2. Significante waarderingsregels

Jaarrekening CSR rapport

Onze belangrijkste waarderingsregels worden hieronder uiteengezet.

Voorstellingsbasis en de continuïteitsveronderstelling

De geconsolideerde rekening is opgemaakt in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals goedgekeurd door de EU. De geconsolideerde jaarrekening verschaft een algemeen overzicht van onze activiteiten en de behaalde resultaten. Zij geeft een getrouw en correct beeld van onze financiële toestand, onze financiële prestaties en onze kasstromen, op basis van continuïteit.

Nieuwe standaarden en interpretaties toepasbaar voor het boekjaar beginnend op 1 januari 2018

  • IFRS 9 Financiële instrumenten en de daaropvolgende aanpassingen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2018)
  • IFRS 15 Opbrengsten van contracten met klanten, en verduidelijkingen van deze IFRS (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2018)
  • IFRIC 22 Transacties in vreemde valuta en vooruitbetalingen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2018)
  • Aanpassing van IFRS 2 Classificatie en waardering van op aandelen gebaseerde betalingen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2018)
  • Aanpassing van IAS 40 Transfers van vastgoedbeleggingen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2018)
  • Verbeteringen aan IFRS (2014‑2016) (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2018).

De nieuwe standaarden die van toepassing zijn zoals hierboven vermeld hadden volgende impact op onze geconsolideerde financiële cijfers.

IFRS 15 Opbrengsten van contracten met klanten.

Op 1 januari 2018 hebben we IFRS 15 toegepast, gebruik makende van de gewijzigde retrospectieve overgangsmethode. De toepassing van de nieuwe standaard gaf aanleiding tot een tijdsverschil in erkenning in opbrengst tussen de vorige standaarden en IFRS 15. Het cumulatief effect van de eerste toepassing van de nieuwe standaard over opbrengsterkenning werd opgenomen als een aanpassing van de openingsbalans van de overgedragen verliezen en de over te dragen opbrengsten.

Om de erkenning in opbrengst te bepalen van overeenkomsten die volgens ons onder IFRS 15 vallen, hebben het volgende vijf-stappen model toegepast: (i) identificatie van het contract, (ii) identificatie van de resultaatsverbintenissen in het contract, (iii) bepaling van de transactieprijs, (iv) toewijzing van de transactieprijs aan de resultaatsverbintenissen in het contract, en (v) erkenning van de opbrengst wanneer (of als) de entiteit aan een resultaatsverbintenis voldoet.

Als gevolg van de toepassing van de nieuwe IFRS standaard per 1 januari 2018 werden ons geconsolideerd overgedragen verlies en de over te dragen opbrengsten beide verhoogd met €83,2 miljoen, wat een weerspiegeling was van de impact van de nieuwe standaard op de erkenning in opbrengst van ontvangen betalingen gerelateerd aan onze lopende licentie- en samenwerkingsovereenkomsten. Er waren verschillen in de boekhoudkundige verwerking ten opzichte van de vorige standaard voor (i) de succesbetalingen ontvangen in het verleden in het kader van onze licentie- en samenwerkingsovereenkomst met Gilead inzake filgotinib, en (ii) de ontvangen upfront- en succesbetalingen gerelateerd aan onze licentie- en samenwerkingsovereenkomst met AbbVie inzake cystic fibrosis, welke in het verleden volledig in resultaat genomen werden onder de vroeger toepasbare IFRS standaard. De samenwerkingsovereenkomst met AbbVie inzake cystic fibrosis werd aangepast in 2016. Onder IAS 18 werd deze aanpassing boekhoudkundig verwerkt als een apart contract. Op basis van de richtlijnen van contractaanpassingen onder IFRS 15 hebben we echter besloten dat de upfront betaling erkend dient te worden over de duurtijd van het aangepaste contract. Tenslotte werd het saldo van de over te dragen opbrengst ontstaan als gevolg van de licentievergoeding ontvangen van Servier in het kader van onze licentie- en samenwerkingsovereenkomst inzake artrose, volledig opgenomen onder eigen vermogen als gevolg van de toepassing van de nieuwe standaard. We verwijzen naar de omzet toelichting 5 voor verder detail.

De impact van de toepassing van IFRS 15 op de geconsolideerde financiële cijfers voor het jaar eindigend op 31 december 2018 wordt weergegeven in onderstaande tabel en is te wijten aan wijzigingen in de waarderingsregels inzake opbrengsterkenning in vergelijking met vroegere waarderingsregels.

 

(in duizenden €, uitgezonderd gegevens per aandeel)

 

Jaareinde 31 december 2018

Resultatenrekening

Zoals gerapporteerd

Saldo in overeenstemming met IAS 18

Effect van wijziging: hoger / lager (-)

Omzet

288.836

232.800

56.036

 

 

 

 

Verlies voor belastingen

(29.209)

(85.245)

56.036

 

 

 

 

Belastingen

(50)

(50)

 

 

 

 

Nettoverlies

(29.259)

(85.295)

56.036

Gewoon en verwaterd verlies per aandeel

(0,56)

(1,64)

1,08

 

 

 

 

Balans

31 december 2018

Over te dragen opbrengsten

149.801

122.617

27.184

Overgedragen verliezen

(297.779)

(270.595)

(27.184)

IFRS 9 Financiële instrumenten en de daaropvolgende aanpassingen.

Het enige financieel instrument in handen van de groep onderhevig aan de wijziging in waarderingsregels naar aanleiding van de toepassing van IFRS 9 Financiële instrumenten, was het eigenvermogensinstrument van een beursgenoteerd bedrijf opgenomen als een financieel actief beschikbaar voor verkoop. Onze balans per 31 december 2017 bevatte aandelen van dit bedrijf, aangekocht in 2016. De slotkoers van het aandeel op Euronext op jaareinde 2017 leidde tot een negatieve cumulatieve reële waarde aanpassing van €0,6 miljoen opgenomen in de overige reserves volgens de waarderingsregels onder IAS 39. Als gevolg van de toepassing van IFRS 9 per 1 januari 2018, en in acht genomen het feit dat dit financieel actief moet opgenomen en gewaardeerd worden aan reële waarde, met opname van wijzigingen in reële waarde in het resultaat, werd de negatieve gecumuleerde reële waarde aanpassing van €0,6 miljoen voorheen opgenomen in overige reserves, erkend in het overgedragen verlies.

