Bekijk hier de voorgaande verslagen:

Verleden & toekomst

Onno van de Stolpe kijkt terug op 23 jaar aan het roer van Galapagos. Paul Stoffels geeft ons een kijkje in de toekomst. Het Galapagos verhaal gaat verder.

scroll voor meer

Interview Onno & Paul

'Het is tijd om ons te concentreren op baanbrekende geneesmiddelen en alles te halen uit wat we hebben bereikt'

In de loop van 23 jaar hebben we een compleet biofarmaceutisch bedrijf opgebouwd, met een ontwikkeltraject voor geneesmiddelen van onderzoek tot de markt, en daarmee de basis gelegd voor de volgende fase. Het doel voor deze volgende fase is om alles eruit te halen wat erin zit – onze wetenschap, ontwikkelingscapaciteiten, commerciële infrastructuur en ons partnerschap met Gilead. Ons motto is altijd geweest ‘waarde creëren door middel van wetenschap’, maar de volgende fase zal gekenmerkt worden door ‘waarde maximaliseren door middel van wetenschap’. Met Paul aan het roer ben ik ervan overtuigd dat het bedrijf hiermee een succesvolle volgende stap gaat zetten.

Als we terugkijken naar de begindagen, stond bij de oprichting van Galapagos de technologie voorop. We waren ervan overtuigd dat we een technologische voorsprong hadden door te werken met adenovirussen. In het begin richtten we ons op ouderdomsziekten, vanwege de omvang van de markt, de grote onvervulde behoefte en ons idee dat we adenovirussen konden gebruiken om osteoporose, RA en artritis te bestrijden. Al vrij snel lieten we osteoporose los omdat er een paar geweldige nieuwe medicijnen op de markt waren gekomen. Toen onze eerste CSO, die van GSK kwam, zich in 2002 bij ons voegde, gingen we ons geleidelijk steeds meer therapeutisch ontwikkelen, hoewel dat toen nog niet zoveel voorstelde.

Onze eerste strategie was het ontwikkelen en in de handel brengen van nieuwe targets, maar we realiseerden ons al snel dat dat op zich geen solide basis was voor een rendabel businessconcept. Onze targets waren echt nieuw en daarom was er per definitie geen externe validatie. Farmaceutische bedrijven waren te risicomijdend om deze innovatie te omarmen en zagen een samenwerking niet zitten. Dus namen we de cruciale beslissing om op basis van onze eigen targets zelf geneesmiddelen te gaan ontwikkelen. We begonnen chemie toe te voegen aan onze ontwikkelingsprogramma's en als gevolg daarvan hadden we veel meer kapitaal nodig. In 2005 gingen we naar de beurs op Euronext, we haalden € 22 miljoen op en daarmee gingen we van start. We bouwden een sterke ‘betaling per prestatie’-organisatie op ‘van target tot klinisch kandidaatgeneesmiddel’ door een aantal bedrijven te kopen en die samen te voegen in onze dienstendivisie BioFocus. Daarnaast zijn we een alliantiestrategie gestart met de farma-industrie, gericht op een specifieke ziekte, waarbij Galapagos de targets bepaalde en de kandidaatgeneesmiddelen ontwikkelde, en de farmaceutische industrie optierechten kreeg om het programma voor of tijdens de klinische fase over te nemen. Galapagos werd in de allianties beloond door vooruitbetalingen en mijlpaalbetalingen. Dat alles stelde Galapagos in staat om heel snel te groeien: in een paar jaar van 80 naar 800 mensen. En dat terwijl de burnrate dicht bij nul bleef.

