6. Totale bedrijfsopbrengsten

Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening
CSR rapport

Omzet

Onderstaande tabel geeft een detail van de opbrengsten voor de jaren eindigend op 31 december 2019 en 2018 per samenwerkingsovereenkomst per type omzet: upfront betalingen en licentievergoedingen, succesbetalingen, opbrengsten uit de doorrekening van kosten en overige omzet:

Desaggregatie van de omzet

 

Jaar eindigend op 31 december

(in duizenden €)

Gespreid in de tijd

Op bepaald moment

2019

2018

(1)

Als gevolg van de contractswijziging bevatte de omzet erkend voor filgotinib voor het jaar eindigend op 31 december 2019 een negatief catch-up effect van €245,9 miljoen op closing datum als resultaat van de afname van de percentage of completion toegepast op eerder ontvangen upfront- en succesbetalingen voor dat programma.

Erkenning van niet-terugvorderbare upfront betalingen en licentievergoedingen

 

 

812.058

196.486

Gilead samenwerkingsovereenkomst voor GLPG1690

 

666.968

Gilead samenwerkingsovereenkomst voor filgotinib(1)

 

62.602

96.809

Gilead samenwerkingsovereenkomst voor drug discovery platform

 

80.918

AbbVie samenwerkingsovereenkomst voor CF

 

1.569

52.176

Novartis samenwerkingsovereenkomst voor MOR106

 

47.500

 

 

 

 

 

Succesbetalingen

 

 

2.878

73.394

Gilead samenwerkingsovereenkomst voor filgotinib(1)

 

(21.187)

27.623

AbbVie samenwerkingsovereenkomst voor CF

 

24.065

36.771

Servier samenwerkingsovereenkomst voor artrose

 

9.000

 

 

 

 

 

Opbrengsten uit doorrekening van kosten

 

 

19.900

8.722

Novartis samenwerkingsovereenkomst voor MOR106

 

19.177

7.718

AbbVie samenwerkingsovereenkomst voor CF

 

723

989

Andere opbrengsten uit doorrekening van kosten

 

 

 

16

 

 

 

 

 

Overige omzet

 

 

10.150

10.233

Omzet fee-for-services

 

10.084

10.170

Overige omzet

 

 

66

63

Totale omzet

 

 

844.985

288.836

De upfront vergoeding van €3.569,8 miljoen ($3,95 miljard) ontvangen van Gilead in het kader van de optie-, licentie- en samenwerkingsovereenkomst ondertekend op 14 juli 2019 en de impact van de initiële waardering van het afgeleid financieel instrument erkend naar aanleiding van de share subscription agreement met Gilead, werden als volgt toegewezen aan de resultaatsverbintenissen:

(in duizenden €)

 

(1)

Voor de bijkomende vergoeding ontvangen voor de herziene kostenverdeling voor filgotinib, veronderstellen we het bestaan van een significante financieringscomponent ter waarde van €44,5 miljoen, die de tijdswaarde van het geld over de geschatte periode van erkenning weerspiegelt.

Ontvangen upfront betaling

3.569.815

Effect van initiële waardering van share subscription

85.601

 

3.655.416

Minus:

 

Verplichting tot uitgifte van warrants

 

Warrant A

(43.311)

Initiële warrant B

(2.545)

Bijkomende warrant B

(16.184)

 

3.593.376

Toewijzing aan resultaatsverbintenissen

 

GLPG1690

666.967

Filgotinib bijkomende betaling(1)

641.663

Drug discovery platform (10 jaar)

2.284.747

Bij de closing van de transactie (23 augustus 2019) oordeelden we dat de upfront betaling impliciet een premie bevatte voor de toekomstige uitgifte van warrant A en initiële en bijkomende warrant B. De verwachte waarde van de uit te geven warrants wordt beschouwd als een contractuele verplichting ("verplichting inzake uitgifte van warrants") en vermindert de transactieprijs tot de datum van goedkeuring van de onderliggende warrants. Vanaf de datum van goedkeuring staat de toewijzing van de transactieprijs aan de betreffende warrant vast en zal de toekomstige wijziging in de reële waarde van de betreffende warrant in resultaat opgenomen worden. Aldus geeft het deel van de upfront betaling toegewezen aan warrant A en initiële warrant B de reële waarde van deze financiële verplichtingen op datum van warrantgoedkeuring (22 oktober 2019) weer. De waarde toegewezen aan bijkomende warrant B toont de reële waarde van de onderliggende verplichting per 31 december 2019 daar de uitgifte van deze warrant nog niet is goedgekeurd.

