de over te dragen opbrengsten (contractuele schulden) voor hetzelfde bedrag, zoals voorgesteld in bovenstaande tabel (kolom “Over te dragen opbrengst geherclassificeerd van eigen vermogen na toepassing van IFRS 15”). Voor de overgang kozen we voor de gewijzigde retrospectieve methode, die specifieert dat de cijfers van vorige periode gerapporteerd blijven volgens de vorige standaard en dat het cumulatief effect van de toepassing van IFRS 15 erkend wordt als een aanpassing van de openingsbalans van het eigen vermogen op de datum van de eerste toepassing (begin van het boekjaar 2018).
De omzet erkend in de drie maanden eindigend op 31 maart 2018 wordt in bovenstaande tabel weergegeven zowel volgens de IFRS 15 standaard als volgens de IAS 18 standaard, met een vergelijking met de periode van vorig jaar volgens de IAS 18 standaard.
We hebben het vijf stappen model gedetailleerd in de IFRS 15 standaard doorlopen om te bepalen wanneer, hoe en voor welk bedrag opbrengsten moeten erkend worden afhankelijk of aan bepaalde criteria werd voldaan. De belangrijkste beoordelingen gemaakt bij de toepassing van deze standaard, worden hieronder toegelicht:
De essentie van onze huidige overeenkomsten is dat Galapagos haar IP licenseert aan samenwerkingspartners en onderzoeks- en ontwikkelingsdiensten (R&D) verleent. Deze activiteiten resulteren in een dienst als eindproduct van Galapagos’ bedrijfsactiviteiten. In het kader van een aantal van deze overeenkomsten genereren wij opbrengsten zoals licentievergoedingen, succesbetalingen, opbrengsten uit de doorrekening van kosten, en succesbetalingen en royalty’s gebaseerd op toekomstige verkopen. We zijn van mening dat de opbrengsten van onze huidige belangrijke licentie- en samenwerkingsovereenkomsten in het toepassingsgebied van IFRS 15 vallen.
Samenwerking met Gilead
We kwamen tot het volgende besluit:
- We oordeelden dat er een unieke resultaatsverbintenis is onder de nieuwe standaarden van IFRS 15; de transfer van een licentie gecombineerd met het leveren van R&D diensten. Dit omdat we van mening zijn dat de licentie in de context van het contract niet op zich staat.
- De transactieprijs van onze overeenkomst bestaat thans uit een vast deel, zijnde de upfront licentievergoeding, en een variabel deel, zijnde de succesbetalingen en terugbetaling van kosten voor geleverde R&D diensten. Succesbetalingen worden enkel in opbrengst opgenomen als ze behaald zijn. Op verkopen gebaseerde succesbetalingen en – royalty’s maken deel uit van onze overeenkomst maar worden nog niet in onze opbrengsten opgenomen daar ons programma zich nog steeds in ontwikkelingsfase 3 bevindt.
- De transactieprijs werd toegewezen aan de unieke resultaatsverbintenis en opbrengsten werden erkend over de geschatte periode van betrokkenheid gebaseerd op een patroon die de overdracht van de licentie en de vooruitgang in het volledig verlenen van R&D diensten weerspiegelt. Dit omdat we van mening zijn dat er een transformerende relatie is tussen de licentie en de te verlenen R&D diensten.
- We hebben gebruikt gemaakt van een input model om de vereiste van een unieke resultaatsverbintenis te meten dat het percentage van kosten voor dit programma die in elke periode gemaakt worden, in beschouwing neemt (percentage of completion methode).
- Terugbetalingen van kosten ontvangen van Gilead moeten in opbrengst genomen worden bij het oplopen van de kosten en na akkoord van de partijen daar wij als opdrachtgever handelen in het kader van ons aandeel in de R&D activiteiten in onze lopende licentie- en samenwerkingsovereenkomsten.
Als gevolg van deze analyse werd onder IFRS 15 in de eerste drie maanden van 2018 €28,8 miljoen van de over te dragen opbrengst gerelateerd aan de samenwerkingsovereenkomst met Gilead in omzet opgenomen op basis van de opgelopen kosten, volgens de percentage of completion methode. Deze erkenning als opbrengst bestond uit (i) €20,9 miljoen gerelateerd aan de upfront licentievergoeding, (ii) €3,0 miljoen gerelateerd aan de over te dragen opbrengst erkend naar aanleiding van de boekhoudkundige verwerking van de share subscription agreement volgens IAS 39 Financiële Instrumenten : opname en waardering, en (iii) €4,9 miljoen gerelateerd aan ontvangen succesbetalingen. Het uitstaand saldo van over te dragen opbrengsten inzake de samenwerkingsovereenkomst met Gilead bedroeg €229,0 miljoen op einde maart 2018, waarvan €83,9 miljoen werd opgenomen als lange termijn over te dragen opbrengst.
