3. Kritische boekhoudkundige ramingen en beoordelingen

Jaarrekening CSR rapport

Bij de toepassing van de grondslagen voor financiële verslaggeving, dienen wij oordelen, schattingen en veronderstellingen te maken over de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen op te maken zijn. De schattingen en hiermee verbonden veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en andere factoren die worden beschouwd relevant te zijn. De eigenlijke resultaten kunnen verschillen van deze ramingen.

Onze schattingen en veronderstellingen worden beoordeeld op permanente basis. Herzieningen van boekhoudkundige schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien, indien de herziening alleen voor die periode van toepassing is, en in de huidige en toekomstige perioden als de herziening zowel op de huidige als toekomstige perioden betrekking heeft.

Het opstellen van de jaarrekening conform IFRS verplicht het management beoordelingen en ramingen te maken en veronderstellingen te gebruiken die zowel de gerapporteerde bedragen van activa en passiva, toelichting van voorwaardelijke activa en passiva op de datum van de jaarrekening als gerapporteerde bedragen van opbrengsten en kosten in de loop van de verslagperiode beïnvloeden. De werkelijke resultaten kunnen verschillen van deze ramingen.

De volgende zijn kritische ramingen en beoordelingen die wij hebben gemaakt in het proces van de toepassing van de grondslagen voor financiële verslaggeving die het meest van invloed zijn op de cijfers erkend in de geconsolideerde jaarrekening die elders in dit jaarverslag zijn opgenomen.

Kritische boekhoudkundige beoordelingen

Omzeterkenning

De evaluatie van de criteria voor de opbrengsterkenning in het kader van licentie- en samenwerkingsovereenkomsten vereist het oordeel van het management om het volgende in te schatten en te bepalen:

  • de aard van de contractuele resultaatsverbintenissen en of deze alleenstaand zijn of moeten gecombineerd worden met andere resultaatsverbintenissen
  • het patroon van transfer van elk beloofde licentie en/of R&D activiteit opgenomen in het contract, waarbij soms input- of outputmethodes gebruikt worden gebaseerd op belangrijke veronderstellingen zoals vooropgestelde kosten en ontwikkelingstijdlijnen van onze licentie- en samenwerkingsovereenkomsten voor de beoordeling of voldaan is aan de resultaatsverbintenis.

Bovenstaande kan een wezenlijke invloed hebben op onze financiële cijfers.

We hebben het vijf stappen model gedetailleerd in IFRS 15 doorlopen om te bepalen wanneer, hoe en voor welk bedrag opbrengsten moeten erkend worden afhankelijk of aan bepaalde criteria werd voldaan. De standpunten ingenomen bij de toepassing van deze standaard, worden hieronder toegelicht:

De essentie van onze huidige overeenkomsten is dat we sommige van onze intellectuele eigendom licenseren aan samenwerkingspartners en onderzoeks- en ontwikkelingsdiensten (R&D) verlenen. Deze activiteiten resulteren in een dienst als eindproduct van Galapagos’ bedrijfsactiviteiten. In het kader van een aantal van deze overeenkomsten genereren wij opbrengsten zoals licentievergoedingen, succesbetalingen, opbrengsten uit de doorrekening van kosten, en succesbetalingen en royalty’s gebaseerd op toekomstige verkopen. We zijn van mening dat de opbrengsten van onze huidige belangrijke licentie- en samenwerkingsovereenkomsten in het toepassingsgebied van IFRS 15 vallen.

Samenwerking met Gilead

We kwamen tot het volgende besluit:

