3. Significante waarderingsregels
Onze belangrijkste waarderingsregels worden hieronder uiteengezet.
Voorstellingsbasis en de continuïteitsveronderstelling
De geconsolideerde rekening is opgemaakt in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals goedgekeurd door de EU. De geconsolideerde jaarrekening verschaft een algemeen overzicht van onze activiteiten en de behaalde resultaten. Zij geeft een getrouw en correct beeld van onze financiële toestand, onze financiële prestaties en onze kasstromen, op basis van continuïteit.
Nieuwe standaarden en interpretaties toepasbaar voor het boekjaar beginnend op 1 januari 2019
- IFRS 16 Lease-overeenkomsten
De nieuwe standaard die van toepassing is zoals hierboven vermeld had volgende impact op onze geconsolideerde financiële cijfers.
IFRS 16 Lease-overeenkomsten
We hebben IFRS 16 toegepast met ingang vanaf 1 januari 2019, in overeenstemming met de overgangsbepalingen van IFRS 16, gebruik makende van de aangepaste retrospectieve methode. Bijgevolg werd het cumulatief effect van de toepassing van IFRS 16 opgenomen als een aanpassing aan de openingsbalans van het overgedragen resultaat per 1 januari 2019, zonder aanpassing van de vergelijkende cijfers.
Als gevolg van de toepassing van IFRS 16, hebben we leasingschulden erkend voor lease-overeenkomsten die voorheen in overeenstemming met IAS 17 als een operationele lease werden ingedeeld. Deze leasingschulden werden gewaardeerd aan de contante waarde van de resterende leaseverplichtingen, en verdisconteerd aan onze “marginale rentevoet” van toepassing op 1 januari 2019. Onze gewogen gemiddelde “marginale rentevoet” gebruikt voor de waardering van de leasingschulden per 1 januari 2019 bedroeg 1,55%.
De verschillen tussen onze totale operationele leaseverplichtingen zoals gerapporteerd in toelichting 25 van onze geconsolideerde jaarrekening van 31 december 2018, en de totale leasingschulden zoals weergegeven in de geconsolideerde balans per 1 januari 2019, worden hieronder toegelicht.
(in duizenden €) |
|
Operationele leaseverplichtingen opgenomen per 31 december 2018 |
27.704 |
Minus: verdisconteringseffect gebruik makende van de marginale rentevoet van de leasingnemer op de datum van initiële toepassing |
(1.223) |
Minus: overige |
(569) |
Leasingschuld opgenomen per 1 januari 2019 |
25.912 |
Waarvan: |
|
korte termijn leasingschuld |
4.516 |
lange termijn leasingschuld |
21.396 |
De wijziging in de waarderingsregel had het volgende effect op onze geconsolideerde balans per 1 januari 2019:
|
1 januari |
(in duizenden €) |
2019 |
Materiële vaste activa (gebruiksrecht van vast actief) |
26.406 |
Overige vlottende activa ( vooruitbetaalde kosten) |
(494) |
Effect op totaal activa |
25.912 |
|
|
Overgedragen verlies |
416 |
Leasingschulden (korte en lange termijn) |
25.912 |
Over te dragen opbrengsten |
(416) |
Effect op totaal eigen vermogen en schulden |
25.912 |
Op implementatiedatum hebben we gebruik gemaakt van de volgende praktische vrijstellingen, zoals toegestaan door IFRS 16:
- Het gebruik van de vorige definitie van een lease (zoals aangemerkt door IAS 17) voor alle contracten die bestonden op datum van eerste toepassing;
- Hantering van één “marginale rentevoet” voor een groepering van leases met dezelfde kenmerken;
- Het gebruik van vorige inschattingen van verlieslatende leasecontracten, in plaats van het testen voor bijzondere waardeverminderingen;
- Het verwerken van alle operationele leasingcontracten met een resterende looptijd van minder dan 12 maanden per 1 januari 2019 als korte termijn leases;
- Niet-erkenning van gebruiksrecht en leasingschulden voor leases met beperkte waarde.
We verwijzen naar onze waarderingsregels voor leasing, aangepast voor de toepassing van IFRS 16.
Andere nieuwe standaarden en interpretaties toepasbaar voor het boekjaar beginnend op 1 januari 2019 hadden geen enkele impact op onze geconsolideerde financiële cijfers.
Standaarden en interpretaties gepubliceerd, maar nog niet van toepassing voor het boekjaar beginnend op 1 januari 2019
Een aantal nieuwe standaarden zijn toepasbaar voor boekjaren beginnend op of na 1 januari 2020, een vervroegde toepassing is toegelaten. Wij hebben echter bij het opmaken van ons geconsolideerd financieel verslag geen nieuwe of toegevoegde standaarden vervroegd toegepast. We verwachten dat, van de standaarden die nog niet toepasbaar zijn, geen standaard een wezenlijke impact zal hebben op onze financiële cijfers in de periode van eerste toepassing.
- IFRS 17 Verzekeringscontracten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2021, maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie)
- Aanpassingen aan referenties naar het conceptuele kader van de IFRS standaarden (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2020)
- Definitie van een onderneming (“business”) (aanpassing aan IFRS 3) (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2020, maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie)
- Definitie van materieel (aanpassingen aan IAS 1 en IAS 8) (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2020)
- Aanpassingen aan IFRS 9, IAS 39 en IFRS 7: herziening van benchmark voor intrestvoet (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2020)
- Aanpassingen aan IAS 1 Presentatie van de jaarrekening : Classificatie van verplichtingen als kortlopend of langlopend (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2022, maar nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie)
Geconsolideerde rapportering
De geconsolideerde jaarrekening bevat de jaarrekening van Galapagos NV en de entiteiten die door Galapagos NV worden gecontroleerd (de dochterondernemingen). Controle wordt bereikt waar Galapagos NV de macht heeft om de relevante activiteiten van een andere entiteit te sturen met het doel voordeel uit haar activiteiten te verkrijgen. De resultaten van dochterondernemingen zijn opgenomen in de geconsolideerde resultatenrekening en het totaalresultaat vanaf de dag van de daadwerkelijke overname tot aan de dag waarop er niet langer zeggenschap is. Waar nodig zijn aanpassingen aan de jaarrekening van dochterondernemingen gemaakt om ervoor te zorgen dat de waarderingsregels in lijn zijn met onze waarderingsregels. Alle intragroepstransacties, -saldi en intragroepsopbrengsten en -kosten werden bij de opmaak van de geconsolideerde jaarrekening geëlimineerd.