Zoals voorgesteld in bovenstaande tabel, was de impact van de toepassing van IFRS 15 op onze opbrengsten verkregen door onze samenwerking met Gilead enkel gerelateerd aan het overdragen van eerder erkende succesbetalingen.
Samenwerking met AbbVie
We kwamen tot het volgende besluit:
- We oordeelden dat er een unieke resultaatsverbintenis is onder de nieuwe standaarden van IFRS 15; de transfer van een licentie gecombineerd met het leveren van R&D diensten. Dit omdat we van mening zijn dat de licentie niet op zich kan staan en in de context van het contract niet op zich staat.
- De transactieprijs van onze overeenkomst bestaat thans uit een vast deel, zijnde de upfront licentievergoeding, een variabel deel zijnde de succesbetalingen en terugbetaling van kosten voor geleverde R&D diensten. Succesbetalingen worden enkel in opbrengst opgenomen als ze behaald zijn. Op verkopen gebaseerde succesbetalingen en – royalty’s maken deel uit van onze overeenkomst maar worden nog niet in onze opbrengsten opgenomen daar ons programma zich nog steeds in ontwikkelingsfases 1&2 bevindt.
- De transactieprijs werd toegewezen aan de unieke resultaatsverbintenis en opbrengsten werden erkend over de geschatte periode van betrokkenheid gebaseerd op een patroon die de overdracht van de licentie en de vooruitgang in het volledig verlenen van R&D diensten weerspiegelt. Dit omdat we van mening zijn dat er een transformerende relatie is tussen de licentie en de te verlenen R&D diensten.
- We hebben gebruikt gemaakt van een input model om de vereiste van een unieke resultaatsverbintenis te meten dat het percentage van kosten voor dit programma die in elke periode gemaakt worden, in beschouwing neemt (percentage of completion methode).
- Terugbetalingen van kosten ontvangen van AbbVie zouden in opbrengst kunnen genomen worden bij het oplopen van de kosten en na akkoord van de partijen daar wij als opdrachtgever handelen in het kader van ons aandeel in de R&D activiteiten in onze lopende licentie- en samenwerkingsovereenkomsten.
Als gevolg van deze analyse werd onder IFRS 15 in de eerste drie maanden van 2018 €5,9 miljoen van de over te dragen opbrengst gerelateerd aan de samenwerkingsovereenkomst met AbbVie in omzet opgenomen op basis van de opgelopen kosten, volgens de percentage of completion methode. Deze erkenning als opbrengst bestond uit (i) €2,0 miljoen gerelateerd aan de upfront licentievergoeding, (ii) €3,9 miljoen gerelateerd aan succesbetalingen ontvangen in voorgaande jaren. Het uitstaand saldo van over te dragen opbrengsten inzake de samenwerkingsovereenkomst met AbbVie bedroeg €38,9 miljoen op einde maart 2018, waarvan €18,6 miljoen werd opgenomen als lange termijn over te dragen opbrengst.
Zoals voorgesteld in bovenstaande tabel, was de impact van de toepassing van IFRS 15 op onze opbrengsten verkregen door onze samenwerking met AbbVie gerelateerd aan het overdragen van eerder erkende upfront- en succesbetalingen.
Tenslotte werd de over te dragen opbrengst per 31 december 2017 gerelateerd aan de licentievergoeding ontvangen van Servier in het kader van onze licentie- en samenwerkingsovereenkomst op het gebied van artrose (€5,4 miljoen), volledig opgenomen in eigen vermogen als gevolg van de toepassing van de nieuwe standaard.
Overige omzet
Overige omzet bestond voornamelijk uit service opbrengsten van onze fee-for-service activiteit voor een bedrag van €3,0 miljoen, zoals weergegeven in onderstaande toelichting inzake segmentrapportering.
Overige opbrengsten
Onderstaande tabel vat de overige opbrengsten voor de drie maanden beëindigd op 31 maart 2018 en 2017 samen:
|
Drie maanden eindigend op 31 maart |
|
(in duizenden €) |
2018 |
2017 |
Opbrengsten uit subsidies |
549 |
293 |
Overige opbrengsten |
6.382 |
5.578 |
Totaal overige opbrengsten |
6.931 |
5.871 |
Overige opbrengsten (€6,9 miljoen ten opzichte van €5,9 miljoen vorig jaar) stegen in de eerste drie maanden van 2018, voornamelijk ten gevolge van hogere opbrengsten met betrekking tot ondersteuning van onderzoek en ontwikkeling.