Alle huidige contracten met klanten worden hieronder samengevat:

Samenwerking met Gilead

Op 14 juli 2019 kondigden wij en Gilead aan dat we een 10-jarige wereldwijde R&D samenwerking aangaan. Door deze samenwerking kreeg Gilead exclusieve toegang tot onze portfolio van nieuwe kandidaatmedicijnen, waarvan er zes in klinische ontwikkeling zijn, en tot de meer dan 20 preklinische programma’s en het drug discovery platform. We verwijzen naar toelichting 2 Samenvatting van een significante transactie voor meer gedetailleerde informatie.

Als onderdeel van dit akkoord werd onze bestaande licentie- en samenwerkingsovereenkomst met Gilead inzake filgotinib aangepast. In het kader van de gewijzigde filgotinib overeenkomst krijgen we een grotere rol bij de wereldwijde strategie van filgotinib en nemen we een groter stuk van de commercialisering in Europa voor onze rekening. Dit biedt ons de mogelijkheid om versneld onze commerciële aanwezigheid op te bouwen.

Onze beoordelingen waren als volgt:

Bepaling van de totale transactieprijs

  • In verband met deze overeenkomst met Gilead erkenden wij een over te dragen opbrengst en een overeenkomstig vlottend afgeleid financieel actief van €85,6 miljoen bij ondertekening van de share subscription agreement met Gilead, zoals vereist door IFRS 9. De over te dragen opbrengst werd toegevoegd aan de transactieprijs bij aanvang van de overeenkomst omdat verondersteld wordt dat het deel is van de totale vergoeding ontvangen voor de drie resultaatsverbintenissen.
  • We oordeelden dat de transactieprijs een premie bevatte die betaald werd door Gilead (door middel van de upfront betaling) voor het ontvangen van warrants (warrant A en warrant B) in de toekomst, na goedkeuring door de aandeelhouders. We waardeerden beide warrants aan hun reële waarde en erkenden een verplichting inzake uitgifte van warrants bij het afsluiten van de transactie voor hetzelfde bedrag (als onderdeel van de lijn over te dragen opbrengst). Deze verplichting wordt geherwaardeerd op elke rapporteringsdatum, met een overeenkomstige impact op de transactieprijs toegewezen aan de resultaatsverbintenis gerelateerd aan het drug discovery platform.

Financieringscomponent

  • In het akkoord met Gilead werden twee resultaatsverbintenissen geïdentificeerd waarin de periode tussen de transfer van beloofde goederen/diensten aan Gilead en de betaling van de onderliggende vergoeding door Gilead meer dan één jaar bedraagt, zijnde de resultaatsverbintenis inzake het drug discovery platform en de resultaatsverbintenis gerelateerd aan de filgotinib overeenkomst. Alhoewel de ontvangen vergoeding voor het drug discovery platform erkend zal worden over een periode van 10 jaar te rekenen vanaf de datum van ontvangst, oordeelde het management om geen financieringscomponent voor deze resultaatsverbintenis in beschouwing te nemen daar het toekennen van een exclusieve toegang en optierechten op de eerste dag de voornaamste waarde is van de resultaatsverbintenis inzake het drug discovery platform. Bijgevolg heeft het management beslist om enkel voor het deel van de transactieprijs toegewezen aan de filgotinib resultaatsverbintenis een correctie voor de tijdswaarde van het geld op te nemen.

