Bekijk hier de voorgaande verslagen:

3. Significante waarderingsregels

Onze belangrijkste waarderingsregels worden hieronder uiteengezet.

Voorstellingsbasis en de continuïteitsveronderstelling

De geconsolideerde rekening is opgemaakt in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals goedgekeurd door de EU. De geconsolideerde jaarrekening verschaft een algemeen overzicht van onze activiteiten en de behaalde resultaten. Zij geeft een getrouw en correct beeld van onze financiële toestand, onze financiële prestaties en onze kasstromen, op basis van continuïteit.

Nieuwe standaarden en interpretaties toepasbaar voor het boekjaar beginnend op 1 januari 2021

Nieuwe standaarden en interpretaties toepasbaar voor het boekjaar beginnend op 1 januari 2021 hadden geen materiële impact op onze geconsolideerde financiële cijfers.

Nieuwe standaarden en interpretaties van toepassing voor het boekjaar beginnend op 1 januari 2022

Nieuwe standaarden en interpretaties van toepassing voor het boekjaar beginnend op 1 januari 2022 hadden geen materiële impact op onze geconsolideerde financiële cijfers.

Standaarden en interpretaties gepubliceerd, maar nog niet van toepassing voor het boekjaar beginnend op 1 januari 2022

Een aantal nieuwe standaarden zijn toepasbaar voor boekjaren beginnend op of na 1 januari 2023, een vervroegde toepassing is toegelaten. Wij hebben echter bij het opmaken van ons geconsolideerd financieel verslag geen nieuwe of toegevoegde standaarden vervroegd toegepast. We zijn momenteel bezig met de beoordeling van de impact van deze nieuwe en gewijzigde standaarden die nog niet van toepassing zijn, maar verwachten dat, van de standaarden die nog niet toepasbaar zijn, geen standaard een wezenlijke impact zal hebben op onze financiële cijfers in de periode van eerste toepassing.

De volgende wijzigingen zijn van toepassing voor het boekjaar dat begint op 1 januari 2023:

  • Toelichting met betrekking tot waarderingsregels (Wijzigingen in IAS 1 en IFRS Praktijkverklaring 2);
  • Definitie van boekhoudkundige schattingen (Wijzigingen in IAS 8); 
  • Uitgestelde belastingen met betrekking tot activa en passiva die voortvloeien uit één enkele transactie (Wijzigingen in IAS 12); en
  • IFRS 17 Verzekeringscontracten en wijzigingen in IFRS 17.

De volgende wijzigingen zijn van toepassing voor het boekjaar dat begint op 1 januari 2024:

  • Verplichtingen in een sale en leaseback (Wijzigingen in IFRS 16);
  • Classificatie van schulden als kortlopend of langlopend (Wijzigingen in IAS 1);
  • Langlopende schulden met covenanten (Wijzigingen in IAS 1).

Geconsolideerde rapportering

De geconsolideerde jaarrekening bevat de jaarrekening van Galapagos NV en de entiteiten die door Galapagos NV worden gecontroleerd (de dochterondernemingen). Controle wordt bereikt waar Galapagos NV de macht heeft om de relevante activiteiten van een andere entiteit te sturen met het doel voordeel uit haar activiteiten te verkrijgen. De resultaten van dochterondernemingen zijn opgenomen in de geconsolideerde resultatenrekening en het totaalresultaat vanaf de dag van de daadwerkelijke overname tot aan de dag waarop er niet langer zeggenschap is. Waar nodig zijn aanpassingen aan de jaarrekening van dochterondernemingen gemaakt om ervoor te zorgen dat de waarderingsregels in lijn zijn met onze waarderingsregels. Alle intragroepstransacties, -saldi en intragroepsopbrengsten en -kosten werden bij de opmaak van de geconsolideerde jaarrekening geëlimineerd.

Bedrijfscombinaties

Bedrijfscombinaties worden verwerkt volgens de overnamemethode. In de balans worden de identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen van de overgenomen partij oorspronkelijk gewaardeerd aan hun reële waarde op de datum van overname. De resultaten van de overgenomen activiteiten worden opgenomen in onze geconsolideerde resultatenrekening vanaf de datum waarop we de controle verkregen. Door ons over te dragen voorwaardelijke vergoedingen worden gewaardeerd aan de reële waarde op de dag van de overname. Latere wijzigingen in de reële waarde van de voorwaardelijke vergoedingen, die als een activa of een verplichting wordt beschouwd, worden in resultaat genomen. Het verschil tussen de reële waarde van de totale overgedragen vergoeding en de reële waarde van de verworven activa en overgenomen verplichtingen wordt geboekt als goodwill. De waarderingen ter onderbouwing van reële waardebepalingen zijn gebaseerd op informatie beschikbaar op de overnamedatum. De acquisitiekosten worden in resultaat genomen bij het oplopen van de kosten.

Door ons betaalde of te betalen voorwaardelijke vergoedingen aan de vorige eigenaars van de aangekochte entiteiten, die nog steeds door ons tewerkgesteld zijn, maar welke vergoedingen automatisch zouden vervallen (of terugbetaalbaar worden) na beëindiging van tewerkstelling voor een bepaalde datum, worden op de gepaste lijn in onze geconsolideerde resultatenrekening opgenomen als remuneratie voor diensten na acquisitie. Deze in geldmiddelen afgewikkelde voorwaardelijke bedragen worden erkend in overeenstemming met IAS 19 en worden op de balans opgenomen op de lijnen “overige langlopende/vlottende activa” en “overige langlopende/handels- en overige schulden”, afhankelijk van het moment van betaling door ons.

Goodwill

Goodwill wordt oorspronkelijk bepaald als het surplus van de totale getransfereerde overnameprijs en de reële waarde van de aangekochte activa en aangegane verplichtingen. Vervolgens wordt goodwill gewaardeerd aan kostprijs min bijzondere waardeverminderingen, en wordt minstens jaarlijks getest op bijzondere waardeverminderingen op het niveau van de kasstroomgenererende eenheid waaraan het werd toegewezen. Elke bijzondere waardevermindering wordt voorgesteld op de lijn “overige bedrijfsopbrengsten/kosten” in onze geconsolideerde resultatenrekening.

Immateriële vaste activa andere dan goodwill

Kosten gemaakt in het kader van onderzoeksactiviteiten worden opgenomen in de resultatenrekening in de periode waarin de kosten zich voordoen.