Andere nieuwe standaarden en interpretaties toepasbaar voor het boekjaar beginnend op 1 januari 2018 hadden geen enkele impact op onze geconsolideerde financiële cijfers.

Standaarden en interpretaties gepubliceerd, maar nog niet van toepassing voor het boekjaar beginnend op 1 januari 2018

  • IFRS 16 Lease-overeenkomsten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2019)
  • IFRS 17 Verzekeringscontracten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2021, maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie)
  • IFRIC 23 Onzekerheid over de verwerking van winstbelastingen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2019)
  • Aanpassing van IFRS 9 Vooruitbetalingen met negatieve compensatie (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2019)
  • Aanpassing van IAS 28 Lange termijn belangen in partners en joint ventures (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2019, maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie)
  • Verbeteringen aan IFRS (2015‑2017) (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2019, maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie)
  • Aanpassing van IAS 19 Aanpassingen, inperking en afhandeling van plannen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2019, maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie)
  • Aanpassingen aan referenties naar het conceptuele kader van de IFRS standaarden (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2020, maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie)
  • Definitie van een onderneming (“business”) (aanpassing aan IFRS 3) (toepasbaar voor bedrijfscombinaties verworven bij of na het begin van het eerste boekjaar vanaf 1 januari 2020, maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie)
  • Definitie van materieel (aanpassingen aan IAS 1 en IAS 8) (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2020, maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie)

Standaarden gepubliceerd, maar nog niet van toepassing

Een aantal nieuwe standaarden zijn toepasbaar voor boekjaren beginnend op of na 1 januari 2019, een vervroegde toepassing is toegelaten. Wij hebben echter bij het opmaken van ons geconsolideerd financieel verslag geen nieuwe of toegevoegde standaarden vervroegd toegepast. We verwachten dat, van de standaarden die nog niet toepasbaar zijn, IFRS 16 een wezenlijke impact zal hebben op onze financiële cijfers in de periode van eerste toepassing.

IFRS 16 Leasing (van toepassing voor het boekjaar beginnend op of na 1 januari 2019)

We moeten IFRS 16 toepassen vanaf 1 januari 2019. We zullen IFRS 16 toepassen gebruik makende van de gewijzigde retrospectieve methode. Bijgevolg zal het cumulatief effect van de toepassing van IFRS 16 opgenomen worden als een aanpassing van de openingsbalans van het overgedragen resultaat per 1 januari 2019, zonder aanpassing van vergelijkbare cijfers.

We hebben een beoordeling gemaakt van de geschatte impact van de eerste toepassing van IFRS 16 op onze geconsolideerde financiële cijfers, zoals hieronder beschreven.

IFRS 16 introduceert voor leasingnemers een uniek model voor de verwerking van leasing op de balans. Een leasingnemer erkent een actief met gebruiksrecht, wat een weerspiegeling is van haar recht om het onderliggend actief te gebruiken, en een leasingschuld, dat haar verplichting tot het uitvoeren van leasingbetalingen, aantoont.

We zullen gebruik maken van volgende praktische vrijstellingen toegestaan door de standaard:

  • Leasing van items met beperkte waarde
  • Korte termijn leasing.

We zullen nieuwe activa en schulden erkennen voor onze leases, voornamelijk gebouwen en wagens. De aard van de kosten gerelateerd aan deze leases zal wijzigen; we zullen een afschrijvingskost voor het gebruiksrecht van activa erkennen en een intrestkost voor de leasingschulden. Voorheen erkende we een operationele leasingkost lineair over de duurtijd van de lease.

We zullen bij de overgang de praktische vrijstellingen toepassen bij de definitie van een leasing, bij de toepassing van IFRS 16 op alle contracten afgesloten voor 1 januari 2019 en erkend als leases in overeenstemming met IAS 17 en IFRIC 4. Deze schulden worden opgenomen aan netto actuele waarde van de resterende leasebetalingen en verdisconteerd aan de hand van onze marginale rentevoet.

Daarbij zullen we niet langer voorzieningen opnemen voor verlieslatende leasingcontracten, noch enige voorziening voor verbrekingsvergoedingen of schulden om de leasingkosten lineair te spreiden over de duurtijd van het contract in geval van variabele of gefaseerde leasebetalingen.

Gebaseerd op de thans beschikbare informatie schatten we dat we vanaf 1 januari 2019 een gebruiksrecht van activa en overeenkomende leasingschuld van €26,3 miljoen zullen erkennen.

We verwachten in de resultatenrekening van boekjaar 2019 een verschuiving van leasekosten naar afschrijvingskosten en intrestkosten van €5,3 miljoen. Het bedrijfsresultaat zal naar verwachting met €0,2 miljoen toenemen, gecompenseerd door een hogere financieringskost van €0,4 miljoen. Het effect op het nettoresultaat zal verwaarloosbaar zijn.

In de tabel van de kasstromen van boekjaar 2019 verwachten we een verschuiving van kasstromen gebruikt bij bedrijfsactiviteiten naar de financieringskasstroom van ongeveer €4,9 miljoen, zonder impact op de netto-toename / -afname van geldmiddelen en kasequivalenten.

IFRIC 23 Onzekerheid over de verwerking van winstbelastingen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2019)

IFRIC 23 'Onzekerheid over de verwerking van winstbelastingen' werd gepubliceerd in juni 2017 en zal door de groep toegepast worden vanaf 1 januari 2019. De interpretatie stelt dat als het waarschijnlijk is dat een belastingsadministratie een twijfelachtige fiscale behandeling zal aanvaarden, het belastingbedrag op die basis moet berekend worden. Indien dit niet waarschijnlijk is, moet het effect van de onzekerheid geschat worden en weergegeven worden in het belastingbedrag. Bij de beoordeling van de onzekerheid wordt er verondersteld dat de belastingdiensten volledig op de hoogte zijn van alle informatie met betrekking tot deze zaak. We hebben een inschatting gemaakt van de mogelijk impact van de nieuwe interpretatie en zijn tot het besluit gekomen dat die geen wezenlijke invloed zal hebben op onze financiële cijfers.