Maar gaandeweg vielen al deze Galapagos-farmapartnerschappen weg om verschillende redenen, die niets te maken hadden met de kwaliteit van de middelen. Een van de middelen die we in zo'n alliantie hebben ontwikkeld is filgotinib. Toen GSK in 2010 besloot af te zien van hun optierecht, besloten we zelf met filgotinib fase 1 in te gaan, een moedige beslissing waar een lange discussie met onze raad van bestuur voor nodig was. Deze beslissing veranderde de koers van het bedrijf. Onze doorbraak kwam een paar jaar later met de DARWIN-data. Toen wisten we zeker dat we zelf in staat waren om een medicijn te ontwikkelen en dat we er een te pakken hadden. Op dat moment besloten we om het bedrijf nog verder uit te bouwen, met een volwaardige ontwikkelingsorganisatie en de eerste stappen op weg naar de markt.

Ons voortdurende streven naar onafhankelijkheid vloeit voort uit mijn overtuiging dat deel uitmaken van een farmaceutisch bedrijf geen toegevoegde waarde zou opleveren voor onze corebusiness, die altijd gebaseerd is geweest op ware innovatie op het vlak van nieuwe werkingsmechanismen. In plaats daarvan zou een overname zoals in zoveel gevallen hebben betekend dat onze biotechcultuur snel zou zijn verdwenen.

Het was altijd mijn droom om een breed, integraal bedrijf te creëren waarmee we ons technologieplatform en innovatie konden maximaliseren. In het begin zorgden onze alliantiedeals voor onze groei, en na de DARWIN-data hadden we toegang tot vrijwel onbeperkte middelen om zelf op deze weg verder te kunnen gaan en een nieuw geneesmiddelenbedrijf te worden. Daarbij zouden we gebruik maken van onze eigen technologie, innovatie en cultuur. Helaas is mijn droom door een reeks tegenslagen nog niet uitgekomen. Hoewel falen een integraal onderdeel is van werken in deze industrie, was het toch wel echt moeilijk. We hadden een aantal klinische tegenslagen en de impact op de teams, de organisatie, het leiderschap inclusief mijzelf was enorm. Het stopzetten van de ontwikkeling van ziritaxestat, onze molecule voor idiopathische longfibrose in twee fase 3-studies, was denk ik het moeilijkste moment in mijn carrière. Verschrikkelijk voor ons, maar nog erger voor de artsen en patiënten die hoge verwachtingen hadden van dit geneesmiddel.

Door de mislukkingen ontdeden onze investeerders zich van hun aandelen en verloren we ruim 80% van onze waarde. Zo is het leven in een biotechbedrijf, en we mogen ons geloof en onze motivatie om nieuwe medicijnen te ontwikkelen voor patiënten niet verliezen. Dat is de bestaansreden van onze sector en hoewel het nog een paar jaar zal duren voor we onze volgende bedrijfseigen geneesmiddelen volledig hebben ontwikkeld, ligt een nieuwe opleving wel in het verschiet.

Als we terugblikken, zien we dat de evolutie van Galapagos voor een groot deel financieel gedreven werd. Vooral in het begin was de beschikbaarheid van kapitaal een continue strijd. Ons businessmodel, gebaseerd op betaling per prestatie, de allianties, overnames en het filgotinib-partnerschap hebben uiteindelijk allemaal geleid tot de grootse samenwerking met Gilead en de comfortabele cashpositie waarin we ons momenteel bevinden. In plaats van ons zorgen te moeten maken over geld om de begroting van volgend jaar te financieren, is nu de tijd gekomen om ons te concentreren op baanbrekende geneesmiddelen en om alles te halen uit wat we hebben bereikt. Met Paul, die hart voor de patiënt combineert met een talent voor zakendoen en klinische ontwikkeling, en die niet alleen een inspirerende leider is maar ook een goede vriend, ben ik ervan overtuigd, en ook erg trots en blij dat Galapagos in goede handen komt en nog meer gaat bereiken.