Intern gegenereerde immateriële vaste activa die voortvloeien uit onze ontwikkelingsactiviteiten worden alleen als actief opgenomen als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  • Het is technisch mogelijk om de immateriële activa af te werken, zodat ze beschikbaar zijn voor gebruik of verkoop;
  • Wij hebben de intentie de immateriële activa verder af te werken en te gebruiken of te verkopen;
  • Er is mogelijkheid tot gebruik of verkoop van de immateriële activa;
  • De immateriële activa zullen waarschijnlijk toekomstige economische voordelen genereren, of het bestaan van een markt aantonen;
  • Adequate technische, financiële en overige middelen zijn beschikbaar om de ontwikkeling te beëindigen;
  • De uitgaven toewijsbaar aan de ontwikkeling van deze immateriële vaste activa kunnen op een betrouwbare manier bepaald worden.

(i) Intern ontwikkelde immateriële vaste activa

Het bedrag dat wordt geactiveerd op de balans als intern ontwikkelde immateriële vaste activa is het totaal van de opgelopen ontwikkelingskosten vanaf de datum dat het actiefbestanddeel aan de voorwaarden hierboven beschreven voldoet. Als gevolg van de risico’s en onzekerheden inherent aan de regelgevende instanties en van het ontwikkelingsproces zelf, was het management van oordeel dat er niet voldaan is aan de voorwaarden voor activering tot we goedkeuring ontvangen van de bevoegde instanties.

Op dit moment erkennen we alle ontwikkelingskosten als kost in de periode waarin ze werden opgelopen, zelfs voor goedgekeurde producten daar ze geen afzonderlijk identificeerbaar bijkomend toekomstig economisch voordeel opleveren dat op een betrouwbare wijze kan gemeten worden.

(ii) Licenties, rechten, technologie en onderzoek en ontwikkeling in uitvoering

Onderzoek en ontwikkeling in uitvoering verworven door licentie-overeenkomsten, bedrijfscombinaties, samenwerkingsakkoorden of aparte overnames worden als immaterieel vast actief opgenomen indien ze apart identificeerbaar zijn, door ons gecontroleerd worden en economisch voordeel kunnen genereren. Daar voor afzonderlijk verworven onderzoeks- en ontwikkelingsactiva er altijd beschouwd wordt dat er aan het waarschijnlijkheidscriterium onder IAS 38 voldaan is, worden upfront- en succesbetalingen aan derden voor producten of kandidaatmedicijnen waarvoor nog geen goedkeuring ontvangen is erkend als immateriële vaste activa. We beschouwen deze immateriële vaste activa nog niet beschikbaar voor gebruik tot het moment dat het onderliggend actief is goedgekeurd en commercieel gelanceerd is. Vanaf goedkeuring voor commercialisatie van het onderliggend actief worden afschrijvingen geboekt en het actief zal afgeschreven worden over zijn bruikbare levensduur.

Immateriële vaste activa kunnen ook upfront vergoedingen bevatten betaald aan derden in ruil voor een optie om te onderhandelen over een licentie voor een technologisch recht van de derde partij dat ontstond als gevolg van de samenwerking. De upfront vergoeding betaald voor deze optie wordt geactiveerd als immaterieel vast actief en afgeschreven over de verwachte duurtijd van de optie.

Exclusiviteitscontracten en technologie verworven in het kader van bedrijfscombinaties worden apart gewaardeerd als onderdeel van de reële waarde van het aangekochte bedrijfsonderdeel en worden afgeschreven over hun geschatte bruikbare levensduur. De geschatte bruikbare levensduur is gebaseerd op het minimum van de duur van het contract of de economische bruikbare levensduur.

Indien het actief een onbepaalde levensduur heeft, wordt dit toegelicht, samen met de redenen voor de onbepaalde levensduur. Immateriële vaste activa met een onbepaalde levensduur en immateriële vaste activa die nog niet beschikbaar zijn voor gebruik worden jaarlijks getest voor bijzondere waardeverminderingen of wanneer er een aanwijzing is dat het actief mogelijk een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan.

(iii) Software

Verworven software wordt gewaardeerd aan kost verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen. Afschrijvingen worden erkend om de kost van de activa te spreiden over hun bruikbare levensduur (meestal tussen 3 en 5 jaar), volgens de lineaire methode.

(iv) Contractkosten

Contractkosten zijn die kosten die we oplopen om een contract met een klant te kunnen afsluiten en die we niet zouden opgelopen hebben indien het contract niet behaald werd. Ze worden geactiveerd als immateriële activa enkel in geval dat er verwacht wordt dat ze recupereerbaar zijn. Geactiveerde contractkosten worden systematisch afgeschreven volgens een patroon van transfer van de betreffende beloofde goederen of diensten aan de klant. Kosten opgelopen onafhankelijk van het bekomen van het contract of die kosten die niet direct gerelateerd zijn aan het bekomen van het contract worden niet geactiveerd.

Materiële vaste activa

Materiële vaste activa worden gewaardeerd aan aanschaffingswaarde verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen.

De afschrijving van een actief vangt aan wanneer het beschikbaar is voor gebruik, ie wanneer het zich op de plaats en in de toestand bevindt die nodig is om het te gebruiken op de manier zoals voorzien door het management.

Afschrijvingen worden geboekt om de kosten van de activa af te schrijven over de bruikbare levensduur van het actief, volgens de lineaire methode, op de volgende basis:

  • Installaties en uitrusting: 3-15 jaar;
  • Meubilair en rollend materiaal: 4-10 jaar.

Leaseverbeteringen worden afgeschreven over 3-10 jaar, zijnde de looptijd van de lease behalve in geval van een kortere bruikbare levensduur.

De overige vaste activa categorie bevat voornamelijk activa in aanbouw. Activa in aanbouw worden niet afgeschreven.

De meer- of minderwaarde bij verkoop of buitengebruikstelling van een actief wordt bepaald als het verschil tussen de verkoopprijs en de netto-boekwaarde van het actief en wordt in de resultatenrekening geboekt.

Leases

Alle leases werden opgenomen door de erkenning van een gebruiksrecht van activa en een overeenkomstige leasingschuld, behalve voor:

  • Leases van activa met beperkte waarde;
  • Leases met een looptijd van 12 maanden of minder.