Immateriële vaste activa
Kosten gemaakt in het kader van onderzoeksactiviteiten worden opgenomen in de resultatenrekening in de periode waarin de kosten zich voordoen.
Intern gegenereerde immateriële vaste activa die voortvloeien uit onze ontwikkelingsactiviteiten worden alleen als actief opgenomen als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- Het is technisch mogelijk om de immateriële activa af te werken, zodat ze beschikbaar zijn voor gebruik of verkoop
- Wij hebben de intentie de immateriële activa verder af te werken en te gebruiken of te verkopen
- Er is mogelijkheid tot gebruik of verkoop van de immateriële activa
- De immateriële activa zullen waarschijnlijk toekomstige economische voordelen genereren, of het bestaan van een markt aantonen
- Adequate technische, financiële en overige middelen zijn beschikbaar om de ontwikkeling te beëindigen
- De uitgaven toewijsbaar aan de ontwikkeling van deze immateriële vaste activa kunnen op een betrouwbare manier bepaald worden
Het bedrag dat wordt geactiveerd op de balans als intern ontwikkelde immateriële vaste activa is het totaal van de opgelopen ontwikkelingskosten vanaf de datum dat het actiefbestanddeel aan de voorwaarden hierboven beschreven voldoet. Als gevolg van de risico’s en onzekerheden inherent aan de regelgevende instanties en van het ontwikkelingsproces zelf, was het management van oordeel dat er niet voldaan is aan de voorwaarden voor activering tot we goedkeuring ontvangen van de bevoegde instanties.
Op dit moment zijn we niet in het bezit van producten die regelgevende goedkeuring ontvangen hebben en daarom werden alle ontwikkelingskosten erkend als kost in de periode waarin ze werden opgelopen.
Intellectuele eigendom, met name octrooien, licenties en rechten, wordt intern gewaardeerd op basis van de aanschaffingswaarde en wordt als volgt afgeschreven op lineaire basis over de geschatte bruikbare levensduur, vanaf het moment dat ze algemeen beschikbaar is voor gebruik:
- Klantenrelaties: 1 – 10 jaar
- Technologie in uitvoering: 3 – 5 jaar
- Software & databases: 3 – 5 jaar
- Merken, licenties, octrooien & know-how: 5 – 15 jaar
Indien het actief een onbepaalde levensduur heeft, wordt dit toegelicht, samen met de redenen voor de onbepaalde levensduur. Immateriële vaste activa met een onbepaalde levensduur en immateriële vaste activa die nog niet beschikbaar zijn voor gebruik worden jaarlijks getest voor bijzondere waardeverminderingen of wanneer er een aanwijzing is dat het actief mogelijk een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan.
Materiële vaste activa
Materiële vaste activa worden gewaardeerd aan aanschaffingswaarde verminderd met de eventuele gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Afschrijvingen worden geboekt om de kosten van de activa af te schrijven over de levensduur van het actief, volgens de lineaire methode, op de volgende basis:
- Installaties en uitrusting: 3 – 15 jaar
- Meubilair en rollend materiaal: 4 – 10 jaar
De meer- of minderwaarde bij verkoop of buitengebruikstelling van een actief wordt bepaald als het verschil tussen de verkoopprijs en de netto-boekwaarde van het actief en wordt in de resultatenrekening geboekt.
Inrichting van gehuurde gebouwen
Inrichting van gehuurde gebouwen wordt afgeschreven over de duurtijd van de huur, tenzij een kortere levensduur verwacht wordt.
Financiële instrumenten
Financiële activa en financiële verplichtingen worden op onze balans erkend wanneer we partij worden bij de contractuele bepalingen van het instrument. Wij maken niet actief gebruik van valutaderivaten om geplande toekomstige kasstromen af te dekken, noch maken wij gebruik van valutatermijncontracten, behalve voor de Gilead transactie, volledig afgerond per 31 december 2019. Daarbij hebben we geen financiële schulden per 31 december 2019.
(i) Financiële activa
Financiële activa worden initieel gewaardeerd aan reële waarde of hun transactieprijs. Alle erkende financiële activa worden vervolgens gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs of aan reële waarde onder IFRS 9 gebaseerd op zowel ons bedrijfsmodel voor het beheren van de financiële activa als de contractuele kasstroomkarakteristieken van het financieel actief.
- Een financieel actief dat (i) aangehouden wordt in een bedrijfsmodel met als doel de contractuele kasstromen te innen en dat (ii) contractuele kasstromen heeft die enkel bestaan uit betalingen van hoofdsom en intresten op het uitstaande bedrag, wordt gewaardeerd aan geamortiseerde kost (netto na elke bijzondere waardevermindering) tenzij het actief wordt aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met reële waarde aanpassing in het resultaat (FVTPL) onder de reële waarde optie;
- Een financieel actief dat (i) aangehouden wordt in een bedrijfsmodel met als doel zowel de contractuele kasstromen te innen als het financieel actief te verkopen, en dat (ii) contractuele termijnen heeft die op specieke data aanleiding geven tot kasstromen enkel bestaande uit betalingen van hoofdsom en intresten op het uitstaande bedrag, wordt gewaardeerd aan reële waarde met reële waarde aanpassing in de andere elementen van het totaalresultaat (FVTOCI), tenzij het financieel actief aangemerkt wordt aan FVTPL onder de reële waarde optie;
- Alle ander financiële activa worden gewaardeerd aan FVTPL.
Een financieel actief wordt als kortlopend actief opgenomen wanneer de kasstromen gegenereerd door het instrument zich binnen het jaar voordoen.