Geconsolideerde rapportering

De geconsolideerde jaarrekening bevat de jaarrekening van Galapagos NV en de entiteiten die door Galapagos NV worden gecontroleerd (de dochterondernemingen). Controle wordt bereikt waar Galapagos NV de macht heeft om de relevante activiteiten van een andere entiteit te sturen met het doel voordeel uit haar activiteiten te verkrijgen. De resultaten van dochterondernemingen zijn opgenomen in de geconsolideerde resultatenrekening en het totaalresultaat vanaf de dag van de daadwerkelijke overname tot aan de dag waarop er niet langer zeggenschap is. Waar nodig zijn aanpassingen aan de jaarrekening van dochterondernemingen gemaakt om ervoor te zorgen dat de waarderingsregels in lijn zijn met onze waarderingsregels. Alle intragroepssaldi en -transacties werden bij de opmaak van de geconsolideerde jaarrekening geëlimineerd.

Immateriële vaste activa

Kosten gemaakt in het kader van onderzoeksactiviteiten worden opgenomen in de resultatenrekening in de periode waarin de kosten zich voordoen.

Intern gegenereerde immateriële vaste activa die voortvloeien uit onze ontwikkelingsactiviteiten worden alleen als actief opgenomen als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  • Het is technisch mogelijk om de immateriële activa af te werken, zodat ze beschikbaar zijn voor gebruik of verkoop
  • Wij hebben de intentie de immateriële activa verder af te werken en te gebruiken of te verkopen
  • Er is mogelijkheid tot gebruik of verkoop van de immateriële activa
  • De immateriële activa zullen waarschijnlijk toekomstige economische voordelen genereren, of het bestaan van een markt aantonen
  • Adequate technische, financiële en overige middelen zijn beschikbaar om de ontwikkeling te beëindigen
  • De uitgaven toewijsbaar aan de ontwikkeling van deze immateriële vaste activa kunnen op een betrouwbare manier bepaald worden

Het bedrag dat wordt geactiveerd op de balans als intern ontwikkelde vaste activa is het totaal van de opgelopen ontwikkelingskosten vanaf de datum dat het actiefbestanddeel aan de voorwaarden hierboven beschreven voldoet.

Intern ontwikkelde immateriële vaste activa worden afgeschreven op lineaire basis over hun geschatte levensduur. Indien niet aan de voorwaarden voor de opname als immaterieel actief wordt voldaan voor intern ontwikkelde activa, worden de ontwikkelingskosten in de resultatenrekening opgenomen in de periode waarin ze zich voordoen.

Intellectuele eigendom, met name octrooien, licenties en rechten, wordt intern gewaardeerd op basis van de aanschaffingswaarde en wordt als volgt afgeschreven op lineaire basis over de geschatte bruikbare levensduur, vanaf het moment dat ze algemeen beschikbaar is voor gebruik:

  • Klantenrelaties: 1 – 10 jaar
  • Technologie in uitvoering: 3 – 5 jaar
  • Software & databases: 3 – 5 jaar
  • Merken, licenties, octrooien & know-how: 5 – 15 jaar

Indien het actief een onbepaalde levensduur heeft, wordt dit toegelicht, samen met de redenen voor de onbepaalde levensduur. Immateriële vaste activa met een onbepaalde levensduur en immateriële vaste activa die nog niet beschikbaar zijn voor gebruik worden jaarlijks getest voor bijzondere waardeverminderingen of wanneer er een aanwijzing is dat het actief mogelijk een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan.

Materiële vaste activa

Materiële vaste activa worden gewaardeerd aan aanschaffingswaarde verminderd met de eventuele gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Afschrijvingen worden geboekt om de kosten van de activa af te schrijven over de levensduur van het actief, volgens de lineaire methode, op de volgende basis:

  • Installaties en uitrusting: 4 – 15 jaar
  • Meubilair en rollend materiaal: 4 – 10 jaar

De meer- of minderwaarde bij verkoop of buitengebruikstelling van een actief wordt bepaald als het verschil tussen de verkoopprijs en de netto-boekwaarde van het actief en wordt in de resultatenrekening geboekt.

Inrichting van gehuurde gebouwen

Inrichting van gehuurde gebouwen wordt afgeschreven over de duurtijd van de huur, tenzij een kortere levensduur verwacht wordt.

Vaste activa onder leasing

Activa onder een financiële leasing worden afgeschreven over hun levensduur volgens dezelfde regels als activa in eigendom, of, indien deze periode korter is, over de looptijd van de lease.

Financiële instrumenten

Financiële activa en financiële verplichtingen worden op onze balans erkend wanneer we partij worden bij de contractuele bepalingen van het instrument. Wij gebruikten nooit hedging en derivaten: wij maken niet actief gebruik van valutaderivaten om geplande toekomstige kasstromen af te dekken, noch maken wij gebruik van valutatermijncontracten. Daarbij hebben we geen financiële schulden per 31 december 2018.

(i) Financiële activa

Financiële activa worden initieel gewaardeerd aan reële waarde of hun transactieprijs. Alle erkende financiële activa worden vervolgens gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs of aan reële waarde onder IFRS 9 gebaseerd op zowel Galapagos' bedrijfsmodel voor het beheren van de financiële activa als de contractuele kasstroomkarakteristieken van het financieel actief.

  • Een financieel actief dat (i) aangehouden wordt in een bedrijfsmodel met als doel de contractuele kasstromen te innen en dat (ii) contractuele kasstromen heeft die enkel bestaan uit betalingen van hoofdsom en intresten op het uitstaande bedrag, wordt gewaardeerd aan geamortiseerde kost (netto na elke bijzondere waardevermindering) tenzij het actief wordt aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met reële waarde aanpassing in het resultaat (FVTPL) onder de reële waarde optie;
  • Een financieel actief dat (i) aangehouden wordt in een bedrijfsmodel met als doel zowel de contractuele kasstromen te innen als het financieel actief te verkopen, en dat (ii) contractuele termijnen heeft die op specieke data aanleiding geven tot kasstromen enkel bestaande uit betalingen van hoofdsom en intresten op het uitstaande bedrag, wordt gewaardeerd aan reële waarde met reële waarde aanpassing in de andere elementen van het totaalresultaat (FVTOCI), tenzij het financieel actief aangemerkt wordt aan FVTPL onder de reële waarde optie;
  • Alle ander financiële activa worden gewaardeerd aan FVTPL.

Een financieel actief wordt als kortlopend actief opgenomen wanneer de kasstromen gegenereerd door het instrument zich binnen het jaar voordoen.

We boeken een financieel actief af wanneer de contractuele rechten op de kasstromen van het actief vervallen, of wanneer we de rechten op de ontvangst van de contractuele kasstromen van het actief overdragen in een transactie waarin grotendeels alle risico’s en voordelen verbonden aan het bezit van het financieel actief worden overgedragen.