'Meer levensjaren en meer levenskwaliteit, dat is de drijfveer waarop Galapagos gebaseerd moet zijn'

De grootste uitdaging in de ontwikkeling van geneesmiddelen is de wetenschap, een diepgaand inzicht in de ziekte. Eersteklas expertise en kennis van wat er al is, zodat je kunt beoordelen waar je een verschil kunt maken met kleine moleculen of biologische platformen. Welke interventies zijn er al om een ziekte te bestrijden, wat kunnen we nog meer doen, hoe snel kunnen we een doorslaggevende oplossing bedenken, en wat doet de concurrentie?

Ik begon mijn carrière als arts. Toen ik net klaar was aan de universiteit in Antwerpen wilde ik een verschil maken in de wereld. Hoe doe je dat? Je gaat daarnaartoe waar een grote onvervulde medische behoefte is. Dus ging ik naar Centraal-Afrika, waar ik werd geconfronteerd met hiv en een gebrek aan medicijnen om iets te kunnen doen. De levensverwachting van patiënten was in westerse landen twee jaar, maar in plaatsen als Kinshasa in Congo slechts twee maanden.

Ik leerde dr. Paul Janssen kennen, een van de meest succesvolle ontwikkelaars van geneesmiddelen ter wereld. Hij overtuigde me om met hem samen te gaan werken aan geneesmiddelenonderzoek voor hiv. Hij zei tegen me: “Paul, op een dag gaan we hiv oplossen met slechts één pil per dag. Die zal veilig en wereldwijd verkrijgbaar zijn, en mensen zullen levenslang overleven.” Ik dacht: dit kan niet. Hij zei ook tegen mij: “Begin gewoon en geef nooit op. Je zult veel mislukkingen meemaken, maar op een dag, als je leert van je mislukkingen, zul je slagen.” Twintig jaar later hebben we het bereikt: één pil per dag, patiënten hebben een volwaardig leven en hiv is een chronische ziekte geworden. Focussen op het verschil maken in levensjaren en levenskwaliteit voor patiënten is de kern van wat we doen in onze sector.

Van deze ervaring leerde ik dat het, naast goede wetenschap, tijd kost en dat je je moet blijven focussen op het doel. Als je faalt, moet je weer opstaan en doorgaan. Ik heb veel tegenslagen gehad, maar met solide teams gingen we door, en uiteindelijk is het gelukt.

Bij Tibotec en Virco (later overgenomen door Janssen – J&J) richtten we ons op hiv- en hiv-resistentie tegen meerdere geneesmiddelen. We analyseerden honderdduizenden hiv-stammen met fenotypering en genotypering waardoor we de wetenschappelijke leider zijn geworden van hiv-geneesmiddelenonderzoek op dit gebied. Die focus betekende dat ons werk met betrekking tot resistentie essentieel werd voor het ontdekken en ontwikkelen van verschillende nieuwe geneesmiddelen voor hiv. We werkten samen met academische instellingen en farmaceutische bedrijven en publiceerden onze bevindingen in toonaangevende medische tijdschriften. We leverden drie nieuwe geneesmiddelen voor de behandeling van hiv, waarvan er twee nog steeds essentieel zijn voor patiënten met gevorderde hiv-ziekte. Ons geneesmiddel met enkelvoudige dosis werd onderdeel van meerdere combinaties en vormde de basis voor de 1 en 2 maanden lang werkende injecteerbare medicatie die onlangs op de markt werd gebracht.

Toen ik later hoofd van Research & Development werd bij Janssen, paste ik die focus toe op elk van de therapeutische domeinen. Hoe kunnen we ons richten op een bepaalde ruimte waar we met wetenschap nog een groot verschil kunnen maken? Deze aanpak gaf mijn team bij Janssen, Johnson & Johnson, en mij de kans om wereldwijd gedurende 15 jaar 25 nieuwe geneesmiddelen te leveren en een uitzonderlijk succesvol farmaceutisch bedrijf op te bouwen.