We boeken een financieel actief af wanneer de contractuele rechten op de kasstromen van het actief vervallen, of wanneer we de rechten op de ontvangst van de contractuele kasstromen van het actief overdragen in een transactie waarin grotendeels alle risico’s en voordelen verbonden aan het bezit van het financieel actief worden overgedragen.
We splitsen niet-afgeleide financiële activa op in volgende categorieën:
- Financiële activa met reële waarde aanpassing in resultaat (eigenvermogensinstrumenten, korte termijn financiële investeringen en kasequivalenten)
- Financiële activa aan geamortiseerde kost (vorderingen en geldmiddelen en kasequivalenten)
Financiële activa met reële waarde aanpassing in resultaat
Financiële activa worden aangemerkt als met reële waarde aanpassing in resultaat wanneer we zulke investeringen beheren en aan- en verkoopbeslissingen maken gebaseerd op hun reële waarde in het kader van onze investeringsstrategie. Toewijsbare transactiekosten worden in resultaat genomen bij het oplopen van deze kosten. Financiële activa met reële waarde aanpassing in resultaat worden gewaardeerd aan reële waarde, en wijzigingen hierin, inclusief elke opbrengst uit dividenden, worden in het resultaat opgenomen.
Eigenvermogensinstrumenten
We hebben investeringen in eigenvermogensinstrumenten welke, gebaseerd op IFRS 9, worden aangemerkt als financiële activa met reële waarde aanpassing in resultaat, die vallen in de categorie 1 reële waarde berekening gebaseerd op de slotkoers van de betrokken effecten op Euronext op elke rapporteringsdatum.
Korte termijn financiële investeringen
Korte termijn financiële investeringen bestaan uit financiële activa met reële waarde aanpassing in resultaat en bevatten korte termijn obligatiefondsen met een looptijd van 12 maanden of minder, en money market fondsen.
Kasequivalenten met reële waarde aanpassing in resultaat
Kasequivalenten met reële waarde aanpassing in resultaat kunnen korte termijn deposito’s, obligaties en money market fondsen bevatten, die onmiddellijk omzetbaar zijn in contanten en onderhevig zijn aan een verwaarloosbaar risico op waardeschommelingen. Deze financiële activa worden door ons gebruikt in het beheer van onze korte termijn kasbehoeftes.
Financiële activa aan geamortiseerde kost
Vorderingen
Vorderingen worden aangemerkt als financiële activa gewaardeerd aan geamortiseerde kost. Ze worden initieel erkend aan reële waarde of aan transactieprijs, wanneer ze geen significante financieringscomponent bevatten.
Vervolgens worden alle vorderingen in de balans gewaardeerd aan geamortiseerde kost, die meestal overeenkomt met de nominale waarde na aftrek van verwachte kredietverliezen.
Vorderingen bestaan voornamelijk uit handels- en overige vorderingen, en korte termijn/ lange termijn vorderingen met betrekking tot ondersteuning van onderzoek en ontwikkeling.
De vorderingen met betrekking tot ondersteuning van onderzoek en ontwikkeling hebben betrekking op terugbetalingen als gevolg van R&D steunmaatregelen met betrekking tot onderzoeks- en ontwikkelingskosten in Frankrijk en België. Vorderingen met betrekking tot ondersteuning van onderzoek en ontwikkeling worden verdisconteerd over de periode tot aan de vervaldag met gebruik van de gepaste discontovoeten.
Geldmiddelen
Geldmiddelen zijn financiële activa gewaardeerd aan geamortiseerde kost en bevatten kasposities en korte termijn deposito’s met looptijden van drie maanden of minder vanaf de aanvangsdatum, die onderhevig zijn aan verwaarloosbare waardeschommelingen en die door ons gebruikt worden in het beheer van onze korte termijn verplichtingen.
Kasequivalenten aan geamortiseerde kost
Kasequivalenten aan geamortiseerde kost bevatten korte termijn beleggingen die onmiddellijk omzetbaar zijn in contanten en die onderhevig zijn aan verwaarloosbare schommelingen in waarde en die door ons gebruikt worden in het beheer van onze korte termijn verplichtingen.
In pand gegeven geldmiddelen worden apart in de balans onder overige langlopende activa opgenomen, en maken geen deel uit van de geldmiddelen en kasequivalenten.
(ii) Financiële verplichtingen
Financiële verplichtingen worden initieel erkend aan reële waarde of aan hun transactieprijs. Na initiële erkenning worden ze gewaardeerd aan geamortiseerde kost.
Financiële verplichtingen omvatten voornamelijk handels- en overige schulden.
Handels- en overige schulden bestaan uit schulden die vervallen binnen het jaar, bevatten meestal geen intrestcomponent en worden op regelmatige basis gedurende het financiële jaar betaald. Ze bevatten ook toe te rekenen kosten gerelateerd aan kosten inzake onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten.
We boeken een financiële verplichting af wanneer onze contractuele verplichtingen nagekomen zijn, dan wel ontbonden of afgelopen zijn.
(iii) Financiële instrumenten: afgeleide activa en verplichtingen
Financiële activa en financiële verplichtingen worden in onze balans opgenomen op het moment dat wij een partij worden bij de contractuele bepalingen van het instrument.
Afgeleide activa en verplichtingen worden initieel gewaardeerd aan hun reële waarde. Na initiële waardering zullen we de afgeleide financiële instrumenten waarderen aan hun reële waarde met wijzigingen opgenomen in de resultatenrekening.
Belastingen
De inkomstenbelastingen in de resultatenrekening omvatten de verschuldigde belastingen en de uitgestelde belastingen.
De verschuldigde belasting is de naar verwachting te betalen belasting op de belastbare winst van het jaar. De belastbare winst van het jaar verschilt van de nettowinst zoals deze wordt weergegeven in de jaarrekening aangezien ze bepaalde opbrengsten of kosten uitsluit die belastbaar of aftrekbaar zijn in andere jaren en aangezien ze bovendien posten uitsluit die nooit belastbaar of aftrekbaar zijn. Onze belastingverplichtingen worden berekend op basis van de belastingtarieven die vastgesteld werden of in wezen vastgesteld werden op balansdatum.