Schulden ten gevolge van een lease worden oorspronkelijk gewaardeerd aan verdisconteerde waarde. Leasingschulden bevatten de netto actuele waarde van de leasebetalingen die op begindatum niet betaald werden, verdisconteerd aan de impliciete leaserentevoet. Als deze rentevoet niet duidelijk kan bepaald worden, zullen we de marginale rentevoet hanteren. De leasebetalingen kunnen vaste betalingen, variabele betalingen die afhangen van een index of een koers vastgelegd bij aanvangsdatum, waarborgen voor verwachte restwaardes, opzegvergoedingen en betalingen voor verlengingsopties of aankoopopties indien we redelijk zeker zijn deze optie uit te oefenen, bevatten.

Na initiële erkenning wordt de leasingschuld gewaardeerd aan geamortiseerde kost gebruik makende van de bij aanvang bepaalde discontovoet, en zal geherwaardeerd worden (met een overeenkomstig effect op het gebruiksrecht van vast actief) bij wijziging in de toekomstige leasebetalingen in geval van heronderhandeling, wijziging van een index of een koers of in geval van herbeoordeling van de opties.

Bij aanvangsdatum worden de gebruiksrechten van vaste activa gewaardeerd aan kostprijs, bestaande uit het bedrag van de initiële leasingschuld, initiële directe kosten en de verwachte ontmantelings- en verhuiskosten (wanneer hiertoe de verplichting bestaat), verminderd met enige leasevoordelen ontvangen van de leasinggever.

Na initiële erkenning worden de gebruiksrechten van vaste activa gewaardeerd aan kostprijs en lineair afgeschreven over het minimum van hun geschatte levensduur en de duurtijd van de lease. De gebruiksrechten van vast actief zullen aangepast worden voor elke herberekening van de leasingschuld als gevolg van leasing wijzigingen. De gebruiksrechten van vast actief zijn onderhevig aan testen voor bijzondere waardeverminderingen als hiervoor een indicatie bestaat, zoals voor de materiële vaste activa. De gebruiksrechten worden op de balans getoond samen met de materiële vaste activa in volle eigendom en de leasingschulden worden getoond als kortlopende en langlopende leasingschulden.

Bij het bepalen van de leasingperiode beschouwen we alle feiten en omstandigheden die een economisch voordeel opleveren om een verlengingsoptie uit te oefenen, of om geen opzeggingsoptie uit te oefenen. We houden enkel rekening met verlengingsopties (of periodes na opzegging) in de leasingperiode indien het redelijk zeker is dat de leasing wordt verlengd (of niet beëindigd). De herbeoordeling wordt nagekeken in geval van een belangrijke gebeurtenis of een belangrijke wijziging in omstandigheden die effect hebben op die herbeoordeling en binnen onze controle is.

Elke leasebetaling wordt toegewezen aan de leasingschuld enerzijds en de financiële kosten anderzijds. De financiële kost wordt over de leasingperiode ten laste van de resultatenrekening genomen om zo voor elke periode een constante periodische intrestvoet over de uitstaande balans van de schuld te bekomen.

Voorraden

Voorraden bestaan uit grondstoffen, half-afgewerkte producten en handelsgoederen bestemd voor verkoop. Deze voorraden worden oorspronkelijk erkend aan kost, en vervolgens aan het minimum van kost en netto-realiseerbare waarde. Kost omvat alle kosten gerelateerd aan de aankoop, conversiekosten en transportkosten, en wordt bepaald aan de hand van de FIFO-methode.

Financiële instrumenten

Financiële activa en financiële verplichtingen worden op onze balans erkend wanneer we partij worden bij de contractuele bepalingen van het instrument. Wij maken niet actief gebruik van valutaderivaten om geplande toekomstige kasstromen af te dekken, noch maken wij gebruik van valutatermijncontracten. Daarbij hebben we geen financiële schulden per 31 december 2022.

(i) Financiële activa

Financiële activa worden initieel gewaardeerd aan reële waarde of hun transactieprijs. Alle erkende financiële activa worden vervolgens gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs of aan reële waarde onder IFRS 9 gebaseerd op zowel ons bedrijfsmodel voor het beheren van de financiële activa als de contractuele kasstroomkarakteristieken van het financieel actief.

  • Een financieel actief dat (i) aangehouden wordt in een bedrijfsmodel met als doel de contractuele kasstromen te innen en dat (ii) contractuele kasstromen heeft die enkel bestaan uit betalingen van hoofdsom en intresten op het uitstaande bedrag, wordt gewaardeerd aan geamortiseerde kost (netto na elke bijzondere waardevermindering) tenzij het actief wordt aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met reële waardeaanpassing in het resultaat (FVTPL) onder de reële waarde optie;
  • Een financieel actief dat (i) aangehouden wordt in een bedrijfsmodel met als doel zowel de contractuele kasstromen te innen als het financieel actief te verkopen, en dat (ii) contractuele termijnen heeft die op specifieke data aanleiding geven tot kasstromen enkel bestaande uit betalingen van hoofdsom en intresten op het uitstaande bedrag, wordt gewaardeerd aan reële waarde met reële waardeaanpassing in de andere elementen van het totaalresultaat (FVTOCI), tenzij het financieel actief aangemerkt wordt aan FVTPL onder de reële waarde optie;
  • Alle ander financiële activa worden gewaardeerd aan FVTPL.

Een financieel actief wordt als kortlopend actief opgenomen wanneer de kasstromen gegenereerd door het instrument zich binnen het jaar voordoen.

We boeken een financieel actief af wanneer de contractuele rechten op de kasstromen van het actief vervallen, of wanneer we de rechten op de ontvangst van de contractuele kasstromen van het actief overdragen in een transactie waarin grotendeels alle risico’s en voordelen verbonden aan het bezit van het financieel actief worden overgedragen.

We splitsen niet-afgeleide financiële activa op in volgende categorieën:

  • Financiële activa met reële waardeaanpassing in resultaat (eigenvermogensinstrumenten, kortlopende financiële investeringen en kasequivalenten);
  • Financiële activa aan geamortiseerde kost (vorderingen, kortlopende financiële investeringen en geldmiddelen en kasequivalenten).

(a) Financiële activa met reële waardeaanpassing in resultaat

Financiële activa worden aangemerkt als met reële waardeaanpassing in resultaat wanneer we zulke investeringen beheren en aan- en verkoopbeslissingen maken gebaseerd op hun reële waarde in het kader van de investeringsstrategie. Toewijsbare transactiekosten worden in resultaat genomen bij het oplopen van deze kosten. Financiële activa met reële waardeaanpassing in resultaat worden gewaardeerd aan reële waarde, en wijzigingen hierin, inclusief elke opbrengst uit dividenden, worden in het resultaat opgenomen.