Ik ben er erg van onder de indruk dat Galapagos als klein bedrijf is uitgegroeid tot een beursgenoteerd bedrijf in Europa en de VS en dat het in staat is gebleken om een geneesmiddel van basisonderzoek tot in de handel te brengen. Er zijn maar zeer weinig bedrijven in de wereld die dat hebben bereikt. Doorgaans verdwijnt een biotechbedrijf na fase 2, een ander bedrijf koopt het op en dat was het dan. Bij Galapagos hebben we onze wetenschappelijke kern, ons groeiende team in heel Europa, onze geweldige partner Gilead, onze sterke commerciële en financiële infrastructuur. Je kunt tegenslagen hebben in de ontwikkeling, dat is onderdeel van de sector waarin we zitten, maar tegelijkertijd zijn de fundamenten er om uitzonderlijke nieuwe geneesmiddelen te creëren.

Onze focus zou moeten liggen op het ‘meer levensjaren en meer levenskwaliteit’, de voordelen die we kunnen bieden en die ontstaan door wat we doen in ons wetenschappelijk werk. Dat is niet beperkt tot onze wetenschap of onderzoek. Het omvat ook externe wetenschap, waar nodig, om met een transformatie te komen die relevante voordelen voor patiënten zal opleveren.

Als we bezig zijn met geneesmiddelen die levensjaren opleveren, betekent dit dat we de slimste manieren moeten zoeken om dit te doen, we hebben geen tijd te verliezen. En dat wil zeggen dat we grote onvervulde medische behoeften in de wereld moeten blijven aanpakken, omdat dit ons in staat stelt snel voordelen te bieden aan patiënten. Klinische studies gaan sneller, de tijd tot het in de handel brengen is korter, de middelen worden eerder vergoed. Dat gebeurt er als het ertoe doet voor onze gezondheid.

Tot slot brengt de passie om een verschil te maken in de wereld iedereen samen om snel te werken, effectief te zijn en te genieten van wat je doet. We maken geneesmiddelen om levensjaren te creëren. Hoe meer we dit doen, hoe beter ons bedrijf het doet. Meer levensjaren en meer levenskwaliteit, dat is de drijfveer waarop het bedrijf gebaseerd moet zijn. Galapagos heeft alle fundamenten om dit waar te maken.

Ik kijk ernaar uit om het bedrijf in de volgende fase te gaan leiden.

DARWIN
Fase 2-programma voor filgotinib bij reumatoïde artritis. DARWIN 1 onderzocht drie doses, eenmaal en tweemaal daagse toediening, gedurende maximaal 24 weken bij reumapatiënten die onvoldoende reageerden op methotrexaat (MTX) en die hun stabiele behandeling met MTX behielden. DARWIN 2 onderzocht drie eenmaal daagse doses gedurende maximaal 24 weken bij reumapatiënten die onvoldoende reageerden op methotrexaat (MTX) en hiermee waren gestopt. DARWIN 1 en 2 waren dubbelblinde, placebogecontroleerde studies waarvoor wereldwijd circa 900 patiënten werden ingeschreven en waarvoor de resultaten in 2015 werden gerapporteerd. DARWIN 3 is een langdurige vervolgstudie waarbij alle patiënten 200 mg filgotinib krijgen, m.u.v. Amerikaanse mannen die 100 mg krijgen. DARWIN 3 resultaten uit week 156 zijn in 2019 bekendgemaakt
Filgotinib
Voorheen bekend als GLPG0634, onder commerciële naam Jyseleca. Klein molecuul, preferentiële JAK1-remmer, waarvoor in de Europese Unie, Groot-Brittannië en Japan voor reumatoïde artritis, en in de Europese Unie en Groot-Brittannië voor colitis ulcerosa goedkeuring werd bekomen. De aanvraag tot goedkeuring voor colitis ulcerosa werd ingediend in Japan. Filgotinib is onderdeel van de samenwerking met Gilead. Filgotinib is momenteel in fase 3-studies in de ziekte van Crohn en in een fase 4-studie in RA