Uitgestelde belastingen worden op basis van de liability-methode berekend op tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en schulden, en de waarde die toegepast wordt voor fiscale doeleinden. De uitgestelde belastingen worden echter niet opgenomen indien ze ontstaan uit de eerste opname van een actief of verplichting in een transactie die geen bedrijfscombinatie is, en die op het moment van de transactie geen invloed heeft op de boekhoudkundige noch op de belastbare winst of verlies.
Uitgestelde belastingen worden bepaald op basis van belastingtarieven (en -wetten) die werden ingevoerd of in wezen ingevoerd op de balansdatum en die naar verwachting worden toegepast wanneer de gerelateerde uitgestelde belastingvordering of de uitgestelde belastingverplichting wordt afgewikkeld. Uitgestelde belastingvorderingen worden opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er toekomstige belastbare winsten beschikbaar zullen zijn waartegen de tijdelijke verschillen gebruikt kunnen worden. Als zodanig zal er een uitgestelde belastingvordering worden opgenomen in verband met fiscaal overdraagbare verliezen, voor zover het waarschijnlijk is dat er voldoende toekomstige fiscale winsten gerealiseerd zullen worden.
Vreemde valuta
- Functionele valuta en voorstellingsvaluta
Elementen opgenomen in de jaarrekening van elk van onze ondernemingen worden gewaardeerd op basis van de valuta van de voornaamste economische omgeving waarin de onderneming actief is. De geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld in Euro, onze voorstellingsvaluta.
- Transacties en balansen uitgedrukt in vreemde valuta
Transacties in vreemde valuta worden omgerekend naar de functionele valuta op basis van de wisselkoers die geldt op de transactiedatum. We gebruiken maandelijkse wisselkoersen die gebaseerd zijn op de slotkoers van de vreemde valuta op de laatste werkdag van de maand voorafgaand aan de datum van de transactie. Valutakoersverschillen die ontstaan uit de afwikkeling van dergelijke transacties en uit de omrekening op basis van de slotkoers van monetaire activa en verplichtingen uitgedrukt in vreemde valuta, worden als financieel resultaat in de resultatenrekening opgenomen.
Niet-monetaire activa en verplichtingen gewaardeerd aan historische kost, uitgedrukt in vreemde valuta, worden omgerekend op basis van de wisselkoers die geldt op transactiedatum.
- Jaarrekening van buitenlandse groepsondernemingen
De resultaten en financiële positie van al onze ondernemingen die een functionele valuta hebben die verschillend is van de Euro, worden als volgt omgerekend:- De activa en verplichtingen worden omgerekend tegen slotkoers op de balansdatum
- De kosten en opbrengsten worden voor elke resultatenrekening omgerekend tegen gemiddelde koersen
- Alle resulterende cumulatieve valutaverschillen worden opgenomen in een afzonderlijke rubriek van het eigen vermogen
- Deze gecumuleerde winsten en verliezen die het gevolg zijn van de omrekening worden opgenomen in de resultatenrekening in de periode dat de buitenlandse onderneming wordt afgestoten.
Erkenning van kosten van klinische studies vergoed door succesbetalingen
We erkennen de kosten van specifieke klinische studies, vergoed door succesbetalingen, met name kosten met betrekking tot werving en behandeling van patiënten (voltooiing) die gemaakt werden tijdens deze klinische studies, in lijn met de werkelijke werving of behandeling van patiënten op het einde van elke periode, in relatie tot de vooropgestelde doelstellingen inzake het werven of behandelen van patiënten.
Dit impliceert de berekening van te verwachten kosten ten gevolge van klinische studies op het einde van elke periode, waarbij een inschatting dient gemaakt te worden van de verwachte totale kost van de klinische studie vergoed door een succesbetaling, alsook een inschatting van de huidige stand van de werving of behandeling van patiënten.
Klinische studies vinden meestal plaats over langere perioden en bestaan gewoonlijk uit een set-up fase, een wervingsfase en een afrondingsfase die eindigt bij het ontvangen van een eindrapport met een volledige statistische analyse van resultaten van de klinische proeven. De te verwachten kosten voor aanwerving en behandeling van patiënten worden afzonderlijk ingeschat voor elke lopende klinische studie en houden rekening met het stadium van voltooiing van elke studie, evenals met het aantal patiënten opgenomen in de studie en het aantal patiënten behandeld in de studie. In alle gevallen is de volledige kost van elke studie in resultaat genomen bij ontvangst van het eindrapport.
Opbrengsterkenning
Opbrengsten tot vandaag bestonden voornamelijk uit succesbetalingen, licentievergoedingen en niet-terugvorderbare upfront betalingen verkregen uit samenwerkings- en licentieovereenkomsten. Wij genereren ook opbrengsten uit onze ‘fee-for-service’ activiteiten.
De opbrengsterkenningspolitiek kan als volgt samengevat worden:
We erkennen opbrengst wanneer onze klant controle verwerft over de beloofde goederen en diensten, voor een bedrag dat een weerspiegeling is van de verwachte vergoeding voor de levering van deze goederen en diensten. Om de opbrengsterkenning te bepalen van overeenkomsten die volgens ons onder IFRS 15 vallen, passen we het volgende vijf-stappen model toe:
(i) identificatie van het contract
In onze huidige overeenkomsten met klanten dragen we voornamelijk licenties op onze intellectuele eigendom over en in sommige gevallen is dit in combinatie met toegangsrechten en/of het verlenen van onderzoeks- en ontwikkelingsdiensten en/of mechanismes voor de verdeling van kosten. In sommige gevallen bestaan onze samenwerkingen ook uit een aandeleninvestering. In dit geval analyseren we of de criteria om contracten te combineren, zoals bepaald door IFRS 15, voldaan zijn.