Resultaatsverbintenis: Licentie voor GLPG1690

  • De transactieprijs die toegekend werd aan deze resultaatsverbintenis weerspiegelt onze inschatting van de stand-alone verkoopsprijs van deze resultaatsverbintenis en werd berekend volgens de methode van de verdisconteerde kasstromen met inbegrip van, onder andere, veronderstellingen over het geschat marktaandeel en marktomvang, piekverkopen en kans op succes.
  • Er werd volledig voldaan aan deze resultaatsverbintenis per 31 december 2019. Als zodanig zullen toekomstige succesbetalingen (andere dan op verkopen gebaseerde succesbetalingen) opgenomen en erkend worden in de transactieprijs voor zover het zeer waarschijnlijk is dat er geen significante tegenboeking van opbrengsten zal plaatsvinden. Toekomstige royalty’s zullen als opbrengst erkend worden bij het realiseren van de daaropvolgende onderliggende verkoop.
  • Na het verlenen van de licentie voor GLPG1690 zullen we de verdere kosten gelijk verdelen met Gilead. Elke terugbetaling van kosten van Gilead wordt niet opgenomen als opbrengst maar als een vermindering van de betreffende kosten.

Gewijzigde filgotinib overeenkomst

  • Er is één unieke resultaatsverbintenis onder IFRS 15: de transfer van een licentie gecombineerd met het leveren van R&D diensten. Dit omdat we van mening zijn dat de licentie in de context van het contract niet op zich staat.
  • De stand-alone verkoopsprijs van de filgotinib overeenkomst werd bepaald aan de hand van de kost-plus-marge benadering. Het management was van oordeel dat een gepaste marge indirect verweven zit in de grotere betrokkenheid bij de globale strategie van filgotinib en de bredere commercialisatierol in de Benelux en de EU5 landen.
  • De transactieprijs van onze overeenkomst met Gilead bestaat thans uit een vast deel, zijnde de upfront licentievergoeding, en een variabel deel, zijnde de succesbetalingen en terugbetaling van kosten voor geleverde R&D diensten. Succesbetalingen worden enkel in de transactieprijs van de overeenkomst opgenomen als het zeer waarschijnlijk is dat er geen significante tegenboeking van opbrengsten zal plaatsvinden. Op verkopen gebaseerde succesbetalingen en – royalty’s maken deel uit van de overeenkomst maar worden nog niet in onze opbrengsten opgenomen daar ons programma zich nog steeds in ontwikkelingsfase 3 bevindt.
  • Opbrengsten worden erkend over een periode door het voldoen aan de resultaatsverbintenis. Het "cost-to-cost" input model wordt toegepast om de vooruitgang in het voldoen aan de resultaatsverbintenis te meten. In vergelijking met de oorspronkelijke overeenkomst is de voorafbepaalde kostendrempel gestegen, wat leidt tot een lager percentage of completion en dus een negatieve cumulatieve catch-up van de opbrengsterkenning in 2019.
  • We verwachten in de toekomst opbrengsten van de huidige transactieprijs te erkennen over tijd totdat, gebaseerd op het “cost-to-cost” model, voldaan is aan deze resultaatsverbintenis.

Toegangsrechten tot het drug discovery platform, optierechten en R&D activiteiten

  • De opbrengst toegewezen aan het drug discovery platform zal over tijd erkend worden daar Gilead exclusieve toegang tot het drug discovery platform en optierechten op onze huidige en toekomstige pijplijn en R&D activiteiten krijgt gedurende de samenwerkingsperiode. Het management was van mening dat een lineaire spreiding over de samenwerkingsperiode de meest betrouwbare en juiste erkenningsmethode is.
  • Het management oordeelde dat de geschikte periode voor erkenning van de opbrengsten van het drug discovery platform 10 jaar is, dit omdat we exclusieve rechten geven over een 10-jarige periode. Wanneer echter op het einde van de 10-jarige periode sommige van de dan bestaande programma’s de klinische fase zouden bereikt hebben (i.e. IND filing bij regelgevende instanties), dan kunnen de rechten voor deze specifieke programma’s verlengd worden voor maximum drie jaar. We zullen deze kritische inschatting op elk jaareinde beoordelen aan het hand van de evolutie van onze pijplijn.