We splitsen niet-afgeleide financiële activa op in volgende categorieën:

  • Financiële activa met reële waarde aanpassing in resultaat (eigenvermogensinstrumenten)
  • Financiële activa aan geamortiseerde kost (vorderingen en geldmiddelen en kasequivalenten)

Financiële activa met reële waarde aanpassing in resultaat

Financiële activa worden aangemerkt als met reële waarde aanpassing in resultaat wanneer we zulke investeringen beheren en aan- en verkoopbeslissingen maken gebaseerd op hun reële waarde in het kader van de investeringsstrategie van de groep. Toewijsbare transactiekosten worden in resultaat genomen bij het oplopen van deze kosten. Financiële activa met reële waarde aanpassing in resultaat worden gewaardeerd aan reële waarde, en wijzigingen hierin, inclusief elke opbrengst uit dividenden, worden in het resultaat opgenomen.

Eigenvermogensinstrumenten

We hebben investeringen in eigenvermogensinstrumenten welke, gebaseerd op IFRS 9, worden aangemerkt als financiële activa met reële waarde aanpassing in resultaat, die vallen in de categorie 1 reële waarde berekening gebaseerd op de slotkoers van de betrokken effecten op Euronext op elke rapporteringsdatum.

Financiële activa aan geamortiseerde kost

Vorderingen

Vorderingen worden aangemerkt als financiële activa gewaardeerd aan geamortiseerde kost. Ze worden initieel erkend aan reële waarde of aan transactieprijs, wanneer ze geen significante financieringscomponent bevatten, wat het geval is voor bijna alle handelsvorderingen.

Na initiële erkenning worden alle vorderingen in de balans gewaardeerd aan geamortiseerde kost, die meestal overeenkomt met de nominale waarde na aftrek van verwachte kredietverliezen.

Vorderingen bestaan voornamelijk uit handels- en overige vorderingen, en vorderingen met betrekking tot ondersteuning van onderzoek en ontwikkeling.

De vorderingen met betrekking tot ondersteuning van onderzoek en ontwikkeling hebben betrekking op terugbetalingen als gevolg van R&D steunmaatregelen met betrekking tot onderzoekskosten in Frankrijk en België. Vorderingen met betrekking tot ondersteuning van onderzoek en ontwikkeling worden verdisconteerd over de periode tot aan de vervaldag met gebruik van de gepaste discontovoeten.

Geldmiddelen en kasequivalenten

Geldmiddelen en kasequivalenten zijn financiële activa gewaardeerd aan geamortiseerde kost en bevatten kasposities en korte termijn beleggingen met looptijden van drie maanden of minder die onderhevig zijn aan verwaarloosbare schommelingen in reële waarde en die door ons gebruikt worden in het beheer van onze korte termijn verplichtingen.

In pand gegeven geldmiddelen worden apart in de balans opgenomen en maken geen deel uit van de geldmiddelen en kasequivalenten.

(ii) Financiële verplichtingen

Financiële verplichtingen worden initieel erkend aan reële waarde of aan hun transactieprijs. Na initiële erkenning worden ze gewaardeerd aan geamortiseerde kost.

Financiële verplichtingen omvatten voornamelijk handels- en overige schulden.

Handels- en overige schulden bestaan uit schulden die vervallen binnen het jaar, bevatten meestal geen intrestcomponent en worden voortdurend gedurende het financiële jaar betaald. Ze bevatten ook toe te rekenen kosten gerelateerd aan projectkosten inzake onderzoek en ontwikkeling.

We boeken een financiële verplichting af wanneer onze contractuele verplichtingen nagekomen zijn, dan wel ontbonden of afgelopen zijn.

Belastingen

De belastingen in de resultatenrekening omvatten de verschuldigde belastingen en de uitgestelde belastingen.

De verschuldigde belasting is de naar verwachting te betalen belasting op de belastbare winst. De belastbare winst verschilt van de nettowinst zoals deze wordt weergegeven in de resultatenrekening aangezien de fiscale winst bepaalde opbrengsten of kosten uitsluit die belastbaar of aftrekbaar zijn in andere jaren en aangezien het bovendien posten uitsluit die nooit belastbaar of aftrekbaar zijn. Onze belastingverplichtingen worden berekend op basis van de belastingtarieven die vastgesteld werden of substantieel vastgesteld werden op balansdatum.

Uitgestelde belastingen worden op basis van de liability-methode berekend op tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en schulden, en de waarde die toegepast wordt voor fiscale doeleinden. De uitgestelde belastingen worden echter niet opgenomen indien ze ontstaan uit de eerste opname van een actief of verplichting in een transactie die geen bedrijfscombinatie is, en die op het moment van de transactie geen invloed heeft op de boekhoudkundige noch op de belastbare winst of verlies.

Uitgestelde belastingen worden bepaald op basis van belastingtarieven (en -wetten) die werden ingevoerd of in wezen ingevoerd op de balansdatum en die naar verwachting worden toegepast wanneer de gerelateerde uitgestelde belastingvordering of de uitgestelde belastingverplichting wordt afgewikkeld. Uitgestelde belastingvorderingen worden opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er toekomstige belastbare winsten beschikbaar zullen zijn waartegen de tijdelijke verschillen gebruikt kunnen worden. Als zodanig zal er een uitgestelde belastingvordering worden opgenomen in verband met fiscaal overdraagbare verliezen, voor zover het waarschijnlijk is dat er voldoende toekomstige fiscale winsten gerealiseerd zullen worden.

Vreemde valuta

  • Functionele valuta en voorstellingsvaluta

    Elementen opgenomen in de jaarrekening van elk van onze ondernemingen worden gewaardeerd op basis van de valuta van de voornaamste economische omgeving waarin de onderneming actief is. De geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld in Euro, onze voorstellingsvaluta.
  • Transacties en balansen uitgedrukt in vreemde valuta

    Transacties in vreemde valuta worden omgerekend naar de functionele valuta op basis van de wisselkoers die geldt op de transactiedatum. We gebruiken maandelijkse wisselkoersen die gebaseerd zijn op de slotkoers van de vreemde valuta op de laatste werkdag van de maand voorafgaand aan de datum van de transactie. Valutakoersverschillen die ontstaan uit de afwikkeling van dergelijke transacties en uit de omrekening op basis van de slotkoers van monetaire activa en verplichtingen uitgedrukt in vreemde valuta, worden in de resultatenrekening opgenomen.

