Andere klinische programma's met filgotinib
Gilead is in de loop van 2017 klinische studies gestart met filgotinib bij de ziekte van Sjögren, cutane lupus erithematosus, lupus membraneuze nefropathie en uveïtis. We zijn studies gestart met filgotinib bij patiënten met PsA en ZvB, waarvoor we in 2018 de eerste resultaten naar buiten hebben gebracht. In 2019 heeft Gilead de rekrutering van patiënten afgerond voor de ziekte van Sjögren en cutane lupus erythematosus, en aangegeven geen patiënten meer aan te nemen voor de studie in lupus membraneuze nefropathie.
Psoriatische artritis
Psoriatische artritis (PsA) is een ontstekingsvorm van artritis, die tot 30% van de psoriasispatiënten treft. Er zijn ongeveer 1 miljoen patiënten in de Verenigde Staten en Europa, gelijk verdeeld tussen mannen en vrouwen. PsA kan zwelling, stijfheid en pijn in en rond de gewrichten veroorzaken, evenals veranderingen van de nagels en algehele vermoeidheid. Uit studies blijkt dat vertraging van de behandeling voor PsA met slechts zes maanden kan leiden tot permanente gewrichtsschade. Vroegtijdige herkenning, diagnose en behandeling van PsA zijn cruciaal om pijn en ontsteking te verlichten en gewrichtsschade te helpen voorkomen. Ondanks de beschikbaarheid van meerdere behandelingsopties zorgen slechts enkele van de huidige behandelingen op effectieve wijze voor verlichting van de enthesitis (ontsteking van de pezen of banden) en symptomen in de gewrichten en de huid.
De Fase 2-studie EQUATOR was een multicenter, gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde studie gericht op het beoordelen van de veiligheid en werkzaamheid van filgotinib bij volwassen patiënten met matig tot ernstig actieve PsA. Er werden 131 patiënten in de studie gerandomiseerd in een verhouding van 1:1 voor behandeling met eenmaal daags 200 mg filgotinib of placebo gedurende 16 weken. De rekrutering voor EQUATOR vond plaats in acht Europese landen.
In mei kondigde Gilead samen met ons aan dat de EQUATOR-studie het primaire eindpunt, verbetering van de verschijnselen en symptomen van PsA op week 16, beoordeeld met de ACR20-score, heeft bereikt. De ACR20-respons bedroeg 80% voor filgotinib en 33% voor placebo (p<0,001). De ACR50- en de ACR70-respons op week 16 waren eveneens significant hoger voor filgotinib dan voor placebo (ACR50: 48% filgotinib versus 15%, p<0,001; ACR70: 23% versus 6%, p<0,01).
Filgotinib werd in het algemeen goed verdragen in de EQUATOR-studie, er werden geen nieuwe veiligheidssignalen vastgesteld en de veranderingen in de laboratoriumwaarden waren vergelijkbaar met die in vorige studies met filgotinib bij reumapatiënten. In beide groepen traden er evenveel bijwerkingen op, en die waren doorgaans licht of matig. Er was één geval van ernstige infectie in de filgotinibgroep: een patiënt kreeg longontsteking en overleed. Een andere patiënt die werd behandeld met filgotinib kreeg herpes zoster. Er waren geen gevallen van opportunistische infectie, tuberculose, trombo-embolie of maligniteit. De volledige resultaten van EQUATOR zijn verschenen in The Lancet en werden gepresenteerd in een plenaire sessie op ACR 2018 (Mease et al 2018).
Ziekte van Bechterew
De ziekte van Bechterew (ZvB), een systemische, chronische en progressieve vorm van ontstekingsreuma is wereldwijd een van de meest voorkomende reumatische aandoeningen, met vandaag ongeveer 2 miljoen patiënten in de VS, Europa, en Japan. ZvB tast voornamelijk de wervelkolom en de sacro-iliacale gewrichten aan en kent een progressief verloop tot ernstige ontsteking die de wervelkolom verbeent, wat leidt tot permanente pijnlijke stijfheid van de rug. Op dit moment is er geen geneesmiddel voor ZvB, maar er zijn behandelingen en medicijnen voorhanden waarmee de symptomen en pijn kunnen worden bestreden. Uit recente studies blijkt dat de nieuwere biologicals de ziekteprogressie bij sommige mensen in potentie kunnen vertragen. Verschillende medicijnen kunnen bij verschillende patiënten een wisselende mate van effectiviteit laten zien. Het kan dus even duren om de doeltreffendste behandelingswijze te vinden.
TORTUGA was een multicenter, gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde Fase 2-studie, gericht op het beoordelen van de veiligheid en werkzaamheid van filgotinib bij volwassen patiënten met een matig tot ernstig actieve ZvB. De studie werd uitgevoerd in België, Bulgarije, Tsjechië, Estland, Polen, Spanje en Oekraïne. In totaal werden er 116 patiënten gerandomiseerd in een verhouding van 1:1 voor behandeling met eenmaal daags 200 mg filgotinib of placebo gedurende 12 weken.
In mei 2018 kondigden we samen met Gilead aan dat de TORTUGA-studie het primaire eindpunt inzake werkzaamheid bij volwassen patiënten met matig tot ernstig actieve ZvB had bereikt. In deze studie trad er bij de patiënten die filgotinib kregen een significant grotere verbetering op van de Ankylosing Spondylitis Disease Activity Score (ASDAS) in week 12, het primaire eindpunt, met een gemiddelde verandering ten opzichte van de baseline van -1,5 versus -0,6 voor patiënten die placebo kregen (p<0,0001). Er waren in de filgotinibgroep ook meer patiënten met een Assessment in AS Response van minstens 20% verbetering dan in de placebogroep (76% versus 40%, p<0,0001).
Bijwerkingen waren doorgaans licht of matig van aard en gelijk verdeeld over de patiënten in de filgotinib- en de placebogroep. De veranderingen in de laboratoriumwaarden kwamen overeen met eerder gemelde resultaten voor filgotinib en er werden geen nieuwe veiligheidssignalen vastgesteld in de studie. Er werd één ernstige tijdens de behandeling optredende bijwerking gemeld bij een patiënt op filgotinib die een longontsteking kreeg en herstelde na een antibioticabehandeling in het ziekenhuis. Eén patiënt met een erfelijk risico op trombose die was gerandomiseerd voor filgotinib kreeg een niet-ernstige diepe veneuze trombose nadat hij de cyclus met het studiegeneesmiddel had afgerond. Er werden geen sterfgevallen, maligniteiten, leveraandoeningen, opportunistische infecties of gevallen van herpes zoster vastgesteld in de studie. De volledige resultaten van de TORTUGA-studie werden gepubliceerd in The Lancet (Van der Heijde et al 2018).