Resultaten
We behaalden een netto verlies van €37,3 miljoen in de eerste drie maanden van 2018, ten opzichte van een nettoverlies van €13,6 miljoen in de eerste drie maanden van 2017.
We behaalden een bedrijfsverlies van €32,0 miljoen in de eerste drie maanden van 2018, in vergelijking met een bedrijfsverlies van €11,2 miljoen in dezelfde periode vorig jaar.
Kosten voor onderzoek en ontwikkeling in de eerste drie maanden van 2018 bedroegen €69,8 miljoen, vergeleken met €44,9 miljoen in 2017. Deze geplande toename was hoofdzakelijk toe te schrijven aan een toename van €20,4 miljoen in kosten voor onderaanneming voornamelijk in het kader van onze filgotinib en GLPG1690 programma’s. Tevens stegen onze personeelskosten ten gevolge van een gepland hoger aantal personeelsleden.
Algemene en administratieve kosten en verkoop- en marketingkosten bedroegen €7,1 miljoen in het eerste kwartaal van 2018, ten opzichte van €6,2 miljoen in het eerste kwartaal van 2017. Deze toename was hoofdzakelijk toe te schrijven aan hogere personeelskosten als gevolg van een geplande toename van het aantal personeelsleden.
De netto financiële kosten in de eerste drie maanden van 2018 bedroegen €5,2 miljoen in vergelijking met netto financiële kosten van €2,4 miljoen in 2017; deze bestonden voornamelijk uit een niet-gerealiseerd wisselkoersverlies van €5,6 miljoen op onze USD kaspositie. We verwachten onze cash in USD te gebruiken om onze toekomstige schulden in USD te betalen, die hoofdzakelijk zullen voortkomen uit onze wereldwijde samenwerking met Gilead voor de ontwikkeling van filgotinib.
Segment informatie
We hebben twee rapporteerbare segmenten: R&D en onze fee-for-service activiteit Fidelta, gevestigd in Kroatië.
|
Segment informatie – drie maanden eindigend op 31 maart 2018 |
|||||||
(in duizenden €) |
R&D |
Fee-for-services |
Inter-segment eliminatie |
Groep |
||||
|
||||||||
Externe omzet |
34.888 |
3.019 |
|
37.907 |
||||
Interne omzet |
|
2.175 |
(2.175) |
– |
||||
Overige opbrengsten |
6.931 |
– |
|
6.931 |
||||
Bedrijfsopbrengsten |
41.819 |
5.194 |
(2.175) |
44.838 |
||||
|
|
|
|
|
||||
Segment resultaat |
(29.424) |
1.330 |
|
(28.093) |
||||
Niet toewijsbare kosten(1) |
|
|
|
(3.943) |
||||
Bedrijfsverlies |
|
|
|
(32.036) |
||||
Financiële (kosten)/opbrengsten(2) |
|
|
|
(5.184) |
||||
Resultaat voor belastingen |
|
|
|
(37.221) |
||||
Belastingen(2) |
|
|
|
(62) |
||||
Nettoverlies |
|
|
|
(37.283) |
|
Segment informatie – drie maanden eindigend op 31 maart 2017 |
|||||||
(in duizenden €) |
R&D |
Fee-for-services |
Inter-segment eliminatie |
Groep |
||||
|
||||||||
Externe omzet |
31.950 |
2.042 |
|
33.992 |
||||
Interne omzet |
|
1.005 |
(1.005) |
– |
||||
Overige opbrengsten |
5.859 |
12 |
|
5.871 |
||||
Bedrijfsopbrengsten |
37.809 |
3.059 |
(1.005) |
39.863 |
||||
|
|
|
|
|
||||
Segment resultaat |
(7.745) |
(457) |
|
(8.202) |
||||
Niet toewijsbare kosten(1) |
|
|
|
(3.023) |
||||
Bedrijfsverlies |
|
|
|
(11.225) |
||||
Financiële (kosten)/opbrengsten(2) |
|
|
|
(2.380) |
||||
Resultaat voor belastingen |
|
|
|
(13.605) |
||||
Belastingen(2) |
|
|
|
– |
||||
Nettoverlies |
|
|
|
(13.605) |
De manier van verwerking van elke transactie tussen gerapporteerde segmenten is consistent met de waarderingsregels en met de transacties met derden.