Eigenvermogensinstrumenten

We hebben investeringen in eigenvermogensinstrumenten welke, gebaseerd op IFRS 9, worden aangemerkt als financiële activa met reële waardeaanpassing in resultaat. De reële waarde van beursgenoteerde investeringen is gebaseerd op de slotkoers van de betrokken effecten op Euronext op elke rapporteringsdatum. Bij gebrek aan een actieve markt voor het eigenvermogensinstrument wordt de reële waarde bepaald door het gebruik van waarderingstechnieken.

Kortlopende financiële investeringen met reële waardeaanpassing in resultaat

Kortlopende financiële investeringen bestaan uit financiële activa met reële waardeaanpassing in resultaat en kunnen kortlopende obligatiefondsen met een looptijd van 12 maanden of minder, en money market fondsen bevatten.

Kasequivalenten met reële waardeaanpassing in resultaat

Kasequivalenten met reële waardeaanpassing in resultaat kunnen obligaties en money market fondsen bevatten, die onmiddellijk omzetbaar zijn in contanten en onderhevig zijn aan een verwaarloosbaar risico op waardeschommelingen.

(b) Financiële activa aan geamortiseerde kost

Vorderingen

Vorderingen worden aangemerkt als financiële activa gewaardeerd aan geamortiseerde kost. Ze worden initieel erkend aan reële waarde of aan transactieprijs, wanneer ze geen significante financieringscomponent bevatten.

Vervolgens worden alle vorderingen in de balans gewaardeerd aan geamortiseerde kost, die meestal overeenkomt met de nominale waarde na aftrek van verwachte kredietverliezen.

Vorderingen bestaan voornamelijk uit handels- en overige vorderingen, en kortlopende/langlopende vorderingen met betrekking tot ondersteuning van onderzoek en ontwikkeling.

De vorderingen met betrekking tot ondersteuning van onderzoek en ontwikkeling hebben betrekking op terugbetalingen als gevolg van R&D steunmaatregelen met betrekking tot onderzoeks- en ontwikkelingskosten in Frankrijk en België. Vorderingen met betrekking tot ondersteuning van onderzoek en ontwikkeling worden verdisconteerd over de periode tot aan de vervaldag met gebruik van de gepaste discontovoeten.

Kortlopende financiële investeringen gewaardeerd aan geamortiseerde kost

Kortlopende financiële investeringen gewaardeerd aan geamortiseerde kost bevatten schatkistcertificaten met een looptijd gelijk aan of minder dan 12 maanden. We passen verwerking op basis van de afwikkelingsdatum toe voor de aan- en verkoop van kortlopende financiële investeringen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs. Kortlopende financiële investeringen gewaardeerd aan geamortiseerde kost bevatten ook kortlopende deposito’s met looptijden van meer dan drie maanden vanaf de aanvangsdatum.

Geldmiddelen en kasequivalenten aan geamortiseerde kost

Geldmiddelden en kasequivalenten aan geamortiseerde kost bevatten voornamelijk opzegbare rekeningen en kortlopende deposito’s die onmiddellijk kunnen omgezet worden in contanten binnen de drie maanden of minder en die onderhevig zijn aan verwaarloosbare waardeschommelingen.

In pand gegeven geldmiddelen worden apart in de balans onder overige langlopende activa opgenomen, en maken geen deel uit van de geldmiddelen en kasequivalenten.

(ii) Financiële verplichtingen

Financiële verplichtingen worden initieel erkend aan reële waarde of aan hun transactieprijs. Na initiële erkenning worden ze gewaardeerd aan geamortiseerde kost.

Financiële verplichtingen omvatten voornamelijk handels- en overige schulden en schulden gerelateerd aan voorwaardelijke vergoedingen.

Handels- en overige schulden bestaan uit schulden die vervallen binnen het jaar na balansdatum, bevatten meestal geen intrestcomponent en worden op regelmatige basis gedurende het financiële jaar betaald. Ze bevatten ook toe te rekenen kosten gerelateerd aan kosten inzake onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten.

We boeken een financiële verplichting af wanneer onze contractuele verplichtingen nagekomen zijn, dan wel ontbonden of afgelopen zijn.

Schulden gerelateerd aan voorwaardelijke vergoedingen

Elke door ons over te dragen voorwaardelijke vergoeding in het kader van de aankoop van bedrijfsonderdelen is gerelateerd aan succesbetalingen en wordt initieel erkend aan reële waarde als een financiële verplichting. Ze wordt aangepast aan de waarschijnlijkheid van de betaling ervan en wordt verdisconteerd ter weergave van de tijdscomponent.

Wijzigingen in de reële waarde van deze voorwaardelijke vergoedingen in latere periodes worden in de lijn “overige bedrijfsopbrengsten/kosten” in onze geconsolideerde jaarrekening opgenomen. Het effect van het vrijvallen van de verdisconteringscomponent in de tijd wordt weergegeven in de “overige financiële kosten”.

(iii) Financiële instrumenten: afgeleide activa en verplichtingen

Financiële activa en financiële verplichtingen worden in onze balans opgenomen op het moment dat wij een partij worden bij de contractuele bepalingen van het instrument.

Afgeleide activa en verplichtingen worden initieel gewaardeerd aan hun reële waarde. Na initiële waardering zullen we de afgeleide financiële instrumenten waarderen aan hun reële waarde met wijzigingen opgenomen in de resultatenrekening.

Belastingen

De inkomstenbelastingen in de resultatenrekening omvatten de verschuldigde belastingen en de uitgestelde belastingen.

De verschuldigde belasting is de naar verwachting te betalen belasting op de belastbare winst van het jaar. De belastbare winst van het jaar verschilt van de nettowinst zoals deze wordt weergegeven in de jaarrekening aangezien ze bepaalde opbrengsten of kosten uitsluit die belastbaar of aftrekbaar zijn in andere jaren en aangezien ze bovendien posten uitsluit die nooit belastbaar of aftrekbaar zijn. Onze belastingverplichtingen worden berekend op basis van de belastingtarieven die vastgesteld werden of in wezen vastgesteld werden op balansdatum.

Uitgestelde belastingen worden op basis van de liability-methode berekend op tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en schulden, en de waarde die toegepast wordt voor fiscale doeleinden. De uitgestelde belastingen worden echter niet opgenomen indien ze ontstaan uit de eerste opname van een actief of verplichting in een transactie die geen bedrijfscombinatie is, en die op het moment van de transactie geen invloed heeft op de boekhoudkundige noch op de belastbare winst of verlies.