    Niet-monetaire activa en verplichtingen gewaardeerd aan historische kost, uitgedrukt in vreemde valuta, worden omgerekend op basis van de wisselkoers die geldt op transactiedatum.
  • Jaarrekening van buitenlandse groepsondernemingen

    De resultaten en financiële positie van al onze ondernemingen die een functionele valuta hebben die verschillend is van de Euro, worden als volgt omgerekend:
    • De activa en verplichtingen worden omgerekend tegen slotkoers op de balansdatum
    • De kosten en opbrengsten worden voor elke winst- en verliesrekening omgerekend tegen gemiddelde koersen
    • Alle resulterende cumulatieve valutaverschillen worden opgenomen in een afzonderlijke rubriek van het eigen vermogen
    • Deze gecumuleerde winsten en verliezen die het gevolg zijn van de omrekening worden opgenomen in de winst- en verliesrekening in de periode dat de buitenlandse onderneming wordt afgestoten.

Erkenning van kosten van klinische studies vergoed door succesbetalingen

We erkennen de kosten van specifieke klinische studies, vergoed door succesbetalingen, met name kosten met betrekking tot werving en behandeling van patiënten (voltooiing) die gemaakt werden tijdens deze klinische studies, in lijn met de werkelijke werving of behandeling van patiënten op het einde van elke periode, in relatie tot de vooropgestelde doelstellingen inzake het werven of behandelen van patiënten.

Dit impliceert de berekening van te verwachten kosten ten gevolge van klinische studies op het einde van elke periode, waarbij een inschatting dient gemaakt te worden van de verwachte totale kost van de klinische studie vergoed door een succesbetaling, alsook een inschatting van de huidige stand van de werving of behandeling van patiënten.

Klinische studies vinden meestal plaats over langere perioden en bestaan gewoonlijk uit een set-up fase, een wervingsfase en een afrondingsfase die eindigt bij het ontvangen van een eindrapport met een volledige statistische analyse van resultaten van de klinische proeven. De te verwachten kosten voor aanwerving en behandeling van patiënten worden afzonderlijk ingeschat voor elke lopende klinische studie en houden rekening met het stadium van voltooiing van elke studie, evenals met het aantal patiënten opgenomen in de studie en het aantal patiënten behandeld in de studie. In alle gevallen is de volledige kost van elke studie in resultaat genomen bij ontvangst van het eindrapport.

Opbrengsterkenning

Opbrengsten tot vandaag bestonden voornamelijk uit succesbetalingen, licentievergoedingen en upfront betalingen verkregen uit samenwerkings- en licentieovereenkomsten. Wij genereren ook opbrengsten uit onze ‘fee-for-service’ activiteiten.

De opbrengsterkenningspolitiek kan als volgt samengevat worden:

We erkennen opbrengst wanneer onze klant controle verwerft over de beloofde goederen en diensten, voor een bedrag dat een weerspiegeling is van de verwachte vergoeding voor de ontvangst van deze goederen en diensten.

Om de opbrengsterkenning te bepalen van overeenkomsten die volgens ons onder IFRS 15 vallen, passen we het volgende vijf-stappen model toe: (i) identificatie van het contract, (ii) identificatie van de resultaatsverbintenissen in het contract, (iii) bepaling van de transactieprijs, (iv) toewijzing van de transactieprijs aan de resultaatsverbintenissen in het contract, en (v) erkenning van de opbrengst wanneer (of als) de entiteit aan een resultaatsverbintenis voldoet.

Samenwerkings- en licentieovereenkomsten met onze commerciële partners voor onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten omvatten meestal niet-terugvorderbare upfront betalingen, opbrengsten uit de doorrekening van kosten, succesbetalingen, die verkregen worden afhankelijk van het behalen van bepaalde klinische, regelgevende of commerciële mijlpalen, licentievergoedingen, royalties op verkopen en soms winstdelingsregelingen.

Bij aanvang van het contract evalueren we of het contract onder IFRS 15 valt. Dan identificeren we de goederen en diensten beloofd in het contract, en oordelen of ze al dan niet unieke resultaatsverbintenissen zijn. Vervolgens erkennen we het bedrag van de transactieprijs toegewezen aan de respectievelijke resultaatsverbintenis in opbrengst, en dit wanneer (of als) voldaan is aan de resultaatsverbintenis.

Licentievergoedingen en upfront betalingen

Als de licentie tot onze intellectuele eigendom wordt beschouwd als losstaand van de andere resultaatsverbintenissen geïdentificeerd in het contract, erkennen we de niet-terugvorderbare upfront betalingen gealloceerd aan de licentie in opbrengst op het moment waarop de licentie wordt overgedragen aan de klant en de klant het recht heeft om gebruik te maken van de licentie.

Voor licenties die samenhangen met andere beloftes, maken we van beoordelingen gebruik om de aard van de gecombineerde resultaatsverbintenis in te schatten om te bepalen of aan de gecombineerde resultaatsverbintenis is voldaan gespreid in de tijd of op een bepaald moment in de tijd. Indien het gespreid in de tijd is, wordt de opbrengst erkend gebaseerd volgens een patroon dat de transfer van de controle van de dienst aan de klant het best weerspiegelt.

Succesbetalingen

Een succesbetaling wordt enkel in de transactieprijs opgenomen wanneer het bereiken van de gerelateerde mijlpaalgebeurtenis zeer waarschijnlijk is (meestal op het moment van het bereiken van de mijlpaalgebeurtenis). We maken een schatting van het bedrag op te nemen in de transactieprijs gebruik makende van de methode van het meest waarschijnlijke bedrag. De transactieprijs is dan gealloceerd aan elke resultaatsverbintenis op basis van een relatieve stand-alone verkoopsprijs, waarbij we opbrengst erkennen als of wanneer voldaan is aan de resultaatsverbintenissen in het contract. Aan het einde van elke volgende rapporteringsperiode herevalueren we de waarschijnlijkheid van het bereiken van zulke mijlpalen en elke gerelateerde beperking, en, wanneer nodig, zullen we onze inschatting van de globale transactieprijs herzien. Elk van deze aanpassingen zal opgeslagen worden op een cumulatieve catch-up basis, die opbrengsten en winsten in de periode van aanpassing zou kunnen beïnvloeden.

Opbrengsten uit doorrekening van R&D diensten

Samenwerkings- en licentieovereenkomsten kunnen clausules in verband met de doorrekening of het delen van kosten gerelateerd aan R&D diensten bevatten, zoals uitbestedingskosten en betaling van voltijdse equivalenten aan contractuele barema’s. R&D diensten worden uitgevoerd en voldaan gespreid in de tijd waarin de klant tegelijkertijd de door ons geleverde voordelen ontvangt en gebruikt.