(ii) identificatie van de resultaatsverbintenissen in het contract
Afhankelijk van het type van overeenkomst kunnen er één of meerdere afzonderlijke resultaatsverbintenissen onder IFRS 15 zijn. Dit is gebaseerd op de inschatting of de beloftes in de overeenkomst afzonderlijk kunnen zijn en zijn van de andere beloftes inzake de transfer van goederen en/of diensten in de context van het contract. In sommige van onze overeenkomsten combineren we de transfer van de licentie met het verrichten van onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten, omdat we van oordeel waren dat de licentie niet op zich kan staan en niet op zich staat in de context van het contract.
(iii) bepaling van de transactieprijs
Samenwerkings- en licentieovereenkomsten met onze commerciële partners voor onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten omvatten meestal niet-terugvorderbare upfront betalingen, succesbetalingen, die verkregen worden afhankelijk van het behalen van bepaalde klinische, regelgevende of commerciële mijlpalen, licentievergoedingen, royalty’s op verkopen en soms opbrengsten uit de doorrekening van kosten of winstdelingsregelingen.
a/ Licentievergoedingen en upfront betalingen
Als de licentie tot onze intellectuele eigendom wordt beschouwd als losstaand van de andere resultaatsverbintenissen geïdentificeerd in het contract, erkennen we de niet-terugvorderbare upfront betalingen gealloceerd aan de licentie in opbrengst op het moment waarop de licentie wordt overgedragen aan de klant en de klant het recht heeft om gebruik te maken van de licentie.
Voor licenties die samenhangen met andere beloftes, maken we van beoordelingen gebruik om de aard van de gecombineerde resultaatsverbintenis in te schatten om te bepalen of aan de gecombineerde resultaatsverbintenis is voldaan gespreid in de tijd of op een bepaald moment in de tijd. Indien het gespreid in de tijd is, wordt de opbrengst erkend gebaseerd volgens een patroon dat de transfer van de controle van de dienst aan de klant het best weerspiegelt.
b/ Succesbetalingen andere dan op verkopen gebaseerde succesbetalingen
Een succesbetaling wordt enkel in de transactieprijs opgenomen wanneer het zeer waarschijnlijk is dat een wezenlijke tegenboeking van de cumulatieve erkende opbrengst zich niet zal voordoen wanneer de onzekerheid in verband met de variabele vergoeding niet meer bestaat. We maken een schatting van het bedrag op te nemen in de transactieprijs, gebruik makende van de methode van het meest waarschijnlijke bedrag, waarbij succesbetalingen opgenomen zijn in de transactieprijs bij het behalen van de mijlpaal. De transactieprijs is dan gealloceerd aan elke resultaatsverbintenis op basis van een stand-alone verkoopsprijs, waarbij we opbrengst erkennen als of wanneer voldaan is aan de resultaatsverbintenissen in het contract. Aan het einde van elke volgende rapporteringsperiode herevalueren we de waarschijnlijkheid van het bereiken van zulke mijlpalen en elke gerelateerde beperking, en, wanneer nodig, zullen we onze inschatting van de globale transactieprijs herzien. Elk van deze aanpassingen zal opgeslagen worden op een cumulatieve catch-up basis, die opbrengsten en winsten in de periode van aanpassing zou kunnen beïnvloeden.
c/ Opbrengsten uit doorrekening van R&D diensten
Samenwerkings- en licentieovereenkomsten kunnen clausules in verband met de doorrekening of het delen van kosten gerelateerd aan R&D diensten bevatten, zoals uitbestedingskosten en betaling van voltijdse equivalenten aan contractuele barema’s. R&D diensten worden uitgevoerd en voldaan gespreid in de tijd waarin de klant tegelijkertijd de door ons geleverde voordelen ontvangt en gebruikt.
Deze ontvangen opbrengsten uit de doorrekening van kosten worden als opbrengst erkend bij het oplopen van de kosten en na goedkeuring door de partijen wanneer we handelen als opdrachtgever binnen het gebied van ons aandeel in de R&D diensten. Wanneer niet voldaan is aan de laatste voorwaarde, worden de opbrengsten uit de doorrekening van kosten opgenomen in mindering van de gerelateerde kosten.
d/ Op verkopen gebaseerde succesbetalingen en royalty’s
Licentie- en samenwerkingsovereenkomsten bevatten op verkopen gebaseerde royalty’s, inclusief commerciële succesbetalingen gebaseerd op het verkoopsniveau, en de licenties worden beschouwd als het voornaamste item waaraan de royalty’s verbonden zijn. De daarnaar gerelateerde opbrengst wordt erkend als de daaropvolgende onderliggende verkopen zich voordoen.
(iv) toewijzing van de transactieprijs aan de resultaatsverbintenissen in het contract
We alloceren de transactieprijs aan elke resultaatsverbintenis geïdentificeerd in het contract op basis van een alleenstaande verkoopsprijs. De alleenstaande verkoopsprijs van elke resultaatsverbintenis wordt geschat gebruik makende van één van volgende methodes: de benadering van aangepaste marktinschatting, de benadering van de verwachte kost plus marge of de residuele benadering. Indien het management oordeelt dat er maar één resultaatsverbintenis is, zou de volledige transactieprijs aan deze resultaatsverbintenis gealloceerd worden.
(v) erkenning van de opbrengst wanneer (of als) de entiteit aan een resultaatsverbintenis voldoet
Een opbrengst wordt erkend wanneer onze klant controle verwerft over de goederen en diensten voorzien in de contracten. Deze controle kan overgedragen worden over een periode of op een bepaald moment in de tijd – dit leidt tot een opbrengsterkenning over een periode of op een bepaald moment in de tijd.
In geval van opbrengsterkenning gespreid in de tijd, maken we gebruik ofwel van een input model dat de inschatting van de totale onderzoeks- en ontwikkelingskosten die elke periode opgelopen worden vergelijkt met de totaal ingeschatte kosten (percentage of completion method), ofwel van een output methode om de mate van voldoening aan de onderliggende resultaatsverbintenis te meten. In uitzonderlijke gevallen, afhankelijk van specifieke omstandigheden, erkennen we de opbrengst lineair over de periode van de resultaatsverbintenis.