Uitgestelde belastingen worden bepaald op basis van belastingtarieven (en -wetten) die werden ingevoerd of in wezen ingevoerd op de balansdatum en die naar verwachting worden toegepast wanneer de gerelateerde uitgestelde belastingvordering of de uitgestelde belastingverplichting wordt afgewikkeld. Uitgestelde belastingvorderingen worden opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er toekomstige belastbare winsten beschikbaar zullen zijn waartegen de tijdelijke verschillen gebruikt kunnen worden. Als zodanig zal er een uitgestelde belastingvordering worden opgenomen in verband met fiscaal overdraagbare verliezen, voor zover het waarschijnlijk is dat er voldoende toekomstige fiscale winsten gerealiseerd zullen worden.

Vreemde valuta

  • Functionele valuta en voorstellingsvaluta

    Elementen opgenomen in de jaarrekening van elk van onze ondernemingen worden gewaardeerd op basis van de valuta van de voornaamste economische omgeving waarin de onderneming actief is. De geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld in Euro, onze voorstellingsvaluta.
  • Transacties en balansen uitgedrukt in vreemde valuta

    Transacties in vreemde valuta worden omgerekend naar de functionele valuta op basis van de wisselkoers die geldt op de transactiedatum. Valutakoersverschillen die ontstaan uit de afwikkeling van dergelijke transacties en uit de omrekening op basis van de slotkoers van monetaire activa en verplichtingen uitgedrukt in vreemde valuta, worden als financieel resultaat in de resultatenrekening opgenomen. Niet-monetaire activa en verplichtingen gewaardeerd aan historische kost, uitgedrukt in vreemde valuta, worden omgerekend op basis van de wisselkoers die geldt op transactiedatum.
  • Jaarrekening van buitenlandse groepsondernemingen

    De resultaten en financiële positie van al onze ondernemingen die een functionele valuta hebben die verschillend is van de Euro, worden als volgt omgerekend:
    • De activa en verplichtingen worden omgerekend tegen slotkoers op de balansdatum;
    • De kosten en opbrengsten worden voor elke resultatenrekening omgerekend tegen gemiddelde koersen;
    • Alle resulterende cumulatieve valutaverschillen worden opgenomen in een afzonderlijke rubriek van het eigen vermogen;
    • Deze gecumuleerde winsten en verliezen die het gevolg zijn van de omrekening worden opgenomen in de resultatenrekening in de periode dat de buitenlandse onderneming wordt afgestoten.

Erkenning van kosten van klinische studies vergoed door succesbetalingen

We erkennen de kosten van specifieke klinische studies, vergoed door succesbetalingen, met name kosten met betrekking tot werving en behandeling van patiënten (ie voltooiing) die gemaakt werden tijdens deze klinische studies, in lijn met de werkelijke werving of behandeling van patiënten op het einde van elke periode, in relatie tot de vooropgestelde doelstellingen inzake het werven of behandelen van patiënten.

Dit impliceert de berekening van te verwachten kosten ten gevolge van klinische studies op het einde van elke periode, waarbij een inschatting dient gemaakt te worden van de verwachte totale kost van de klinische studie vergoed door een succesbetaling, alsook een inschatting van de huidige stand van de werving of behandeling van patiënten.

Klinische studies vinden meestal plaats over langere perioden en bestaan gewoonlijk uit een set-up fase, een wervingsfase en een afrondingsfase die eindigt bij het ontvangen van een eindrapport met een volledige statistische analyse van resultaten van de klinische proeven. De te verwachten kosten voor aanwerving en behandeling van patiënten worden afzonderlijk ingeschat voor elke lopende klinische studie en houden rekening met het stadium van voltooiing van elke studie, evenals met het aantal patiënten opgenomen in de studie en het aantal patiënten behandeld in de studie. In alle gevallen is de volledige kost van elke studie in resultaat genomen bij ontvangst van het eindrapport.

Opbrengsterkenning

Opbrengsten tot vandaag bestonden voornamelijk uit opbrengsten uit samenwerkingsverbanden, die op hun beurt bestonden uit succesbetalingen, licentievergoedingen, niet-terugvorderbare upfront betalingen en royalty’s verkregen uit samenwerkings- en licentieovereenkomsten. Sinds 2021 rapporteren we ook commerciële opbrengsten door de verkoop van Jyseleca®  in Europa, die in onze geconsolideerde resultatenrekening werden voorgesteld als ‘Nettoverkopen van producten’.

De opbrengsterkenningspolitiek kan als volgt samengevat worden:

We erkennen opbrengst wanneer onze klant controle verwerft over de beloofde goederen of diensten, voor een bedrag dat een weerspiegeling is van de verwachte vergoeding voor de levering van deze goederen of diensten. Om de opbrengsterkenning te bepalen van overeenkomsten die volgens ons onder IFRS 15 vallen, passen we het volgende vijf-stappen model toe:

Opbrengsten uit samenwerkingsverbanden

(i) identificatie van het contract

In onze overeenkomsten met klanten dragen we voornamelijk licenties op onze intellectuele eigendom over en in sommige gevallen is dit in combinatie met toegangsrechten en/of het verlenen van onderzoeks- en ontwikkelingsdiensten en/of mechanismes voor de verdeling van kosten. In sommige gevallen bestaan onze samenwerkingen ook uit een aandeleninvestering. In dit geval analyseren we of de criteria om contracten te combineren, zoals bepaald door IFRS 15, voldaan zijn.

(ii) identificatie van de resultaatsverbintenissen in het contract

Afhankelijk van het type van overeenkomst kunnen er één of meerdere afzonderlijke resultaatsverbintenissen onder IFRS 15 zijn. Dit is gebaseerd op de inschatting of de beloftes in de overeenkomst afzonderlijk kunnen zijn en zijn van de andere beloftes inzake de transfer van goederen en/of diensten in de context van het contract. In sommige van onze overeenkomsten combineren we de transfer van de licentie met het verrichten van onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten, omdat we van oordeel waren dat de licentie niet op zich kan staan en niet op zich staat in de context van het contract.

(iii) bepaling van de transactieprijs

Samenwerkings- en licentieovereenkomsten met onze commerciële partners voor onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten omvatten meestal niet-terugvorderbare upfront betalingen, succesbetalingen, die verkregen worden afhankelijk van het behalen van bepaalde klinische, regelgevende of commerciële mijlpalen, licentievergoedingen, royalty’s op verkopen en soms opbrengsten uit de doorrekening van kosten of winstdelingsregelingen.