Deze ontvangen opbrengsten uit de doorrekening van kosten worden als opbrengst erkend bij het oplopen van de kosten en na goedkeuring door de partijen wanneer we handelen als opdrachtgever binnen het gebied van ons aandeel in de R&D diensten. Wanneer niet voldaan is aan de laatste voorwaarde, worden de opbrengsten uit de doorrekening van kosten opgenomen in mindering van de gerelateerde kosten.

Royalty’s

Licentie- en samenwerkingsovereenkomsten bevatten op verkopen gebaseerde royalty's, inclusief commerciële succesbetalingen gebaseerd op het verkoopsniveau, en de licenties worden beschouwd als het voornaamste item waaraan de royalty's verbonden zijn. De daarheen gerelateerde opbrengst wordt erkend als de daaropvolgende onderliggende verkopen zich voordoen.

Opbrengsterkenningspolitiek voor het jaar eindigend op 31 december 2017

De opbrengsterkenningspolitiek voor het jaar eindigend op 31 december 2017 kan als volgt samengevat worden:

Upfront betalingen

Niet-terugbetaalbare upfront betalingen die ontvangen werden in verband met samenwerkingsovereenkomsten voor onderzoek en ontwikkeling worden gespreid en opgenomen over de relevante en gewenste periode van onze betrokkenheid. De betalingen en onze betrokkenheid worden contractueel per fase van het contract gedefinieerd. Bij aanvang maakt het management een inschatting van de duurtijd van onze betrokkenheid, evenals de kosten die betrekking hebben op het project. Upfront betalingen worden erkend over de verwachte periode van betrokkenheid, hetzij op lineaire basis hetzij op basis van de kosten die zijn gemaakt in het kader van het project, indien deze kosten op betrouwbare wijze kunnen worden geschat. Periodiek beoordelen wij de geschatte tijd en onze kosten voor het project en passen de periode aan waarover de opbrengst wordt gespreid.

Succesbetalingen

Succesbetalingen in onderzoek worden opgenomen als opbrengsten op het moment dat de mijlpaal wordt bereikt. In aanvulling hierop moeten de betalingen onherroepelijk verkregen zijn en moet de succesbetaling wezenlijk en evenredig zijn met de omvang van de behaalde mijlpaal. Succesbetalingen die niet onherroepelijk, wezenlijk of evenredig zijn, worden opgenomen als over te dragen opbrengsten. Opbrengsten uit deze activiteiten kunnen sterk variëren van periode tot periode als gevolg van de timing van de mijlpalen.

Opbrengsten uit doorrekening van kosten

Doorrekening van kosten in het kader van licentie- en samenwerkingsovereenkomsten met onze commerciëlepartners worden als opbrengst erkend bij het oplopen van de kosten en na goedkeuring door de betrokken partijen. De overeenkomstige kosten worden opgenomen in de kosten van onderzoek en ontwikkeling. Doorrekening van kosten in het kader van samenwerkingsovereenkomsten waarin de risico’s en voordelen
gerelateerd aan de ontwikkeling van een specifiek medicijn op een gelijke basis met een commerciële partner gedeeld worden, worden opgenomen in mindering van de betreffende kosten van onderzoek en ontwikkeling.

Licenties

De opbrengsten voortkomend uit licenties beperkt in de tijd worden gespreid over de periode waarop de licentie betrekking heeft, wat de verplichting van de licentie om de inhoud bij te werken en te zorgen voor een voortdurende update, reflecteert over die termijn. Opbrengsten uit eeuwigdurende licenties worden onmiddellijk bij de verkoop erkend in de mate dat er geen verdere verplichtingen zijn.

Royalty’s

Royalty opbrengsten worden erkend op het moment dat wij met redelijke zekerheid het bedrag kunnen schatten en er een redelijke zekerheid bestaat over de inbaarheid. Daardoor gaan we in het algemeen de royalty’s erkennen in de periode dat de licentienemer de royalty’s aan ons gerapporteerd heeft door middel van royaltyrapporten. Dit wil zeggen dat de opbrengsten van de royalty’s normaal pas achteraf worden erkend, na de periode waarin verkoop door de licentienemer heeft plaatsgevonden. Onder deze boekhoudkundige regel zijn de opbrengsten voortkomend uit royalty’s in onze rapportering niet gebaseerd op onze inschattingen maar worden ze typisch gerapporteerd in dezelfde periode als de verkrijging van de betaling van de licentienemer.

Overige opbrengsten

Subsidies en R&D steunmaatregelen

Omdat wij aan uitgebreide onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten deelnemen, genieten wij ook van meerdere subsidies en R&D steunmaatregelen van bepaalde overheidsinstanties. Deze subsidies en R&D steunmaatregelen worden in het algemeen gebruikt om de goedgekeurde kosten van onderzoek en ontwikkeling deels te vergoeden. Ze worden dan ook gecrediteerd ten gunste van ons resultaat, onder overige opbrengsten, wanneer de relevante uitgaven gedaan zijn en redelijke zekerheid bestaat over de (te) ontvangen subsidies en R&D steunmaatregelen.

Belangen in gezamenlijke bedrijfsactiviteiten

Een gezamenlijke bedrijfsactiviteit is een gezamenlijke samenwerkingsstructuur waarbij de partijen die gezamenlijke zeggenschap over de samenwerkingsstructuur hebben, recht hebben op de activa en aansprakelijk zijn voor de verplichtingen die verband houden met de samenwerkingsstructuur. Gezamenlijke zeggenschap is het contractueel delen van de zeggenschap over een samenwerkingsstructuur. Er is slechts sprake van gezamenlijke zeggenschap wanneer beslissingen over de relevante activiteiten unanieme instemming vereisen van de partijen die de zeggenschap delen.