We verwijzen naar toelichting 6 voor gedetailleerde informatie per overeenkomst en naar de kritische boekhoudkundige beoordelingen voor meer informatie.
Contractkosten
Contractkosten zijn die kosten die we oplopen om een contract met een klant te kunnen afsluiten en die we niet zouden opgelopen hebben indien het contract niet behaald werd. Ze worden geactiveerd als immateriële activa enkel in geval dat er verwacht wordt dat ze recupereerbaar zijn. Geactiveerde contractkosten worden systematisch afgeschreven volgens een patroon van transfer van de betreffende beloofde goederen of diensten aan de klant. Kosten opgelopen onafhankelijk van het bekomen van het contract of die kosten die niet direct gerelateerd zijn aan het bekomen van het contract worden niet geactiveerd.
Overige opbrengsten
Subsidies en R&D steunmaatregelen
Omdat wij aan uitgebreide onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten deelnemen, genieten wij ook van meerdere subsidies en R&D steunmaatregelen van bepaalde overheidsinstanties. Deze subsidies en R&D steunmaatregelen worden in het algemeen gebruikt om de (goedgekeurde) kosten van onderzoek en ontwikkeling deels te vergoeden. Ze worden dan ook gecrediteerd ten gunste van ons resultaat, onder overige opbrengsten, wanneer de relevante uitgaven gedaan zijn en redelijke zekerheid bestaat over de (te) ontvangen subsidies of R&D steunmaatregelen.
Eigenvermogensinstrumenten
Eigenvermogensinstrumenten door ons uitgegeven worden gewaardeerd tegen de reële waarde van de ontvangen bedragen, minus de directe kosten gerelateerd aan de uitgifte.
Personeelsbeloningen
a/ Toegezegde bijdrage plannen
De betaalde bijdragen voor toegezegde-bijdrage plannen worden onmiddellijk als kost in de resultatenrekening opgenomen.
b/ Toegezegde pensioenregelingen
Onze verbintenissen onder de toegezegde pensioenregelingen, en de hieraan verbonden kosten, worden gewaardeerd volgens de “projected unit credit method” waarbij op het einde van elk boekjaar actuariële waarderingen worden uitgevoerd. De herwaardering, die actuariële winsten en verliezen bevat, het effect van het activaplafond (indien van toepassing), en de opbrengst van de fondsbeleggingen (exclusief intresten), worden onmiddellijk verwerkt in de balans en opgenomen in de andere elementen van het totaalresultaat in de periode dat ze zich voordoen. Herwaarderingen opgenomen in andere elementen van het totaalresultaat worden ook onmiddellijk opgenomen in het eigen vermogen (overgedragen resultaat) en zullen niet overgeboekt worden naar winst of verlies. De kosten met betrekking tot vorige dienstjaren worden erkend in winst of verlies in de periode van de aanpassingen van de pensioenregeling. De netto intrestkosten worden berekend door de disconteringsvoet bij het begin van de periode te vermenigvuldigen met de nettopensioenpositie.
Toegezegde pensioenkosten bevatten het volgende:
- Pensioenkosten (met inbegrip van aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten, aan vorige dienstjaren toegerekende pensioenkosten, evenals winsten en verliezen op inperkingen en afwikkelingen)
- Intrestkosten- of opbrengsten
- Herwaardering
De pensioenverplichting die werd opgenomen in de geconsolideerde balans heeft betrekking op het feitelijke tekort of overschot in onze toegezegde pensioenregelingen. Overschotten die het resultaat zijn van deze berekeningen, zijn beperkt tot de huidige waarde van enig economisch voordeel beschikbaar in de vorm van terugbetalingen uit de pensioenregelingen of een vermindering van toekomstige bijdragen aan de pensioenregeling. Een schuld voor een ontslagvergoeding wordt ten vroegste geboekt wanneer deze ontslagvergoeding definitief is of wanneer de onderneming alle gerelateerde herstructureringskosten erkent.
c/ Bonus plan voor de personeelsleden
Wij erkennen de kost voor het bonusplan van de personeelsleden in de resultatenrekening.
d/ Bonus plan voor het management
(I) Bonus toegekend voor prestaties tot en met 2018
De leden van het directiecomité, samen met andere senior managers, kunnen bonussen ontvangen onder het Senior Management Bonus Plan dat sinds 2006 bestaat. Volgens de regels van het Senior Management Bonus Plan wordt 50% van de bonus onmiddellijk uitbetaald rond het einde van het jaar, en wordt de betaling van de andere 50% uitgesteld gedurende drie jaar. Het uitgestelde deel van 50% is afhankelijk van de wijziging van de koers van het Galapagos aandeel ten opzichte van de Next Biotech Index (waarin koersen worden bijgehouden van biotechbedrijven die genoteerd zijn op Euronext). De koers van het aandeel van Galapagos en de Next Biotech Index worden bij het begin en het eind van de driejarige periode berekend aan de hand van de gemiddelde prijs gedurende respectievelijk de maand voorafgaand aan de toekenning en de laatste maand van de driejarige periode.