(a) Licentievergoedingen of upfront betalingen

Als de licentie tot onze intellectuele eigendom wordt beschouwd als losstaand van de andere resultaatsverbintenissen geïdentificeerd in het contract, erkennen we de niet-terugvorderbare upfront betalingen gealloceerd aan de licentie in opbrengst op het moment waarop de licentie wordt overgedragen aan de klant en de klant het recht heeft om gebruik te maken van de licentie.

Voor licenties die samenhangen met andere beloftes, maken we van beoordelingen gebruik om de aard van de gecombineerde resultaatsverbintenis in te schatten om te bepalen of aan de gecombineerde resultaatsverbintenis is voldaan gespreid in de tijd of op een bepaald moment in de tijd. Indien het gespreid in de tijd is, wordt de opbrengst erkend gebaseerd volgens een patroon dat de transfer van de controle van de dienst aan de klant het best weerspiegelt.

(b) Succesbetalingen andere dan op verkopen gebaseerde succesbetalingen

Een succesbetaling wordt enkel in de transactieprijs opgenomen wanneer het zeer waarschijnlijk is dat een wezenlijke tegenboeking van de cumulatieve erkende opbrengst zich niet zal voordoen wanneer de onzekerheid in verband met de variabele vergoeding niet meer bestaat (dit is meestal enkel wanneer de mijlpaal behaald wordt). We maken een schatting van het bedrag op te nemen in de transactieprijs, gebruik makende van de methode van het meest waarschijnlijke bedrag, waarbij succesbetalingen opgenomen zijn in de transactieprijs bij het behalen van de mijlpaal. De transactieprijs is dan gealloceerd aan elke resultaatsverbintenis op basis van een stand-alone verkoopsprijs, waarbij we opbrengst erkennen als of wanneer voldaan is aan de resultaatsverbintenissen in het contract. Aan het einde van elke volgende rapporteringsperiode herevalueren we de waarschijnlijkheid van het bereiken van zulke mijlpalen en elke gerelateerde beperking. Wanneer nodig, zullen we onze inschatting van de globale transactieprijs herzien. Elk van deze aanpassingen zal opgeslagen worden op een cumulatieve catch-up basis, die opbrengsten en winsten in de periode van aanpassing zou kunnen beïnvloeden.

(c) Opbrengsten uit doorrekening van R&D diensten

Samenwerkings- en licentieovereenkomsten kunnen clausules in verband met de doorrekening of het delen van kosten gerelateerd aan R&D diensten bevatten, zoals uitbestedingskosten en betaling van voltijdse equivalenten aan contractuele barema’s. R&D diensten worden uitgevoerd en voldaan gespreid in de tijd waarin de klant tegelijkertijd de door ons geleverde voordelen ontvangt en gebruikt.

Deze ontvangen opbrengsten uit de doorrekening van kosten worden als opbrengst erkend bij het oplopen van de kosten en na goedkeuring door de partijen wanneer we handelen als opdrachtgever binnen het gebied van ons aandeel in de R&D diensten. Wanneer niet voldaan is aan de laatste voorwaarde, worden de opbrengsten uit de doorrekening van kosten opgenomen in mindering van de gerelateerde kosten.

(d) Op verkopen gebaseerde succesbetalingen en royalty’s

Licentie- en samenwerkingsovereenkomsten bevatten op verkopen gebaseerde royalty’s, inclusief commerciële succesbetalingen gebaseerd op het verkoopniveau, en de licenties worden beschouwd als het voornaamste item waaraan de royalty’s verbonden zijn. De daarnaar gerelateerde opbrengst wordt erkend als de daaropvolgende onderliggende verkopen zich voordoen.

(iv) toewijzing van de transactieprijs aan de resultaatsverbintenissen in het contract

We alloceren de transactieprijs aan elke resultaatsverbintenis geïdentificeerd in het contract op basis van een stand-alone verkoopsprijs. De stand-alone verkoopsprijs van elke resultaatsverbintenis wordt geschat gebruik makende van één van volgende methodes: de benadering van aangepaste marktinschatting, de benadering van de verwachte kost plus marge of de residuele benadering. Indien het management oordeelt dat er maar één resultaatsverbintenis is, zou de volledige transactieprijs aan deze resultaatsverbintenis gealloceerd worden.

(v) erkenning van de opbrengst wanneer (of als) de entiteit aan een resultaatsverbintenis voldoet

Een opbrengst wordt erkend wanneer onze klant controle verwerft over de goederen en/of diensten voorzien in de contracten. Deze controle kan overgedragen worden over een periode of op een bepaald moment in de tijd – dit leidt tot een opbrengsterkenning over een periode of op een bepaald moment in de tijd.

In geval van opbrengsterkenning gespreid in de tijd, maken we gebruik van een input model dat de inschatting van de totale onderzoeks- en ontwikkelingskosten die elke periode opgelopen worden vergelijkt met de totaal ingeschatte kosten (percentage of completion methode) om de mate van voldoening aan de onderliggende resultaatsverbintenis te meten (deze methode wordt toegepast voor de resultaatsverbintenis gerelateerd aan filgotinib). In andere gevallen, afhankelijk van specifieke omstandigheden, erkennen we de opbrengst lineair over de periode van de resultaatsverbintenis (deze methode wordt toegepast voor de resultaatsverbintenis gerelateerd aan ons drug discovery-platform).

Nettoverkopen van producten

Opbrengsten uit de verkoop van Jyseleca® worden in onze geconsolideerde resultatenrekening voorgesteld als ‘Nettoverkopen van producten’.

Nettoverkopen van producten bestaan uit het nettobedrag van opbrengsten erkend na transfer van onze producten aan onze klant (bijvoorbeeld groothandelaars en ziekenhuizen). Nettoverkopen van producten worden op een bepaald moment erkend wanneer de controle van de producten overgedragen werd aan de klant. Dit is meestal wanneer de producten aan de klant geleverd werden afhankelijk van de specifieke incovoorwaarden in het contract met de klant.

