Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen

Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen

Contractuele verplichtingen

Wij hebben huurovereenkomsten aangegaan voor kantoren en laboratoria die in aanmerking komen als operationele leasing. Wij hebben ook bepaalde aankoopverplichtingen, voornamelijk met ‘CRO’ onderaannemers.

Op 30 september 2017 bezaten wij de volgende minimale huur- en aankoopverplichtingen, die vervallen als volgt:

(in duizenden €)

Totaal

Minder dan 1 jaar

1–3 jaar

3–5 jaar

Meer dan 5 jaar

Operationele lease verplichtingen

27.523

4.183

8.030

6.159

9.152

Aankoopverplichtingen

36.722

32.649

2.576

1.497

Totaal contractuele verplichtingen

64.245

36.832

10.606

7.655

9.152

Op 31 december 2016 bezaten wij de volgende minimale huur- en aankoopverplichtingen, die vervallen als volgt:

(in duizenden €)

Totaal

Minder dan 1 jaar

1–3 jaar

3–5 jaar

Meer dan 5 jaar

Operationele lease verplichtingen

27.263

4.114

6.494

5.504

11.151

Aankoopverplichtingen

27.579

27.084

495

Totaal contractuele verplichtingen

54.842

31.198

6.989

5.504

11.151

Mogelijke vorderingen en verplichtingen

Op 13 maart 2014 kondigden wij de ondertekening van een definitieve overeenkomst om de service divisie te verkopen aan Charles River Laboratories International, Inc. ( CRL) aan voor een totaal bedrag van maximaal €134 miljoen. CRL stemde in om ons onmiddellijk €129 miljoen in contanten te betalen. De mogelijke earn-out betaling van €5 miljoen bij het bereiken van een omzetdoelstelling 12 maanden na het sluiten van de transactie werd niet behaald. Ongeveer 5% van de totale vergoeding, hierbij de prijsaanpassingen meegerekend, werd op een geblokkeerde rekening gestort. Vier claims werden geïntroduceerd door CRL, welke allemaal werden afgewikkeld voor een totaal bedrag van €1,3 miljoen. In het eerste kwartaal van 2017 werd het resterend saldo van €6,6 miljoen op de geblokkeerde rekening volledig vrijgegeven na een definitieve overeenkomst tussen de partijen.

Na de verkoop bleven wij tot begin februari 2017 garant staan voor huurverplichtingen voor bepaalde panden in het Verenigd Koninkrijk. Tot slot hebben wij, naar normale gebruiken, verklaringen en garanties gegeven die beperkt zijn in bedrag en in de tijd (vanaf 1 april 2016 kan CRL enkel nog een claim indienen die onder de Tax Deed valt (gedurende een periode van 5 jaar), en andere claims kunnen niet meer ingediend worden).

In de loop van 2008 klaagde een voormalig directeur van één van onze dochterondernemingen deze dochteronderneming aan voor het onrechtmatig beëindigen van zijn contract en wordt er een schadevergoeding van €1,5 miljoen geclaimd. Wij zijn van mening dat het bedrag van de gevorderde schadevergoeding onrealistisch hoog is. In 2014 heeft de rechtbank een externe deskundige aangesteld om het exacte bedrag van de schade te evalueren. Op 29 januari 2016 heeft de rechtbank een uitspraak gedaan in eerste aanleg, waarbij alle vorderingen volledig werden afgewezen. In beroep heeft de rechtbank van tweede aanleg aan de rechtbank van eerste aanleg opgedragen om een nieuw proces te voeren, dat momenteel hangende is. Een eerste hoorzitting, initieel gepland op 12 juli 2017, werd voor onbepaalde tijd uitgesteld. We hebben recent een verzoekschrift ingediend om de procedure op een vlotte manier te kunnen afhandelen, gezien de waarde van de gevorderde schadevergoeding, de lange looptijd van het geschil en de looptijd van de nieuwe processen. Gezien de verweerelementen, alsook het feit dat de rechtbank geen beslissing heeft genomen die erop wijst dat de vordering zal worden toegewezen, evalueerden onze raad van bestuur en het management het risico als gering tot mogelijk maar niet waarschijnlijk. Er werd dan ook besloten om geen voorziening op te nemen omdat het risico als beperkt werd ingeschat.