- Als de wijziging van de aandelenkoers van Galapagos beter of gelijk is aan de wijziging in de Next Biotech Index, dan zal het uitgestelde deel van de bonus aangepast worden aan het stijgings-/dalingspercentage van de aandelenkoers en uitbetaald worden
- Als de wijziging van de aandelenkoers van Galapagos tot 10% slechter is dan de wijziging van de Next Biotech Index, zal 50% van het uitgestelde deel van de bonus worden aangepast aan het stijgings-/ dalingspercentage en uitbetaald, en het restant is verbeurd
- Als de wijziging van de aandelenkoers van Galapagos meer dan 10% slechter is dan de wijziging van de Next Biotech Index, dan is het uitgestelde deel van de bonus verbeurd
Wij erkennen de mogelijke betaling van de uitgestelde component onder het Senior Management Bonus Plan binnen drie jaar op het moment dat het bonusbedrag wordt bepaald, gebaseerd op de reële waarde van de verplichting op elke balansdatum. De reële waarde van de verplichting wordt berekend aan de hand van het Monte Carlo waarderingsmodel, waarbij rekening gehouden wordt met volgende parameters: (a) de gemiddelde referentiekoers van het Galapagos aandeel en de Next Biotech Index, (b) de gemiddelde koers van het Galapagos aandeel en de Next Biotech Index tijdens de rapporteringsperiode, (c) de simulatie van de evolutie van de koers van het Galapagos aandeel en de Next Biotech Index gebaseerd op hun volatiliteit en correlatie tot vervaldatum van de bonus, (d) de discontovoeten van toepassing op het einde van de rapporteringsperiode, en (e) de waarschijnlijkheid dat de begunstigden bij ons zullen blijven tot vervaldatum van de bonus. Eventuele wijzigingen in de reële waarde worden opgenomen in de winst of het verlies van de periode.
(II) Bonus toegekend voor prestaties vanaf 2019 en later
De leden van het directiecomité, samen met andere senior managers, kunnen een bonus ontvangen gebaseerd op het behalen van persoonlijke en bedrijfsdoelstellingen. Deze bonus wordt in cash betaald.
Op aandelen gebaseerde vergoedingen
a/ Op aandelen gebaseerde vergoedingen afgewikkeld door eigenvermogensinstrumenten
Wij gebruiken warrantplannen afgewikkeld als eigenvermogensinstrumenten als motivatie voor ons personeel, bestuurders en consulenten. Warrants afgewikkeld door eigenvermogensinstrumenten worden gewaardeerd tegen hun reële waarde op het moment van aanvaarding. De reële waarde, bepaald op de datum van aanvaarding van de warrants, wordt in kost genomen tot het einde van de verwervingsperiode, gebaseerd op het aantal warrants dat volgens ons zal uitgeoefend worden. De reële waarde van de warrants wordt berekend op basis van het Black & Scholes model. De verwachte levensduur in het model werd aangepast op basis van schattingen van het management, rekening houdend met de niet overdraagbaarheid, de beperkingen op de uitoefening en het verwachte gedrag van de houders.
b/ Lange termijn incentive plannen in RSU’s (Restricted Stock Units)
Er werden in 2019 RSU’s toegekend aan de leden van het directiecomité en andere personeelsleden. Een RSU is een voordeel in de vorm van een belofte dat personeelsleden in de toekomst Galapagos aandelen zullen ontvangen en dat deze, naar wens van het bedrijf, in contanten of in aandelen zullen betaald worden, na afloop van een bepaalde verwervingsperiode. Elke RSU vertegenwoordigt de waarde van één Galapagos aandeel.
De RSU’s zijn gebaseerd op de gewogen gemiddelde aandelenkoers van de 30 dagen-periode voor vaststellingsdatum. We erkennen de corresponderende kost en verplichting over de verwervingsperiode. De reële waarde van de verplichting wordt op elke rapporteringsdatum herberekend omdat het thans managements bedoeling is om de RSU’s in cash te betalen.
Voorzieningen
Voorzieningen worden opgenomen in de balans indien wij een bestaande verplichting hebben ten gevolge van een gebeurtenis in het verleden; als het waarschijnlijk is dat de afwikkeling van deze verplichting resulteert in een uitstroom van middelen uit de onderneming en een betrouwbare inschatting kan gemaakt worden van het bedrag van de verplichting. Het bedrag van de voorziening is gebaseerd op een beste raming van de uitgaven die vereist zijn om de bestaande verplichtingen op balansdatum af te wikkelen. Indien het effect van de tijdswaarde van geld substantieel is, worden voorzieningen bepaald door het verdisconteren van de verwachte toekomstige kasstromen op basis van een discontovoet voor belastingen waarbij rekening wordt gehouden met de huidige marktbeoordelingen van de tijdswaarde van het geld en waar nodig, de risico’s die inherent zijn aan de verplichting.
Leases
Zoals uitgelegd in het begin van deze toelichting, pasten we op 1 januari 2019 IFRS 16 toe, wat aanleiding gaf tot een wijziging in onze waarderingsregels.
Waarderingsregels vanaf 1 januari 2019
Alle leases werden opgenomen door de erkenning van een gebruiksrecht van activa en een overeenkomstige leasingschuld, behalve voor:
- Leases van activa met beperkte waarde
- Leases met een looptijd van 12 maanden of minder.
Schulden ten gevolge van een lease worden oorspronkelijk gewaardeerd aan verdisconteerde waarde. Leasingschulden bevatten de netto actuele waarde van de leasebetalingen die op begindatum niet betaald werden, verdisconteerd aan de impliciete leaserentevoet. Als deze rentevoet niet duidelijk kan bepaald worden, zullen we de marginale rentevoet hanteren. De leasebetalingen kunnen vaste betalingen, variabele betalingen die afhangen van een index of een koers vastgelegd bij aanvangsdatum, waarborgen voor verwachte restwaardes, opzegvergoedingen en betalingen voor verlengingsopties of aankoopopties indien we redelijk zeker zijn deze optie uit te oefenen, bevatten.
Na initiële erkenning wordt de leasingschuld gewaardeerd aan geamortiseerde kost gebruik makende van de bij aanvang bepaalde discontovoet, en zal geherwaardeerd worden (met een overeenkomstig effect op het gebruiksrecht van vast actief) bij wijziging in de toekomstige leasebetalingen in geval van heronderhandeling, wijziging van een index of een koers of in geval van herbeoordeling van de opties.
Bij aanvangsdatum worden de gebruiksrechten van vaste activa gewaardeerd aan kostprijs, bestaande uit het bedrag van de initiële leasingschuld, initiële directe kosten en de verwachte ontmantelings- en verhuiskosten (wanneer hiertoe de verplichting bestaat), verminderd met enige leasevoordelen ontvangen van de leasinggever.