De erkende opbrengst is het bedrag toegewezen aan de resultaatsverbintenis waaraan voldaan werd, rekening houdende met een variabele vergoeding. Het geschatte bedrag van de variabele vergoeding maakt deel uit van de transactieprijs alleen in die mate dat het hoogstwaarschijnlijk is dat een significante tegenboeking van de cumulatieve erkende opbrengst zich niet zal voordoen wanneer de onzekerheid gerelateerd aan de variabele vergoeding vervolgens wordt tenietgedaan. De variabele vergoeding opgenomen in de transactieprijs bestaat voornamelijk uit rabatten, kortingen, kortingen voor contant en terugboekingen toegestaan aan verschillende klanten in het kader van commerciële en contractuele overheidsovereenkomsten of andere terugbetalingsprogramma’s. Aan sommige klanten worden houdbaarheidskortingen gegeven om de door hen aangehouden voorraad te dekken op het moment van de effectieve prijsvermindering. Er wordt een verplichting erkend voor de verwachte rabatten, kortingen voor contant, terugboekingen en andere kortingen direct of indirect betaalbaar aan de klanten in het kader van de verkopen gerealiseerd tot het einde van de rapporteringsperiode. 

Het bedrag van de variabele vergoeding wordt geschat op basis van verschillende parameters zoals marktgegevens van derde partijen, prijszetting van de producten, de specifieke voorwaarden in de individuele overeenkomsten, de geschatte voorraden en de houdbaarheidsdata van onze producten. Bij afwijking van de huidige resultaten, zullen deze schattingen bijgesteld worden.

Nettoverkopen worden voorgesteld netto na belasting op toegevoegde waarde en na andere aan verkopen gerelateerde belastingen.

We verwijzen naar toelichting 6 voor gedetailleerde informatie per overeenkomst en naar de kritische boekhoudkundige ramingen en belangrijkste bronnen van schattingsonzekerheden voor meer informatie.

Kost van verkochte producten

De kost van verkochte producten omvat hoofdzakelijk de aankoopprijs van de verkochte producten en transportkosten.

Overige bedrijfsopbrengsten

Subsidies en R&D steunmaatregelen

Omdat wij aan uitgebreide onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten deelnemen, genieten wij ook van meerdere subsidies en R&D steunmaatregelen van bepaalde overheidsinstanties. Deze subsidies en R&D steunmaatregelen worden in het algemeen gebruikt om de (goedgekeurde) kosten van onderzoek en ontwikkeling deels te vergoeden. Ze worden dan ook gecrediteerd ten gunste van ons resultaat, onder overige opbrengsten, wanneer de relevante uitgaven gedaan zijn en redelijke zekerheid bestaat over de (te) ontvangen subsidies of R&D steunmaatregelen.

Eigenvermogensinstrumenten

Eigenvermogensinstrumenten door ons uitgegeven, worden gewaardeerd tegen de reële waarde van de ontvangen bedragen, minus de directe kosten gerelateerd aan de uitgifte.

Personeelsbeloningen

(i) Toegezegde bijdrage plannen

De betaalde bijdragen voor toegezegde-bijdrage plannen worden onmiddellijk als kost in de resultatenrekening opgenomen.

(ii) Toegezegde pensioenregelingen

Onze verbintenissen onder de toegezegde pensioenregelingen, en de hieraan verbonden kosten, worden gewaardeerd volgens de “projected unit credit method” waarbij op het einde van elk boekjaar actuariële waarderingen worden uitgevoerd. De herwaardering, die actuariële winsten en verliezen bevat, het effect van het activaplafond (indien van toepassing), en de opbrengst van de fondsbeleggingen (exclusief intresten), worden onmiddellijk verwerkt in de balans en opgenomen in de andere elementen van het totaalresultaat in de periode dat ze zich voordoen. Herwaarderingen opgenomen in andere elementen van het totaalresultaat worden ook onmiddellijk opgenomen in het eigen vermogen (overgedragen resultaat) en zullen niet overgeboekt worden naar winst of verlies. De kosten met betrekking tot vorige dienstjaren worden erkend in winst of verlies in de periode van de aanpassingen van de pensioenregeling. De netto intrestkosten worden berekend door de disconteringsvoet bij het begin van de periode te vermenigvuldigen met de nettopensioenpositie.

Toegezegde pensioenkosten bevatten het volgende:

  • Pensioenkosten (met inbegrip van aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten, aan vorige dienstjaren toegerekende pensioenkosten, evenals winsten en verliezen op inperkingen en afwikkelingen);
  • Netto intrestkosten- of opbrengsten;
  • Herwaardering.

De pensioenverplichting die werd opgenomen in de geconsolideerde balans heeft betrekking op het feitelijke tekort of overschot in onze toegezegde pensioenregelingen. Overschotten die het resultaat zijn van deze berekeningen, zijn beperkt tot de huidige waarde van enig economisch voordeel beschikbaar in de vorm van terugbetalingen uit de pensioenregelingen of een vermindering van toekomstige bijdragen aan de pensioenregeling. Een schuld voor een ontslagvergoeding wordt ten vroegste geboekt wanneer deze ontslagvergoeding definitief is of wanneer de onderneming alle gerelateerde herstructureringskosten erkent.

(iii) Bonus plannen

De leden van het Directiecomité, samen met andere senior managers en het personeel, kunnen bonussen ontvangen afhankelijk van het behalen van persoonlijke en bedrijfsdoelstellingen. Deze bonus wordt cash betaald.

Wij erkennen de kost voor al deze bonusplannen in de resultatenrekening.

Op aandelen gebaseerde vergoedingen

(i) Op aandelen gebaseerde vergoedingen afgewikkeld door eigenvermogensinstrumenten

Wij gebruiken inschrijvingsrechtenplannen afgewikkeld als eigenvermogensinstrumenten als motivatie voor ons personeel, leden van het Directiecomité en consultants. Inschrijvingsrechten afgewikkeld als eigenvermogensinstrumenten worden gewaardeerd tegen hun reële waarde op het moment van aanvaarding. De reële waarde, bepaald op de datum van aanvaarding van de inschrijvingsrechten, wordt in kost genomen tot het einde van de verwervingsperiode, gebaseerd op het aantal inschrijvingsrechten dat volgens ons zal uitgeoefend worden. De reële waarde wordt berekend op basis van het Black & Scholes model. De verwachte levensduur in het model werd aangepast op basis van schattingen van het management, rekening houdend met de niet-overdraagbaarheid, de beperkingen op de uitoefening en het verwachte gedrag van de houders.

(ii) Langetermijn incentive plannen in RSU’s (Restricted Stock Units)

Er worden RSU’s toegekend aan de leden van het Directiecomité en andere personeelsleden. Een RSU is een voordeel in de vorm van een belofte dat personeelsleden in de toekomst Galapagos aandelen zullen ontvangen en dat deze, naar wens van het bedrijf, in contanten of in aandelen zullen betaald worden, na afloop van een bepaalde verwervingsperiode. Elke RSU vertegenwoordigt de waarde van één Galapagos aandeel.