Samenwerking met Servier

In 2010 hebben we een licentie- en samenwerkingsovereenkomst inzake artrose afgesloten met Servier. Elke toename in de transactieprijs als gevolg van toekomstige mogelijke succesbetalingen gerelateerd aan ontwikkelings- of regelgevende activiteiten, of van op verkopen gebaseerde succesbetalingen en royalty’s, zal toegewezen worden aan de licentie en zal, wanneer behaald, op een bepaald moment volledig als opbrengst erkend worden, daar we volledig voldaan hebben aan onze resultaatsverbintenis tegen Servier.

Het contract met Servier ondertekend op 8 mei 2018 neemt de voorwaarden van de vorige overeenkomst over maar bevat daarenboven het kader van een gezamenlijke Fase 2 klinische studie waarin beide partijen samenwerken, kosten delen en wederzijds diensten uitwisselen. We kwamen tot het besluit dat deze contractwijziging buiten het toepassingsgebied van IFRS 15 viel daar er een wederzijdse uitwisseling van diensten is tussen Servier en ons. Servier wordt niet als klant maar als samenwerkingspartner beschouwd. Elke terugbetaling van kosten van onze samenwerkingspartner wordt niet opgenomen als opbrengst maar als een vermindering van de betreffende kosten.

Samenwerking met Novartis

In juli 2018 hebben we samen met onze samenwerkingspartner MorphoSys een licentieovereenkomst inzake MOR106 afgesloten met Novartis. MorphoSys en wij hebben een gelijk deel van de upfront betaling van €95 miljoen ontvangen en hadden recht op mogelijke toekomstige succesbetalingen en royalty’s. Novartis zou alle toekomstige onderzoeks-, ontwikkelings- productie- en commercialisatiekosten gerelateerd aan MOR 106 dragen. Terugbetalingen van kosten ontvangen van Novartis werden in opbrengst genomen bij het oplopen van de kosten en na akkoord van de partijen daar wij als opdrachtgever handelen in het kader van het leveren van de R&D activiteiten.

Op 28 oktober 2019 hebben we het einde van het klinische ontwikkelingsprogramma met MOR106 in AtD aangekondigd. 

Op 17 december 2019 zond Novartis ons een kennisgeving van beëindiging, met hun besluit de volledige overeenkomst op te zeggen. De opzegperiode voor zulke beïndiging loopt nog, maar we verwachten dat de beëindiging later dit jaar voltrokken wordt.

Samenwerking met AbbVie

We kwamen tot het volgende besluit voor de gerelateerde opbrengsterkenning:

