Artrose

Ons artroseprogramma

Artrose, soms ook wel gewrichtsslijtage genoemd, is de meest voorkomende chronische gewrichtsaandoening. Artrose kan alle gewrichten aantasten maar komt het meest voor in de kleine gewrichten van de vingers, knieën, heupen, lage rug en nek en de basis van de duim en grote teen.6 Volgens GlobalData zal artrose in 2020 de op drie na meest voorkomende oorzaak van invaliditeit zijn. De gegevens over de algehele prevalentie van artrose zijn beperkt. GlobalData schat dat het aantal gestelde diagnoses zal groeien van circa 117 miljoen gevallen in 2016 naar circa 131 miljoen gevallen in 2024, waarbij het gaat om gevallen van artrose in handen, knieën en heupen (in volgorde van prevalentie).

In normale gewrichten is het uiteinde van elk bot bekleed met een stevig, rubberachtig materiaal: kraakbeen. Kraakbeen zorgt voor een zacht en glad oppervlak voor de beweging van het gewricht en het fungeert als buffer tussen de botten. Bij artrose wordt het kraakbeen afgebroken, wat leidt tot pijn, zwelling en problemen bij het bewegen. Naarmate de artrose verergert, kan ook het bot gaan degenereren en er kunnen zich zijdelingse uitsteeksels vormen aan het bot. Er kunnen kleine stukjes bot of kraakbeen losraken en in het gewricht gaan ronddrijven. In het lichaam treedt een onstekingsproces in, waarbij cytokines (proteïnes) en enzymen ontstaan die nog meer schade toebrengen aan het kraakbeen. In het eindstadium van artrose is er helemaal geen kraakbeen meer en wrijven de botoppervlakken direct tegen elkaar aan, wat tot gewrichtsschade en nog meer pijn leidt.1Bron: website van Arthritis Foundation(arthritis.org)

Hoewel het op elke leeftijd kan voorkomen, komt artrose het meest voor bij mensen boven de 65. Veelvoorkomende risicofactoren omvatten obesitas, eerder gewrichtsletsel, overbelasting van het gewricht en zwakke dijbeenspieren. Bij één op de twee volwassenen zullen op enig moment symptomen van artrose in de knie ontstaan. Bij één op de vier volwassenen zullen vanaf het 85e jaar symptomen van artrose in de heup ontstaan. Huidige behandelingen voor artrose omvatten gewichtsverlies, fysiotherapie, pijn- en ontstekingsremmende medicijnen, en operaties, allemaal gericht op het bestrijden van de symptomen van de ziekte. Op dit moment zijn voor artrose geen ziektemodificerende geneesmiddelen beschikbaar. In 2016 bedroeg de omzet uit medicijnen (generieke pijnstillers) voor artrosepatiënten circa $4 miljard.

GLPG1972 beschikt over een nieuw werkingsmechanisme met een mogelijke toepassing in artrose en is door ons ontdekt binnen onze samenwerkingsovereenkomst met Servier, een Frans farmaceutisch bedrijf.

In juni 2016 hebben we bekendgemaakt dat GLPG1972, een first-in-class kandidaatmedicijn gericht op de behandeling van artrose, aantoonbaar veilig en goed verdraagbaar is bij gezonde vrijwilligers in een Fase 1 studie, waarbij het middel voor het eerst aan mensen is toegediend. In deze studie leidde toediening van GLPG1972 bij deze vrijwilligers binnen twee weken tot aan 60% verlaging van een biomarker voor afbraak van kraakbeen. In 2017 willen we een klinische Fase 1b studie met GLPG1972 bij patiënten uitvoeren in de VS, waar we de volledige commerciële rechten bezitten. De aanvullende gegevens die het lopende niet-klinische programma naar verwachting in het tweede kwartaal van 2017 zal opleveren, zullen onze samenwerkingspartner Servier naar verwachting in staat stellen een besluit te nemen over het al dan niet lichten van de optie om het molecuul in licentie te nemen voor verdere ontwikkeling in studies met artrosepatiënten buiten de VS.

1 Bron: website van Arthritis Foundation (arthritis.org)