29. Pensioenplannen
Toegezegde-bijdrageregelingen
Wij hebben toegezegde-bijdrageregelingen voor al het personeel dat hiervoor in aanmerking komt. De activa van deze plannen worden los van onze activa beheerd in specifieke pensioenplannen. Ingeval van toegezegde-bijdrageregelingen betalen wij bijdragen aan openbaar of privaat beheerde pensioen- of verzekeringsfondsen. Eenmaal de bijdrage werd betaald, hebben wij geen verdere verplichtingen meer.
Toegezegde-pensioenregelingen in België
Ons personeel in België was aangesloten bij toegezegde-bijdrageregelingen (extralegaal pensioen). Deze regelingen waren onderworpen aan een minimum gegarandeerd rendement conform de Belgische wetgeving van 3,25% voor werkgeversbijdragen en 3,75% voor werknemersbijdragen. Deze rendementen, die als gemiddelde voor een gehele carrière gelden, kunnen worden aangepast door een Koninklijk Besluit. Daarom werden deze plannen verwerkt als toegezegde-bijdrageregelingen.
Ten gevolge van de wet van 18 december 2015 werden volgende minimale rendementen gegarandeerd door de werkgever: (a) voor de bijdragen gestort vanaf 1 januari 2016, een nieuw variabel minimum rendement, gebaseerd op OLO’s, met een minimum van 1,75% en een maximum van 3,75%. Gezien de lage stand van de OLO’s de laatste jaren betekent dit dat het percentage initieel zal vastgelegd worden op het minimum van 1,75%; (b) voor de bijdragen betaald tot einde december 2015 blijven de oude minimumrendementsgaranties van toepassing, tot vertrek van het personeel.
Gelet op de minimumrendementsgaranties classificeren deze Belgische toegezegde bijdrage regelingen (vaste bijdrage plannen) als toegezegde pensioenregelingen (vaste prestatie plannen) vanaf einde december 2015.
Per 31 december 2015 werd er geen nettoverplichting erkend op de balans omdat het minimaal rendement gegarandeerd door de werkgever het rendement gegarandeerd door de verzekering benaderde. Per 31 december 2016 daarentegen werd een netto verplichting van €386,6 duizend opgenomen.
De bijdragen voor die pensioenplannen voor de werkgever voor 2016 en 2015 bedroegen respectievelijk €528,0 duizend en €476,3 duizend, waarvan €42,5 duizend werd betaald na 31 december 2016 (2015: €35,9 duizend). Er werden geen bijdragen betaald door de werknemers.
De opgebouwde reserves per 31 december 2016 bestonden uit €1.788,7 duizend (2015: €1.063,7 duizend) individuele verzekeringsreserves, die een gewogen gemiddelde gewaarborgde rentevoet van 2,82% (2015: 3,0%) hadden.
Toegezegde-pensioenregelingen in Frankrijk
Wij hanteren twee toegezegde-pensioenregelingen voor Frankrijk. De toegezegde pensioenregelingen worden niet gefinancierd door fondsen.
De collectieve arbeidsovereenkomsten van de chemische en farmaceutische industrie vereisen dat onze Franse entiteit een pensioenuitkering betaalt afhankelijk van de anciënniteit van de werknemers op het moment dat ze met pensioen gaan. De verplichtingen voor deze pensioenuitkering bedroegen €1.808,5 duizend voor 2016 (2015: €1.520,9 duizend). Deze toename is voornamelijk te wijten aan de veranderde actuariële assumpties (afname van de disconteringsvoet van 2% naar 1,44%).
Daarnaast worden in Frankrijk eveneens anciënniteitspremies betaald. De voorzieningen voor deze uitkeringen bedroegen €1.324,9 duizend in 2016 (2015: €1.172,0 duizend).
De totale verplichting opgenomen in de balans met betrekking tot de toegezegde-pensioenregelingen bedraagt €3.133,4 duizend per 31 december 2016 (2015: €2.692,9 duizend).
Actuariële winsten en verliezen worden onmiddellijk in de balans opgenomen, met als tegenpost een kost of een opbrengst in de andere elementen van het totaalresultaat (OCI), in overeenstemming met IAS 19R. Ze worden vervolgens niet overgeboekt naar winst of verlies. Actuariële verliezen ten bedrage van €193,2 duizend zijn opgenomen in andere elementen van het totaalresultaat (OCI) per einde 2016 (2015: €201,5 duizend actuariële winsten).
Het totaal verschuldigd bedrag voor deze pensioenregelingen voor alle entiteiten bedroeg in 2016 €1,7 miljoen (2015: €1,5 miljoen).