  • Er was één unieke resultaatsverbintenis onder IFRS 15: de transfer van een licentie gecombineerd met het leveren van R&D diensten. Dit omdat we van mening waren dat de licentie niet op zich kon staan en in de context van het contract niet op zich stond.
  • De transactieprijs van onze overeenkomst met AbbVie bestond uit een vast deel, zijnde de upfront licentievergoedingen, een variabel deel zijnde de succesbetalingen en terugbetaling van kosten voor geleverde R&D diensten. Succesbetalingen werden enkel in de transactieprijs van de overeenkomst opgenomen voor zover het zeer waarschijnlijk was dat er geen significante tegenboeking van de cumulatieve erkende opbrengst zou plaatsvinden wanneer de onzekerheid gerelateerd aan de variabele vergoeding vervolgens opgelost is. Gezien de aard van onze industrie beschouwen we dit enkel wanneer de gebeurtenis die aanleiding geeft tot de succesbetaling heeft plaatsgehad. Op verkopen gebaseerde succesbetalingen en op verkopen gebaseerde royalty’s zijn onderdeel van onze overeenkomst maar werden nog niet in opbrengsten opgenomen.
  • De transactieprijs werd toegewezen aan de unieke resultaatsverbintenis en opbrengsten werden erkend over de geschatte periode van betrokkenheid gebaseerd op een patroon die de overdracht van de licentie en de vooruitgang in het volledig verlenen van R&D diensten weerspiegelt. Dit omdat we van mening zijn dat er een transformerende relatie is tussen de licentie en de te verlenen R&D diensten.
  • We hebben gebruik gemaakt van een input model om de vereiste van een unieke resultaatsverbintenis te meten dat het percentage van kosten voor dit programma die in elke periode gemaakt worden, in beschouwing neemt (percentage of completion methode).
  • Terugbetalingen van kosten ontvangen van AbbVie werden in opbrengst genomen bij het oplopen van de kosten en na akkoord van de partijen daar wij als opdrachtgever handelden in het kader van ons aandeel in de R&D activiteiten in onze licentie- en samenwerkingsovereenkomsten.
  • De tweede aanvullende en gewijzigde samenwerkingsovereenkomst getekend op 24 oktober 2018 werd beschouwd als een contractwijziging inclusief een wijziging in toepassingsgebied en in prijs, daar de overblijvende goederen en diensten niet op zich staan en deel uitmaken van de unieke resultaatsverbintenis waaraan deels voldaan was op de datum van de contractwijziging. We kwamen tot het besluit dat we deze tweede aanvullende en gewijzigde samenwerkingsovereenkomst moeten verwerken alsof het een deel was van het bestaande contract, en erkenden als aanpassing van de opbrengsten het effect van de contractwijziging op de transactieprijs en op de meting van de vooruitgang in het voldoen aan de resultaatsverbintenis.

Aan de resultaatsverbintenis gerelateerd aan dit akkoord is volledig voldaan per 31 december 2019.

Overige opbrengsten

Onderstaande tabel vat de overige opbrengsten voor het jaar geëindigd op 31 december 2019 en 2018 samen:

 

Jaareinde 31 december

(in duizenden €)

2019

2018

Opbrengsten uit subsidies

6.549

1.609

R&D steunmaatregelen

43.923

26.912

Overige

433

488

Totaal overige opbrengsten

50.905

29.009

Het grootste deel van deze opbrengsten uit subsidies waren subsidies van een Vlaams agentschap en de nationele overheid, wat neerkwam op ongeveer 99% van alle gerapporteerde opbrengsten uit subsidies in 2019 (2018: 95%). In veel gevallen bevatten deze clausules die ons verplichten om een aantal jaar aanwezig te blijven in de regio en te investeren volgens vooraf afgesproken budgetten. In 2019 ontvingen we ook een subsidie van €5,5 miljoen van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering. Deze subsidie dient ter ondersteuning van innovatieve Belgische biotech bedrijven die R&D activiteiten activiteiten uitoefenen in het kader van de ontdekking van nieuwe geneesmiddelen.

De opbrengsten gerelateerd aan R&D steunmaatregelen waren hoofdzakelijk samengesteld uit:

  • Opbrengsten uit een innovatie-ondersteunende regeling van de Franse regering, die €12,4 miljoen van de overige opbrengsten voor het boekjaar eindigend op 31 december 2019 vertegenwoordigden ten opzichte van €9,3 miljoen voor het boekjaar eindigend op 31 december 2018
  • Opbrengsten uit Belgische R&D steunmaatregelen met betrekking tot gemaakte kosten van onderzoek en ontwikkeling, die €21,7 miljoen vertegenwoordigden van de overige opbrengsten voor het boekjaar eindigend op 31 december 2019 ten opzichte van €11,3 miljoen voor het boekjaar eindigend op 31 december 2018
  • Fiscale kortingen op bedrijfsvoorheffing met betrekking tot R&D personeel in België en Nederland, wat neerkwam op €9,9 miljoen van de overige opbrengsten voor het boekjaar eindigend op 31 december 2019 ten opzichte van €6,3 miljoen voor het boekjaar eindigend op 31 december 2018.