Het verhaal van Katja

‘Als je het niet probeert, weet je het ook niet’

Katja Conrath (photo)
Katja Conrath

is verantwoordelijk voor het ontdekken en ontwikkelen van nieuwe CF-medicijnen

Katja Conrath (42), moeder van een zoon (4) en een dochter (8) wilde ooit ruimtevaart studeren. Uiteindelijk ruilde ze het oneindig grote voor het microscopisch kleine en werkt ze nu bijna tien jaar bij Galapagos. Katja was verantwoordelijk voor de ontdekking en ontwikkeling van de verschillende kandidaatmedicijnen voor de behandeling van CF.

“Een wetenschapper stelt vragen, is oplossingsgericht, wil continue blijven leren. En geeft niet op. Ik ben geen uitvinder; ik ben een oplosser. Er is altijd een beginpunt, zoals een assay waarin het ziektebeeld is nagebootst. Ik vind het leuk om het proces van alle kanten te bekijken, en nieuwe manieren te ontdekken om de functie of activiteit te analyseren en te meten. De biologie van eiwitten en cellen is een zeer uitdagend onderzoeksgebied en de extra laag complexiteit die ziekte met zich meebrengt, maakt het voor mij een zeer boeiend vakgebied. CF is in dit opzicht een goed voorbeeld. Ik haal veel voldoening uit het proberen te achterhalen welk defect aan deze ziekte ten grondslag ligt om hier vervolgens iets aan te kunnen doen. Het begrijpen en veranderen van de celassays, het zoeken naar alternatieven, het kritisch kijken naar gegevens, heeft ons geholpen zover te komen met CF.

Bij Galapagos zijn we zeer betrokken bij ons werk. Misschien komt dat omdat je echt het verschil kunt maken.

De laatste paar jaren is naast de wetenschap ook samenwerken met andere onderzoekers en bedrijven een belangrijk onderdeel van mijn werk geweest. Bij Galapagos is ons motto: ‘We gaan ervoor!’. We proberen voortdurend nieuwe routes uit; als je het niet probeert, weet je het ook niet. Binnen die context was het een uitdaging om de gewenste resultaten binnen de gestelde tijdspanne op te leveren, en om ons team te leiden in plaats van onderdeel ervan uit te maken.

Wat we bij Galapagos met elkaar delen, is dat we zeer betrokken zijn bij ons werk. Misschien komt dat omdat je echt het verschil kunt maken. Je krijgt als wetenschapper veel verantwoordelijkheid, doe wat je wilt, niemand houdt je tegen; er zijn veel mogelijkheden om bij te leren en je te ontwikkelen. Zo rolde ik eigenlijk bij toeval in het CF-project. Stap voor stap heb ik het aangepakt, wel voortdurend met het vizier op de gestelde tijdslijn. Er is nog steeds werk aan de winkel om onze moleculen en de moleculaire effecten van de ziekte volledig te doorgronden, maar we zijn al een heel eind gekomen.”