  • Er is een unieke resultaatsverbintenis onder IFRS 15: de transfer van een licentie gecombineerd met het leveren van R&D diensten. Dit omdat we van mening zijn dat de licentie in de context van het contract niet op zich staat.
  • De transactieprijs van onze overeenkomst met Gilead bestaat thans uit een vast deel, zijnde de upfront licentievergoeding, en een variabel deel, zijnde de succesbetalingen en terugbetaling van kosten voor geleverde R&D diensten. Succesbetalingen worden enkel in de transactieprijs van de overeenkomst opgenomen als ze behaald zijn. Op verkopen gebaseerde succesbetalingen en – royalty’s maken deel uit van onze overeenkomst maar worden nog niet in onze opbrengsten opgenomen daar ons programma zich nog steeds in ontwikkelingsfase 3 bevindt.
  • De transactieprijs werd toegewezen aan de unieke resultaatsverbintenis en opbrengsten werden erkend over de geschatte periode van betrokkenheid gebaseerd op een patroon die de overdracht van de licentie en de vooruitgang in het volledig verlenen van R&D diensten weerspiegelt. Dit omdat we van mening zijn dat er een transformerende relatie is tussen de licentie en de te verlenen R&D diensten.
  • We hebben gebruik gemaakt van een input model om de vereiste van een unieke resultaatsverbintenis te meten dat het percentage van kosten voor dit programma die in elke periode gemaakt worden, in beschouwing neemt (percentage of completion methode).
  • Terugbetalingen van kosten ontvangen van Gilead worden in opbrengst genomen bij het oplopen van de kosten en na akkoord van de partijen daar wij als opdrachtgever handelen in het kader van ons aandeel in de R&D activiteiten in onze lopende licentie- en samenwerkingsovereenkomsten.

Samenwerking met AbbVie

We kwamen tot het volgende besluit:

  • Er is een unieke resultaatsverbintenis onder IFRS 15: de transfer van een licentie gecombineerd met het leveren van R&D diensten. Dit omdat we van mening zijn dat de licentie niet op zich kan staan en in de context van het contract niet op zich staat.
  • De transactieprijs van onze overeenkomst met AbbVie bestaat thans uit een vast deel, zijnde de upfront licentievergoedingen, een variabel deel zijnde de succesbetalingen en terugbetaling van kosten voor geleverde R&D diensten. Succesbetalingen worden enkel in de transactieprijs van de overeenkomst opgenomen als ze behaald zijn. Op verkopen gebaseerde succesbetalingen en – royalty’s maken deel uit van onze overeenkomst maar worden nog niet in onze opbrengsten opgenomen daar het programma zich nog steeds in ontwikkelingsfases 1&2 bevindt.
  • De transactieprijs werd toegewezen aan de unieke resultaatsverbintenis en opbrengsten werden erkend over de geschatte periode van betrokkenheid gebaseerd op een patroon die de overdracht van de licentie en de vooruitgang in het volledig verlenen van R&D diensten weerspiegelt. Dit omdat we van mening zijn dat er een transformerende relatie is tussen de licentie en de te verlenen R&D diensten.
  • We hebben gebruik gemaakt van een input model om de vereiste van een unieke resultaatsverbintenis te meten dat het percentage van kosten voor dit programma die in elke periode gemaakt worden, in beschouwing neemt (percentage of completion methode).
  • Terugbetalingen van kosten ontvangen van AbbVie worden in opbrengst kunnen genomen bij het oplopen van de kosten en na akkoord van de partijen daar wij als opdrachtgever handelen in het kader van ons aandeel in de R&D activiteiten in onze lopende licentie- en samenwerkingsovereenkomsten.

De tweede aanvullende en gewijzigde samenwerkingsovereenkomst getekend op 24 oktober 2018 werd beschouwd als een contractwijziging inclusief een wijziging in toepassingsgebied en in prijs, daar de overblijvende goederen en diensten niet op zich staan en deel uitmaken van de unieke resultaatsverbintenis waaraan deels voldaan was op de datum van de contractwijziging. We kwamen tot het besluit dat we deze tweede aanvullende en gewijzigde samenwerkingsovereenkomst moeten verwerken alsof het een deel was van het bestaande contract, en erkenden als aanpassing van de opbrengsten het effect van de contractwijziging op de transactieprijs en op de meting van de vooruitgang in het voldoen aan de resultaatsverbintenis.

Samenwerking met Servier

De over te dragen opbrengst per 31 december 2017 gerelateerd aan de licentievergoeding ontvangen van Servier in het kader van onze licentie- en samenwerkingsovereenkomst op het gebied van artrose (€5,4 miljoen) werd volledig opgenomen in eigen vermogen als gevolg van de toepassing van IFRS 15. Elke toename in de transactieprijs als gevolg van toekomstige mogelijke succesbetalingen gerelateerd aan ontwikkelings- of regelgevende activiteiten, of van op verkopen gebaseerde succesbetalingen en royalty’s, zal toegewezen worden aan de licentie en zal, wanneer behaald, op een bepaald moment volledig als opbrengst erkend worden, daar we volledig voldaan hebben aan onze resultaatsverbintenis tegen Servier.