Wanneer wij activiteiten ondernemen onder de vorm van een gezamenlijke bedrijfsactiviteit, zullen wij als deelnemer in een gezamenlijke bedrijfsactiviteit fungeren waarbij wij onze relatie in de gezamenlijke bedrijfsactiviteit als volgt erkennen:

  • Onze activa, met inbegrip van ons aandeel in eventuele gezamenlijk gehouden activa
  • Onze verplichtingen, met inbegrip van ons aandeel in eventuele gezamenlijk aangegane verplichtingen
  • Onze opbrengsten uit de verkoop van ons aandeel in de productie van de gezamenlijke bedrijfsactiviteit
  • Ons aandeel in de opbrengsten uit de verkoop van de productie door de gezamenlijke bedrijfsactiviteit
  • Onze kosten, met inbegrip van ons aandeel in de eventuele gezamenlijk aangegane kosten

Wij boeken de activa, verplichtingen, opbrengsten en kosten die verband houden met ons belang in een gezamenlijke bedrijfsactiviteit in overeenstemming met de IFRSs die op de desbetreffende activa, verplichtingen, opbrengsten en kosten van toepassing zijn.

Wanneer wij transacties verrichten met een gezamenlijke bedrijfsactiviteit waarbij wij een deelnemer in de gezamenlijke bedrijfsactiviteit zijn (zoals de verkoop of inbreng van een actief) worden wij geacht de transactie af te sluiten met de andere deelnemers in de gezamenlijke bedrijfsactiviteit. De winsten en verliezen resulterend uit deze transactie zullen erkend worden in onze geconsolideerde jaarrekening ten belope van het belang van de andere deelnemer in de gezamenlijke bedrijfsactiviteit.

Wanneer wij transacties verrichten met een gezamenlijke bedrijfsactiviteit waarin wij een deelnemer zijn in die gezamenlijke bedrijfsactiviteit (zoals aankoop van activa), gaan wij ons aandeel in de winsten en verliezen niet erkennen tot dat er herverkoop plaatsvindt van de activa aan een derde partij.

Eigenvermogensinstrumenten

Eigenvermogensinstrumenten door ons uitgegeven worden gewaardeerd tegen de reële waarde van de ontvangen bedragen, minus de directe kosten gerelateerd aan de uitgifte.

Personeelsbeloningen

a/ Toegezegde bijdrage plannen

De betaalde bijdragen voor toegezegde-bijdrage plannen worden onmiddellijk als kost in de resultatenrekening opgenomen.

b/ Toegezegde pensioenregelingen

Onze verbintenissen onder de toegezegde pensioenregelingen, en de hieraan verbonden kosten, worden gewaardeerd volgens de “projected unit credit method” waarbij op het einde van elk boekjaar actuariële waarderingen worden uitgevoerd door een bevoegde actuaris. De herwaardering, die actuariële winsten en verliezen bevat, het effect van het activaplafond (indien van toepassing), en de opbrengst van de fondsbeleggingen (exclusief intresten), worden onmiddellijk verwerkt in de balans en opgenomen in de andere elementen van het totaalresultaat in de periode dat ze zich voordoen. Herwaarderingen opgenomen in andere elementen van het totaalresultaat worden ook onmiddellijk opgenomen in het eigen vermogen (overgedragen resultaat) en zullen niet overgeboekt worden naar winst of verlies. De kosten met betrekking tot vorige dienstjaren worden erkend in winst of verlies in de periode van de aanpassingen van de pensioenregeling. De netto intrestkosten worden berekend door de disconteringsvoet bij het begin van de periode te vermenigvuldigen met de nettopensioenpositie.

Toegezegde pensioenkosten bevatten het volgende:

  • Pensioenkosten (met inbegrip van aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten, aan vorige dienstjaren toegerekende pensioenkosten, evenals winsten en verliezen op inperkingen en afwikkelingen)
  • Intrestkosten- of opbrengsten
  • Herwaardering

De pensioenverplichting die werd opgenomen in de geconsolideerde balans heeft betrekking op het feitelijke tekort of overschot in onze toegezegde pensioenregelingen. Overschotten die het resultaat zijn van deze berekeningen, zijn beperkt tot de huidige waarde van enig economisch voordeel beschikbaar in de vorm van terugbetalingen uit de pensioenregelingen of een vermindering van toekomstige bijdragen aan de pensioenregeling. Een schuld voor een ontslagvergoeding wordt enkel geboekt wanneer deze ontslagvergoeding definitief is en wanneer de onderneming alle gerelateerde herstructureringskosten heeft erkend.

c/ Bonus plan voor de personeelsleden

Wij erkennen de kost voor het bonusplan van de personeelsleden in de resultatenrekening.

d/ Bonus plan voor het management

De leden van het directiecomité, samen met andere senior managers, kunnen bonussen ontvangen onder het Senior Management Bonus Plan dat sinds 2006 bestaat. Volgens de regels van het Senior Management Bonus Plan wordt 50% van de bonus onmiddellijk uitbetaald rond het einde van het jaar, en wordt de betaling van de andere 50% uitgesteld gedurende drie jaar. Het uitgestelde deel van 50% is afhankelijk van de wijziging van de koers van het Galapagos aandeel ten opzichte van de Next Biotech Index (waarin koersen worden bijgehouden van biotechbedrijven die genoteerd zijn op Euronext). De koers van het aandeel van Galapagos en de Next Biotech Index worden bij het begin en het eind van de driejarige periode berekend aan de hand van de gemiddelde prijs gedurende respectievelijk de maand voorafgaand aan de toekenning en de laatste maand van de driejarige periode.

  • Als de wijziging van de aandelenkoers van Galapagos beter of gelijk is aan de wijziging in de Next Biotech Index, dan zal het uitgestelde deel van de bonus aangepast worden aan het stijgings-/dalingspercentage van de aandelenkoers en uitbetaald worden
  • Als de wijziging van de aandelenkoers van Galapagos tot 10% slechter is dan de wijziging van de Next Biotech Index, zal 50% van het uitgestelde deel van de bonus worden aangepast aan het stijgings-/ dalingspercentage en uitbetaald, en het restant is verbeurd
  • Als de wijziging van de aandelenkoers van Galapagos meer dan 10% slechter is dan de wijziging van de Next Biotech Index, dan is het uitgestelde deel van de bonus verbeurd

Wij erkennen de mogelijke betaling van de uitgestelde component onder het Senior Management Bonus Plan binnen drie jaar op het moment dat het bonusbedrag wordt bepaald, gebaseerd op de reële waarde van de verplichting op elke balansdatum. De reële waarde van de verplichting wordt berekend aan de hand van het Monte Carlo waarderingsmodel, waarbij rekening gehouden wordt met volgende parameters: (a) de gemiddelde referentiekoers van het Galapagos aandeel en de Next Biotech Index, (b) de gemiddelde koers van het Galapagos aandeel en de Next Biotech Index tijdens de rapporteringsperiode, (c) de simulatie van de evolutie van de koers van het Galapagos aandeel en de Next Biotech Index gebaseerd op hun volatiliteit en correlatie tot vervaldatum van de bonus, (d) de discontovoeten van toepassing op het einde van de rapporteringsperiode, en (e) de waarschijnlijkheid dat de begunstigden bij ons zullen blijven tot vervaldatum van de bonus. Eventuele wijzigingen in de reële waarde worden opgenomen in de winst of het verlies van de periode.

