37. Kritische boekhoudkundige ramingen en beoordelingen

37. Kritische boekhoudkundige ramingen en beoordelingen

Bij de toepassing van de grondslagen voor financiële verslaggeving, dient de Groep oordelen, schattingen en veronderstellingen te maken over de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen op te maken zijn. De schattingen en hiermee verbonden veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en andere factoren die worden beschouwd relevant te zijn. De eigenlijke resultaten kunnen verschillen van deze ramingen.

Schattingen en veronderstellingen van de Groep worden beoordeeld op permanente basis. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien, indien de herziening alleen voor die periode van toepassing is en in de huidige en toekomstige perioden als de herziening zowel op de huidige als toekomstige perioden betrekking heeft.

Het opstellen van de jaarrekening conform IFRS verplicht het Management ramingen te maken en veronderstellingen te gebruiken die zowel de gerapporteerde bedragen van activa en passiva, toelichting van voorwaardelijke activa en passiva op de datum van de jaarrekening als gerapporteerde bedragen van opbrengsten en kosten in de loop van de verslagperiode beïnvloeden. De werkelijke resultaten kunnen verschillen van deze ramingen.

De volgende zijn kritische ramingen en beoordelingen die de Groep heeft gemaakt in het proces van de toepassing van de grondslagen voor financiële verslaggeving die het meest van invloed zijn op de cijfers erkend in de geconsolideerde jaarrekening die elders in dit jaarverslag zijn opgenomen.

Erkenning van kosten van klinische studies

De Groep erkent de gemaakte kosten bij de uitvoering van klinische proeven in de loop van elk klinisch onderzoek in lijn met het stadium van voltooiing van elke proef. Dit betekent dat er voorzieningen worden berekend voor de klinische proeven op het einde van elke periode om zo rekening te houden met de gemaakte kosten. Dit vereist een schatting van de verwachte totale kosten om de studie te voltooien evenals een inschatting van de huidige fase in het onderzoek.

Klinische studies vinden meestal plaats voor langere perioden en bestaan gewoonlijk uit een set-up fase, een wervingsfase en een afrondingsfase, die eindigt bij het ontvangst van een eindrapport met een volledige statistische analyse van de studieresultaten. Voorzieningen worden afzonderlijk opgemaakt voor elk klinisch onderzoek aan de hand van het stadium van voltooiing van elk experiment met inbegrip van het aantal patiënten dat heeft geparticipeerd aan het onderzoek en of het eindverslag ontvangen is. In alle gevallen worden de volledige kosten van elke proef ten laste genomen op het moment dat het definitieve rapport is ontvangen. Er zijn in het verleden geen materiële aanpassingen aan schattingen op basis van de werkelijk kosten geweest

Omzeterkenning

Het evalueren van de criteria voor de erkenning van de omzet met betrekking tot onderzoek en ontwikkeling en samenwerkingsovereenkomsten van de Groep vereist het Management haar oordeel om ervoor te zorgen dat aan alle criteria voldaan werd vooraleer er omzet erkend wordt. In het bijzonder zijn dergelijke beoordelingen gemaakt met betrekking tot de bepaling van de aard van de transacties, of gelijktijdige transacties worden beschouwd als één of meer omzetgenererende transacties, de toewijzing van de contractuele prijs (upfront- en succesbetalingen in verband met een samenwerkingsovereenkomst) aan verschillende elementen opgenomen in een overeenkomst, en de vraag of de significante risico’s en voordelen zijn overgedragen aan de koper. Samenwerkingsafspraken worden zorgvuldig beoordeeld om de aard van de risico’s en voordelen van de overeenkomst te begrijpen. Alle omzetgenererende transacties van de Groep werden onderworpen aan een dergelijke beoordeling door het Management.

Op aandelen gebaseerde vergoedingsplannen

De Groep bepaalt de kost van op aandelen gebaseerde vergoedingsplannen (warrantenplannen) aan de hand van de reële waarde van het eigen vermogensinstrument op datum van uitgifte. Het inschatten van de reële waarde veronderstelt de keuze van het meest geschikte waarderingsmodel voor deze eigen vermogensinstrumenten, waarbij de kenmerken van de uitgifte een doorslaggevende invloed hebben. Dit veronderstelt ook de input in het waarderingsmodel van een aantal relevante beoordelingen, zoals de geschatte levensduur van de warrant en de volatiliteit. De beoordelingen en het model worden verder gespecificeerd in toelichting 32.

Pensioenverplichtingen

De kost van een toegezegde-pensioenregelingen wordt bepaald aan de hand van actuariële waarderingen. Een actuariële waardering veronderstelt het inschatten van discontovoeten, verwachte rendementen op activa, toekomstige salarisverhogingen, sterftecijfers en toekomstige pensioenverhogingen. Door het lange termijn karakter van deze pensioenplannen is de waardering ervan onderhevig aan belangrijke onzekerheden. Wij verwijzen voor bijkomende details naar toelichting 31.

Bijzondere waardevermindering van de goodwill

Wijzigingen in de door het Management aangenomen veronderstellingen inzake winstmarge en groeivoeten gebruikt bij de kasstroomprognoses, zouden een belangrijke impact kunnen hebben op de resultaten van de Groep. Bepalen of de goodwill een bijzondere waardevermindering moet ondergaan, vereist een schatting van de bedrijfswaarde van de kasstroomgenererende eenheid waaraan de goodwill is toegewezen. De berekening van de bedrijfswaarde door de entiteit, houdt in dat de toekomstige kasstromen die naar verwachting zullen gerealiseerd worden binnen de kasstroomgenererende eenheid en de disconteringsvoet om de contante waarde hiervan te berekenen moeten ingeschat worden. In overweging genomen dat het bedrag ontvangen voor de verkoop van de service divisie veel hoger is dan de netto boekwaarde, is er geen waardering meer nodig van de gebruikswaarde op het einde van 2013.

Belastingen

Alertheid is nodig bij het bepalen van het gebruik van overgedragen fiscale verliezen. Uitgestelde belastingvorderingen die voortvloeien uit overgedragen fiscale verliezen of belastingkredieten worden alleen opgenomen in de mate dat er voldoende tijdelijke belastbare verschillen zijn of er overtuigend bewijs is dat voldoende fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee de overgedragen fiscale verliezen of ongebruikte belastingskredieten zullen kunnen verrekend worden. Het is het oordeel van het Management dat zo’n overtuigend bewijs momenteel niet voldoende beschikbaar is, behalve voor één dochteronderneming die op een cost plus basis werkt voor de Groep en als zodanig slechts een kleine uitgestelde belastingvordering erkend heeft. Per 31 december 2014 had de Groep in het totaal ongeveer €220 miljoen aan wettelijke overgedragen fiscale verliezen die voor onbepaalde tijd kunnen worden gecompenseerd met toekomstige belastbare statutaire winsten, met uitzondering van een bedrag van €18 miljoen in Zwitserland, Kroatië, de Verenigde Staten en Nederland met vervaldatum tussen 2015 en 2029. Op 31 december 2014 bedragen de overgedragen beschikbare fiscale verliezen in België €136 miljoen.