Het contract met Servier ondertekend op 8 mei 2018 neemt de voorwaarden van de vorige overeenkomst over maar bevat daarenboven het kader van een gezamenlijke Fase 2 klinische studie waarin beide partijen samenwerken, kosten delen en wederzijds diensten uitwisselen. We kwamen tot het besluit dat deze contractwijziging buiten het toepassingsgebied van IFRS 15 viel daar er een wederzijdse uitwisseling van diensten is tussen Galapagos en Servier. Servier wordt niet als klant maar als samenwerkingspartner beschouwd. Elke terugbetaling van kosten van onze samenwerkingspartner wordt niet opgenomen als opbrengst maar als een vermindering van de betreffende kosten.

Samenwerking met Novartis

We kwamen tot het volgende besluit:

  • Er zijn twee afzonderlijke resultaatsverbintenissen onder IFRS 15: de transfer van een licentie en het leveren van R&D diensten. Dit omdat we van mening zijn dat de licentie op zich kan staan en in de context van het contract op zich staat.
  • De transactieprijs van onze overeenkomst met Novartis bestaat thans uit een vast deel, zijnde de upfront licentievergoeding, en een variabel deel zijnde de succesbetalingen en terugbetaling van kosten voor geleverde R&D diensten. Succesbetalingen zijn in de transactieprijs van de overeenkomst opgenomen enkel als ze behaald zijn. Op verkopen gebaseerde succesbetalingen en – royalty’s maken deel uit van onze overeenkomst maar worden nog niet als opbrengst erkend daar ons programma zich nog steeds in ontwikkelingsfase 2 bevindt. Daarenboven was de overeengekomen vergoeding voor de R&D diensten die we nog zullen leveren tot het einde van Fase 2 van de klinische ontwikkeling ook opgenomen in de transactieprijs.
  • De transactieprijs werd toegewezen aan elk van de twee afzonderlijke resultaatsverbintenissen gebaseerd op ons oordeel over hun relatieve stand-alone verkoopsprijs, dit voor de R&D activiteiten en gebruik makende van de residuele benadering om de rest van de transactieprijs toe te wijzen aan de licentie. Opbrengsten worden op zeker moment erkend voor de transactieprijs toegewezen aan de transfer van de licentie daar we oordeelden dat de licentie het recht op gebruik van de intellectuele eigendom verleent aan Novartis. Voor de transactieprijs toegewezen aan de tweede resultaatsverbintenis, het verlenen van R&D diensten, worden opbrengsten erkend over de geschatte dienstperiode gebaseerd op een patroon die de overdracht van onze diensten tot het volledig voldoen aan deze resultaatsverbintenis weerspiegelt.
  • We hebben gebruik gemaakt van een input model om de vereiste van de resultaatsverbintenis van de R&D diensten te meten dat het percentage van kosten voor dit programma die in elke periode gemaakt worden, in beschouwing neemt (percentage of completion methode).
  • Terugbetalingen van kosten ontvangen van Novartis zullen in opbrengst genomen worden bij het oplopen van de kosten en na akkoord van de partijen daar wij als opdrachtgever handelen in het kader van het leveren van de R&D activiteiten.

Kritische boekhoudkundige ramingen

Op aandelen gebaseerde vergoedingsplannen

Wij bepalen de kost van op aandelen gebaseerde vergoedingsplannen (warrantplannen) aan de hand van de reële waarde van het eigen vermogensinstrument op datum van uitgifte. Het inschatten van de reële waarde veronderstelt de keuze van het meest geschikte waarderingsmodel voor deze eigen vermogensinstrumenten, waarbij de kenmerken van de uitgifte een doorslaggevende invloed hebben. Dit veronderstelt ook de input in het waarderingsmodel van een aantal relevante beoordelingen, zoals de geschatte levensduur van de warrant en de volatiliteit. De beoordelingen en het model worden verder gespecificeerd in toelichting 28.