Op aandelen gebaseerde vergoedingen

Wij gebruiken op aandelen gebaseerde warrantplannen als motivatie voor ons personeel, bestuurders en consulenten. Warrants worden gewaardeerd tegen hun reële waarde op het moment van aanvaarding. De reële waarde, bepaald op de datum van aanvaarding van de warrants, wordt in kost genomen tot het einde van de verwervingsperiode, gebaseerd op het aantal aandelen dat volgens ons verworven zal worden. De reële waarde van de warrants wordt berekend op basis van het Black & Scholes model. De verwachte levensduur in het model wordt berekend op basis van schattingen van het management, rekening houdend met de niet-overdraagbaarheid, de beperkingen op de uitoefening en het verwachte gedrag van de houders.

Voorzieningen

Voorzieningen worden opgenomen in de balans indien wij een bestaande verplichting hebben ten gevolge van een gebeurtenis in het verleden; als het waarschijnlijk is dat de afwikkeling van deze verplichting resulteert in een uitstroom van middelen uit de onderneming en een betrouwbare inschatting kan gemaakt worden van het bedrag van de verplichting. Het bedrag van de voorziening is gebaseerd op een beste raming van de uitgaven die vereist zijn om de bestaande verplichtingen op balansdatum af te wikkelen. Indien het effect van de tijdswaarde van geld substantieel is, worden voorzieningen bepaald door het verdisconteren van de verwachte toekomstige kasstromen op basis van een discontovoet voor belastingen waarbij rekening wordt gehouden met de huidige marktbeoordelingen van de tijdswaarde van het geld en waar nodig, de risico’s die inherent zijn aan de verplichting.

Financiële en operationele lease

Een lease wordt beschouwd als een financiële lease indien de voorwaarden van het leasecontract op substantiële wijze alle risico’s en voordelen van het eigendom van het actief overdragen aan de leasingnemer. Alle overige leasingcontracten worden beschouwd als operationele lease.

Activa in een financiële lease worden opgenomen als activa tegen hun reële waarde of, indien lager, tegen de contante waarde van de minimale leasebetalingen zoals bepaald op het tijdstip van de aanvang van de lease. De verplichting ten opzichte van de leasinggever wordt in de balans opgenomen als een financiële leaseverplichting. De betalingen worden proportioneel verdeeld tussen financiële kosten en een vermindering van het openstaande saldo van de verplichting opdat de periodieke rentevoet op het openstaande saldo van de verplichting constant zou zijn. De financiële kosten worden onmiddellijk ten laste genomen van de resultatenrekening, tenzij ze direct toewijsbaar zijn aan de betreffende activa; desgevallend worden ze geactiveerd.

Huurbedragen in het kader van een operationele lease worden op lineaire basis in de resultatenrekening opgenomen over de looptijd van de lease. Voordelen die ontvangen worden en vorderingen ontstaan als stimulans om een operationele lease aan te gaan worden tevens op lineaire basis opgenomen in de resultatenrekening.

Bijzondere waardeverminderingen

(i) financiële activa

De bijzondere waardevermindering van een financieel actief gewaardeerd aan geamortiseerde kost wordt berekend aan de hand van het model inzake verwachte verliezen.

Voor handelsvorderingen die geen significante financieringscomponent bevatten (i.e. voor bijna alle handelsvorderingen) wordt de voorziening voor verwachte verliezen bepaald als een bedrag gelijk aan de verwachte kredietverliezen over heel de periode. Dit zijn de verwachte kredietverliezen die het gevolg zijn van alle mogelijke wanbetalingen tijdens de verwachte looptijd van deze handelsvorderingen.

Bijzondere waardeverminderingen worden als een kost in de geconsolideerde resultatenrekening opgenomen.

(ii) materiële en immateriële vaste activa

Op elke balansdatum analyseren wij de boekwaarde van onze materiële en immateriële activa, om vast te stellen of er aanwijzingen zijn dat enige van die activa mogelijk een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan. Indien een dergelijke indicatie bestaat, wordt de realisatiewaarde van het actief bepaald om op die manier de omvang van de eventuele bijzondere waardevermindering te bepalen. Indien een actief geen onafhankelijke kasstromen genereert, beschouwen wij de totale realisatiewaarde van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort.

Indien de realisatiewaarde van een actief of kasstroomgenererende eenheid lager is dan de boekwaarde, dan wordt de boekwaarde van het actief verlaagd tot deze realisatiewaarde. Bijzondere waardeverminderingen worden onmiddellijk als een kost in de resultatenrekening opgenomen.

Wanneer een bijzondere waardevermindering achteraf wordt teruggenomen, wordt de boekwaarde van het actief verhoogd tot het herziene geschatte bedrag van de realisatiewaarde, doch slechts op zulke wijze dat de verhoogde boekwaarde de boekwaarde die zou zijn vastgesteld indien geen bijzondere waardevermindering voor dat actief was opgenomen in voorgaande jaren, niet overschrijdt. Een terugneming van een bijzondere waardevermindering naar aanleiding van een verkoop van een dochteronderneming wordt als opbrengst opgenomen. In andere gevallen wordt een bijzondere waardevermindering op goodwill nooit teruggenomen.

Winst/verlies per aandeel

De gewone nettowinst/verlies per aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddelde van de uitstaande aandelen gedurende de periode. Verwaterde nettowinst/verlies per aandeel, wordt berekend op basis van het gewogen gemiddelde van de uitstaande aandelen inclusief het verwaterende effect van warrants.

Segmentrapportering

Segmentresultaten omvatten opbrengsten en kosten die rechtstreeks toewijsbaar zijn aan een segment, en het relevante gedeelte van opbrengsten en kosten die op redelijke basis kan worden toegewezen aan een segment. Segmentactiva en -verplichtingen omvatten operationele activa en passiva die rechtstreeks toewijsbaar zijn aan het segment of die op redelijke basis aan het segment kunnen worden toegewezen; en omvatten geen elementen van belasting. Wij hebben maar twee segmenten (zie toelichting 4).