Na intiële erkenning worden de gebruiksrechten van vaste activa gewaardeerd aan kostprijs en lineair afgeschreven over het minimum van hun geschatte levensduur en de duurtijd van de lease. De gebruiksrechten van vast actief zullen aangepast worden voor elke herberekening van de leasingschuld als gevolg van leasing wijzigingen. De gebruiksrechten van vast actief zijn onderhevig aan testen voor bijzondere waardeverminderingen als hiervoor een indicatie bestaat, zoals voor de materiële vaste activa. De gebruiksrechten worden op de balans getoond samen met de materiële vaste activa in volle eigendom en de leasingschulden worden getoond als korte en lange termijn leasingschulden.
Bij het bepalen van de leasingperiode beschouwen we alle feiten en omstandigheden die een economisch voordeel opleveren om een verlengingsoptie uit te oefenen, of om geen opzeggingsoptie uit te oefenen. We houden enkel rekening met verlengingsopties (of periodes na opzegging) in de leasingperiode indien het redelijk zeker is dat de leasing wordt verlengd (of niet beëindigd). De herbeoordeling wordt nagekeken in geval van een belangrijke gebeurtenis of een belangrijke wijziging in omstandigheden die effect hebben op die herbeoordeling en binnen onze controle is.
Elke leasebetaling wordt toegewezen aan de leasingschuld enerzijds en de financiële kosten anderzijds. De financiële kost wordt over de leasingperiode ten laste van de resultatenrekening genomen om zo voor elke periode een constante periodische intrestvoet over de uitstaande balans van de schuld te bekomen.
Waarderingsregels tot 1 januari 2019
Tot einde 2018 werd de leasing van materiële vaste activa ingedeeld als financiële of operationele lease.
Een lease werd beschouwd als een financiële lease indien de voorwaarden van het leasecontract op substantiële wijze alle risico’s en voordelen van het eigendom van het actief overdroegen aan de leasingnemer. Alle overige leasingcontracten werden beschouwd als operationele lease.
Activa in een financiële lease werden opgenomen als activa tegen hun reële waarde of, indien lager, tegen de contante waarde van de minimale leasebetalingen zoals bepaald op het tijdstip van de aanvang van de lease. Deze activa in een financiële lease werden over hun levensduur afgeschreven op dezelfde manier als activa in volle eigendom, of, wanneer korter, over de duurtijd van het betreffende leasecontract. De verplichting ten opzichte van de leasinggever werd in de balans opgenomen als een financiële leaseverplichting. De betalingen werden proportioneel verdeeld tussen financiële kosten en een vermindering van het openstaande saldo van de verplichting opdat de periodieke rentevoet op het openstaande saldo van de verplichting constant zou zijn. De intresten werden ten laste genomen van de resultatenrekening, tenzij ze direct toewijsbaar waren aan de betreffende activa; desgevallend werden ze geactiveerd.
Huurbedragen in het kader van een operationele lease werden op lineaire basis in de resultatenrekening opgenomen over de looptijd van de lease. Voordelen die ontvangen worden en vorderingen ontstaan als stimulans om een operationele lease aan te gaan werden tevens op lineaire basis in de resultatenrekening opgenomen over de duurtijd van de lease.
Bijzondere waardeverminderingen
(i) financiële activa
De bijzondere waardevermindering van een financieel actief gewaardeerd aan geamortiseerde kost wordt berekend aan de hand van het model inzake verwachte verliezen.
Voor handelsvorderingen die geen significante financieringscomponent bevatten wordt de voorziening voor verwachte verliezen bepaald als een bedrag gelijk aan de verwachte kredietverliezen over heel de periode. Dit zijn de verwachte kredietverliezen die het gevolg zijn van alle mogelijke wanbetalingen tijdens de verwachte looptijd van deze handelsvorderingen.
Bijzondere waardeverminderingen worden als een kost in de geconsolideerde resultatenrekening opgenomen.
(ii) materiële en immateriële vaste activa
Op elke balansdatum analyseren wij de boekwaarde van onze materiële en immateriële activa, om vast te stellen of er aanwijzingen zijn dat enige van die activa mogelijk een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan. Indien een dergelijke indicatie bestaat, wordt de realisatiewaarde van het actief ingeschat om op die manier de omvang van de eventuele bijzondere waardevermindering, indien van toepassing, te bepalen. Indien een actief geen onafhankelijke kasstromen genereert, beschouwen wij de totale realisatiewaarde van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort.
Indien de realisatiewaarde van een actief of kasstroomgenererende eenheid lager is dan de boekwaarde, dan wordt de boekwaarde van het actief verlaagd tot deze realisatiewaarde. Bijzondere waardeverminderingen worden onmiddellijk als een kost in de resultatenrekening opgenomen.
Wanneer een bijzondere waardevermindering achteraf wordt teruggenomen, wordt de boekwaarde van het actief verhoogd tot het herziene geschatte bedrag van de realisatiewaarde, doch slechts op zulke wijze dat de verhoogde boekwaarde de boekwaarde die zou zijn vastgesteld indien geen bijzondere waardevermindering voor dat actief was opgenomen in voorgaande jaren, niet overschrijdt. Een terugneming van een bijzondere waardevermindering naar aanleiding van een verkoop van een dochteronderneming wordt als opbrengst opgenomen. In andere gevallen worden bijzondere waardeverminderingen op goodwill nooit teruggenomen.
Winst/verlies per aandeel
De gewone nettowinst/verlies per aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddelde van de uitstaande aandelen gedurende de periode. Verwaterde nettowinst per aandeel, wordt berekend op basis van het gewogen gemiddelde van de uitstaande aandelen inclusief het verwaterende effect van warrants, indien van toepassing.
Segmentrapportering
Segmentresultaten omvatten opbrengsten en kosten die rechtstreeks toewijsbaar zijn aan een segment, en het relevante gedeelte van opbrengsten en kosten die op redelijke basis kan worden toegewezen aan een segment. Wij rapporteren geen activa en verplichtingen per segment daar deze informatie niet op regelmatige basis aan de chief decision maker gegeven wordt. Wij hebben maar twee segmenten (zie toelichting 5).