We bepalen de kost van het uitgestelde deel van het Senior Management Bonus Plan op basis van de reële waarde van de verplichting in elke rapporteringsperiode. Het inschatten van de reële waarde veronderstelt de keuze van het meest geschikte waarderingsmodel voor deze verplichting, waarin de kenmerken van het Senior Management Bonus Plan en de wijziging van de koers van het Galapagos aandeel ten opzichte van de Next Biotech Index een belangrijke rol spelen. Dit veronderstelt ook de input in het waarderingsmodel van een aantal relevante beoordelingen, zoals de simulatie van de evolutie van de koers van het Galapagos aandeel en de Next Biotech Index gebaseerd op hun volatiliteit en correlatie tot vervaldatum van de bonus, de discontovoeten van toepassing op het einde van de rapporteringsperiode, en de waarschijnlijkheid dat de begunstigden bij ons zullen blijven tot vervaldatum van de bonus.

Inkomstenbelastingen

Alertheid is nodig bij het bepalen van het gebruik van overgedragen fiscale verliezen. Uitgestelde belastingvorderingen die voortvloeien uit overgedragen fiscale verliezen of belastingkredieten worden alleen opgenomen in de mate dat er voldoende tijdelijke belastbare verschillen zijn of er overtuigend bewijs is dat voldoende fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee de overgedragen fiscale verliezen of ongebruikte belastingkredieten zullen kunnen verrekend worden. Het is het oordeel van het management dat zo’n overtuigend bewijs momenteel niet voldoende beschikbaar is, behalve voor een dochteronderneming die op een cost plus basis werkt en voor onze fee-for-services business, en als zodanig hebben we een uitgestelde belastingvordering erkend.

Per 31 december 2018 hadden wij in het totaal €374,2 miljoen aan statutaire overgedragen fiscale verliezen die voor onbepaalde tijd kunnen worden gecompenseerd met toekomstige belastbare statutaire winsten, met uitzondering van een bedrag van €10,8 miljoen in Zwitserland, Kroatië en de Verenigde Staten met vervaldatum tussen 2019 en 2030. Op 31 december 2018 bedroegen de overgedragen beschikbare fiscale verliezen in België €305,6 miljoen.

Als vennootschap actief in onderzoek en ontwikkeling in België, verwachten we ook gebruik te maken van het systeem van aftrek van innovatie-inkomsten (IID) in België. Dit regime van aftrek van innovatie-inkomsten laat toe dat de nettowinst gerelateerd aan opbrengsten van o.a. gepatenteerde producten (of producten waarvoor de patentaanvraag lopende is) aan een lager tarief belast wordt dan andere opbrengsten, nl. 4,4% (3,75% vanaf 1 januari 2020). De beschikbare overgedragen IID bedroeg €195,4 miljoen per 31 december 2018. Men dient evenwel op te merken dat de hervorming van de Belgische vennootschapsbelasting toepasbaar vanaf aanslagjaar 2019 een de facto minimum belastbare basis heeft ingevoerd, waarbij de bestaande fiscale aftrekken moeten toegewezen worden aan 2 zogenaamde ‘korven’. Binnen de eerste korf kunnen alle aftrekken zonder enige beperking toegepast worden, voor de tweede korf gelden beperkingen op de aftrekken. De eerste korf omvat (in volgorde van aftrek) de niet-belastbare items (zoals aftrekbare giften), de definitief belaste inkomsten van het jaar (DBI), de oorspronkelijke aftrek voor octrooi-inkomsten (PID), de aftrek voor innovatie-inkomsten (IID) van het jaar en de investeringsaftrek. De tweede korf bestaat uit (in volgorde van aftrek en onderworpen aan de hieronder vermelde beperkingen) de notionele intrestaftrek van het jaar (NIA), de overgedragen aftrek voor DBI, de overgedragen IID, de aftrek van het overgedragen verlies, de aftrek van de onbeperkt overdraagbare NIA en de aftrek van de overgedragen NIA waarvan de overdracht beperkt is tot 7 jaar. De belastbare basis kan zonder beperking verminderd worden met de aftrekken van de eerste korf. De overgebleven belastbare basis kan voor maximaal €1 miljoen volledig gecompenseerd worden door de aftrekken van de tweede korf. Indien de overgebleven belastbare basis hoger is dan €1 miljoen, kan het deel van de overgebleven belastbare basis boven €1 miljoen slechts voor 70% afgezet worden tegenover de aftrekken van de tweede korf.