De RSU’s zijn gebaseerd op de volume gewogen gemiddelde aandelenkoers van de 30 dagen-periode voor vaststellingsdatum. We erkennen de corresponderende kost en verplichting over de verwervingsperiode. De reële waarde van de verplichting wordt op elke rapporteringsdatum herberekend omdat het thans managements bedoeling is om de RSU’s in cash te betalen.

Voorzieningen

Voorzieningen worden opgenomen in de balans indien wij een bestaande verplichting hebben ten gevolge van een gebeurtenis in het verleden; als het waarschijnlijk is dat de afwikkeling van deze verplichting resulteert in een uitstroom van middelen uit de onderneming en een betrouwbare inschatting kan gemaakt worden van het bedrag van de verplichting. Het bedrag van de voorziening is gebaseerd op een beste raming van de uitgaven die vereist zijn om de bestaande verplichtingen op balansdatum af te wikkelen. Indien het effect van de tijdswaarde van geld substantieel is, worden voorzieningen bepaald door het verdisconteren van de verwachte toekomstige kasstromen op basis van een discontovoet voor belastingen waarbij rekening wordt gehouden met de huidige marktbeoordelingen van de tijdswaarde van het geld en waar nodig, de risico’s die inherent zijn aan de verplichting.

Bijzondere waardeverminderingen

(i) financiële activa

De bijzondere waardevermindering van een financieel actief gewaardeerd aan geamortiseerde kost wordt berekend aan de hand van het model inzake verwachte verliezen.

Voor handelsvorderingen die geen significante financieringscomponent bevatten wordt de voorziening voor verwachte verliezen bepaald als een bedrag gelijk aan de verwachte kredietverliezen over heel de periode. Dit zijn de verwachte kredietverliezen die het gevolg zijn van alle mogelijke wanbetalingen tijdens de verwachte looptijd van deze handelsvorderingen.

Bijzondere waardeverminderingen worden als een kost in de geconsolideerde resultatenrekening opgenomen.

(ii) materiële en immateriële vaste activa andere dan goodwill

We doen minstens op jaarlijkse basis een test voor bijzondere waardeverminderingen voor immateriële vaste activa met een onbepaalde levensduur of immateriële vaste activa die nog niet beschikbaar zijn voor gebruik. Bovendien analyseren wij op elke balansdatum de boekwaarde van onze materiële en immateriële activa, om vast te stellen of er aanwijzingen zijn dat enige van die activa mogelijk een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan. Indien een dergelijke indicatie bestaat, wordt de realisatiewaarde van het actief ingeschat om op die manier de omvang van de eventuele bijzondere waardevermindering, indien van toepassing, te bepalen. Indien een actief geen onafhankelijke kasstromen genereert, beschouwen wij de totale realisatiewaarde van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort. Indien de realisatiewaarde van een actief of kasstroomgenererende eenheid lager is dan de boekwaarde, dan wordt de boekwaarde van het actief verlaagd tot deze realisatiewaarde. Bijzondere waardeverminderingen worden onmiddellijk als een kost in de resultatenrekening opgenomen.

Wanneer een bijzondere waardevermindering achteraf wordt teruggenomen, wordt de boekwaarde van het actief verhoogd tot het herziene geschatte bedrag van de realisatiewaarde, doch slechts op zulke wijze dat de verhoogde boekwaarde de boekwaarde die zou zijn vastgesteld indien geen bijzondere waardevermindering voor dat actief was opgenomen in voorgaande jaren, niet overschrijdt. Een terugneming van een bijzondere waardevermindering naar aanleiding van een verkoop van een dochteronderneming wordt als opbrengst opgenomen.

(iii) goodwill

Goodwill wordt verondersteld een onbepaalde levensduur te hebben, daarom wordt het jaarlijks getest op bijzondere waardeverminderingen, en wanneer er een aanwijzing bestaat dat een bijzondere waardevermindering van toepassing zou kunnen zijn. De boekwaarde ervan wordt vergeleken met de realisatiewaarde (i.e. het hoogste van de gebruikswaarde en de reële waarde min verkoopkosten). Indien de realisatiewaarde van de kasstroomgenererende eenheid lager is dan de boekwaarde van de eenheid, wordt de bijzondere waardevermindering eerst toegewezen ter reductie van elke goodwill toegewezen aan de eenheid en dan vervolgens pro rata aan de andere activa van de eenheid op basis van de boekwaarde van elk actief in de eenheid. Bijzondere waardeverminderingen op goodwill worden nooit teruggedraaid.

Winst/verlies per aandeel

De gewone nettowinst/verlies per aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddelde van de uitstaande aandelen gedurende de periode. Verwaterde nettowinst per aandeel, wordt berekend op basis van het gewogen gemiddelde van de uitstaande aandelen inclusief het verwaterende effect van inschrijvingsrechten, indien van toepassing.

Segmentrapportering

We hebben nu één enkel operationeel en rapporteerbaar segment. Voor de verkoop van onze fee-for-service activiteit Fidelta in 2021 waren onze rapporteerbare segmenten R&D en fee-for-service activiteiten. Fidelta werd voor het jaar eindigend op 31 december 2021 voorgesteld als beëindigde activiteit.

Beëindigde activiteiten

Een beëindigde activiteit is een onderdeel van een entiteit dat of verkocht werd of dat bestemd is voor verkoop. Het moet ofwel: een belangrijke afzonderlijke bedrijfsactiviteit of een geografische operationele area zijn; deel zijn van een uniek gecoördineerd verkoopplan; of een dochteronderneming zijn die aangekocht is met het oog op verkoop.

Intercompany transacties tussen voortgezette en beëindigde activiteiten worden geëlimineerd tegenover beëindigde activiteiten.

Op 4 januari 2021 hebben we onze fee-for-service activiteit Fidelta verkocht.

Filgotinib
Voorheen bekend als GLPG0634, onder commerciële naam Jyseleca®. Klein molecuul, preferentiële JAK1-remmer, waarvoor in de Europese Unie, Groot-Brittannië en Japan voor reumatoïde artritis en colitis ulcerosa goedkeuring werd bekomen. Fase 4-studies in RA en CU zijn lopend
Intellectueel eigendom
Ideeën met commerciële waarde die worden beschermd of beschermd zouden kunnen worden door onder andere patenten, handelsmerken of auteursrechten
Mijlpaal
Een belangrijke prestatie in een project of programma; in de samenwerkingen van Galapagos houdt dit doorgaans verband met een betaling