In de balans opgenomen verplichtingen:
|
31 december |
|
(in duizenden €) |
2016 |
2015 |
Contante waarde van de gefinancierde brutoverplichting |
2.175 |
|
Opgebouwde reserves |
(1.789) |
(1.064) |
Tekort / overschot |
387 |
(1.064) |
Contante waarde van de niet gefinancierde brutoverplichting |
3.133 |
2.693 |
Reclassificatie – Belgische contributie plannen |
– |
1.064 |
Verplichtingen opgenomen in de balans |
3.520 |
2.693 |
De contante waarde van de brutoverplichting is als volgt geëvolueerd:
(in duizenden €) |
2016 |
2015 |
Beginsaldo |
3.757 |
2.865 |
|
|
|
Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten |
649 |
194 |
Belastingen op de betaalde bijdragen |
(48) |
|
Rentekosten |
82 |
50 |
Betaalde vergoedingen |
(119) |
(44) |
Reclassificatie – Belgische contributie plannen |
– |
1.064 |
Actuariële winsten (–) of verliezen ten gevolge van ervaringsaanpassingen |
500 |
(27) |
Actuariële winsten (–) of verliezen ten gevolge van ervaringsaanpassingen met betrekking tot nieuwe financiële veronderstellingen |
432 |
(99) |
Actuariële winsten (–) of verliezen ten gevolge van ervaringsaanpassingen met betrekking tot nieuwe demografische veronderstellingen |
56 |
(247) |
Eindsaldo |
5.308 |
3.757 |
De reële waarde van de opgebouwde reserves is als volgt geëvolueerd:
(in duizenden €) |
2016 |
2015 |
Beginsaldo |
(1.064) |
|
Rente opbrengsten |
(32) |
|
Administratiekosten |
2 |
|
Bijdragen betaald door de werkgever |
(411) |
|
Belastingen op de betaalde bijdragen |
48 |
|
Winst van de opgebouwde reserves |
(332) |
|
Reclassificatie – Belgische contributie plannen |
– |
(1.064) |
Eindsaldo |
(1.788) |
(1.064) |
Het verwachte rendement van de opgebouwde reserves is 2%.
De reële waarde van de opgebouwde reserve is de reële marktwaarde van de opgebouwde reserve. De reële waarde van de opgebouwde reserve werd berekend als de verlaagde forfaitaire bedragen (ontvangen van de bewindvoerders van het plan) geactualiseerd rekening houdende met de vooropgezette veronderstellingen (disconteringsvoet en sterftetabellen). De totale opgebouwde reserve is gelijk aan de som van de reële waarde van de opgebouwde reserve en het financieringsfonds.
De totale lasten opgenomen in de resultatenrekening bedragen:
|
Jaareinde 31 december |
|
(in duizenden €) |
2016 |
2015 |
Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten |
649 |
194 |
Rentekosten |
82 |
50 |
Rente opbrengsten |
(32) |
|
Administratiekosten |
2 |
|
Herwaardering van de netto verplichtingen / netto activa |
73 |
(171) |
Totaal kosten |
773 |
73 |
De in de balans opgenomen verplichting sluit als volgt aan:
(in duizenden €) |
2016 |
2015 |
Beginsaldo |
2.693 |
2.865 |
Bijdragen betaald door de werkgever |
(411) |
|
Totale last opgenomen in de winst-en verliesrekening |
773 |
73 |
Herwaardering van de netto toegezegde pensioenverplichting |
583 |
(202) |
Betaalde vergoedingen |
(119) |
(44) |
Eindsaldo |
3.520 |
2.693 |
De voornaamste actuariële veronderstellingen waren:
|
31 december |
|
(%) |
2016 |
2015 |
Disconteringsvoet |
1,60% |
2,00% |
Verwachte salarisstijging |
2,50% |
2,25% |
Inflatievoet |
1,75% |
1,75% |
De disconteringsvoet was gebaseerd op de Merrill Lynch rentevoeten van AA-gewaardeerde bedrijfsobligaties in de Eurozone (obligaties met een looptijd die overeenkomt met de verplichtingen).
Opsplitsing van de contante waarde van de brutoverplichting volgens type deelnemers aan het plan:
Opsplitsing van de contante waarde van de brutoverplichting volgens aard van de voordelen:
|
31 december |
|
(in duizenden €) |
2016 |
2015 |
Pensioens- en overlijdensdekkingen |
3.983 |
2.585 |
Overige voordelen na actieve dienst |
1.325 |
1.172 |
Reële waarde van de opgebouwde reserve volgens categorie:
|
31 december |
|
(in duizenden €) |
2016 |
2015 |
Aandelen |
89 |
74 |
Obligaties |
1.698 |
979 |
Kasmiddelen |
|
11 |
Sensitiviteitsanalyse op de disconteringsvoet: effect op de verplichting |
|
|
|
|
31 december |
Verplichting (in duizenden €) |
2016 |
Disconteringsvoet 1,10% |
3.792 |
Disconteringsvoet 1,35% |
3.661 |
Disconteringsvoet 1,60% |
3.520 |
Disconteringsvoet 1,85% |
3.419 |
Disconteringsvoet 2,10% |
3.312 |