Kaspositie
Geldmiddelen en kasequivalenten bedroegen €1.108,2 miljoen op 31 maart 2018.
Een netto afname van €43,0 miljoen in geldmiddelen en kasequivalenten werd gerapporteerd in de eerste drie maanden van 2018, vergeleken met een netto afname van €19,9 miljoen in dezelfde periode vorig jaar. Netto kasstromen gebruikt in bedrijfsactiviteiten bedroegen €39,8 miljoen in het eerste kwartaal van 2018. Kasstromen uit financieringsactiviteiten genereerden €3,9 miljoen in het eerste kwartaal van 2018, door de uitoefening van warrants. Verder werd €1,5 miljoen gebruikt bij investeringsactiviteiten en werd er een niet gerealiseerd wisselkoersverlies van €5,6 miljoen op de geldmiddelen en kasequivalenten gerapporteerd.
Geldmiddelen en kasequivalenten bedroegen €1.108,2 miljoen op einde maart 2018 en bestonden uit geld in kas of bij banken, korte termijn bankdeposito’s en money market fondsen die onmiddellijk kunnen worden omgezet in contanten, en die onderhevig zijn aan een verwaarloosbaar risico op waardeschommelingen. Onze cash management strategie laat toe korte termijn deposito’s te gebruiken met een oorspronkelijke looptijd van meer dan 3 maanden, tesamen met het monitoren van alle liquiditeitsaspecten. Geldmiddelen en kasequivalenten bevatten €662,4 miljoen aan termijndeposito’s met een oorspronkelijke looptijd van meer dan 3 maanden, maar die opvraagbaar zijn maximum 1 maand na kennisgeving. Cash bij banken bestonden voornamelijk uit zicht- en spaarrekeningen. Ter beperking van het kredietrisico worden alleen banken en kredietinstellingen met een hoge rating geaccepteerd. Totale cash belegd in zeer liquide money market fondsen bedroeg €149,6 miljoen; deze belegging beantwoordt zowel aan de korte termijn cash vereiste als aan de beperking van het risico van de tegenpartij.
|
31 maart |
31 december |
(in duizenden €) |
2018 |
2017 |
Geld bij banken |
296.226 |
288.052 |
Termijndeposito’s |
662.355 |
713.446 |
Money market fondsen |
149.602 |
149.711 |
Contanten in kas |
3 |
3 |
Totaal geldmiddelen en kasequivalenten |
1.108.186 |
1.151.211 |
Op 31 maart 2018 bevatten onze geldmiddelen en kasequivalenten $247,4 miljoen in USD die wisselkoerswinsten of verliezen in ons financieel resultaat kunnen veroorzaken onder invloed van EUR/ USD wisselkoersfluctuaties, gezien onze functionele munteenheid EUR is. We verwachten onze cash in USD te gebruiken om onze toekomstige schulden in USD te betalen, die hoofdzakelijk zullen voortkomen uit onze wereldwijde samenwerking met Gilead voor de ontwikkeling van filgotinib.
Tenslotte vermeldde onze balans per 31 maart 2018 nog een vordering op de Franse overheid (Crédit d’Impôt Recherche) voor een bedrag van €39,1 miljoen, te ontvangen in vier jaarlijkse schijven. Onze balans per 31 maart 2018 vermeldde ook nog een vordering op de Belgische overheid inzake R&D steunmaatregelen voor een bedrag van €41,7 miljoen.
Kapitaalverhoging
Op 31 maart 2018 werd het totaal aandelenkapitaal van Galapagos NV vertegenwoordigd door 51.234.962 aandelen. Al deze aandelen waren geplaatst, volledig volstort en van dezelfde klasse. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de kapitaalverhogingen tijdens het eerste kwartaal van 2018.
(in duizenden €, uitgezonderd aandelengegevens) |
Aantal |
Aandelenkapitaal |
Uitgiftepremies |
Aandelenkapitaal en uitgiftepremies |
Gemiddelde uitoefenprijs warrants |
Slotkoers op datum van kapitaalverhoging |
Op 1 januari 2018 |
50.936.778 |
233.414 |
993.025 |
1.226.439 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
20 maart 2018: uitoefening van warrants |
298.184 |
1.613 |
2.311 |
3.924 |
13,16 |
83,72 |
|
|
|
|
|
|
|
Op 31 maart 2018 |
51.234.962 |
235.027 |
995.336 |
1.230.363 |
|
|